Erwin Boutsma
- Extreem veilig
- Vele primeurs
Een nieuwe speler op de automarkt, gedomineerd door traditionele merken met traditionele ideeën, is doorgaans veroordeeld tot de marge. Het is simpelweg te duur om vanaf nul een auto te ontwikkelen die zich qua kwaliteit en design kan meten met de gevestigde orde.
Tesla lapt die ‘wetten’ aan zijn zijn laars en introduceerde na de succesvolle Model S afgelopen week de Model X, een compacte, volledig elektrische SUV van $ 132.000. Voor de aandrijving zorgen elektromotoren met – in het topmodel – samen dik 500 kW vermogen en een accupakket van 90 kWh, op papier goed voor 400 km rijden.
Meest opvallende eigenschap aan de Model X zijn de achterportieren, die zich openen als vleugeldeuren. Tesla pakte het notoire probleem van vleugeldeuren – de ruimte die ze vergen bij het openen – aan door de vleugeldeuren van een scharnier te voorzien die de deuren bij openklappen ‘knikt’ en zo een hoek van negentig graden geeft.
De eerste reacties van de autopers zijn gematigd positief: strak en modern, maar ook wat saai en minder karakteristiek dan de Model S. Wel unaniem positief is men over het grote aantal primeurs. Zo is het de eerste elektrische auto die 2.500 kg mag trekken en volgens topman Elon Musk de eerste SUV met de maximale score in veiligheidstests. Dat klinkt érg zelfverzekerd, want er is nog geen onafhankelijke test op de Model X losgelaten. De forse hoeveelheid camera’s, radar en sonar spreken echter in zijn voordeel. Meest in het oog springend is de ‘bioweapon safety button’: druk hierop en de Model X wordt hermetisch afgesloten met HEPA-filters.
Net als de Model S zal de SUV worden afgebouwd in Tilburg. ‘Dichtbij de grootste potentiële afzetmarkten’, zei Musk eerder al.