Gerald Schut
In een fijne aflevering van de podcast De Technoloog word je heerlijk bijgepraat over de stand van zaken rond de F35, alias de JSF. Militair historicus Christ Klep is een joviale, humoristische kerel, die vol zit met mooie anekdotes. Hij sleutelt ook wel eens aan een auto, stelt hij de techneut gerust.
Oorspronkelijk zouden de huidige 220 F16’s uit de jaren 70 vervangen worden door even zoveel F35’s. Uiteindelijk krijgen we er 37, waarvan je er vier tegelijk in de lucht kunt houden. De ‘vliegende computer’ is een compromistoestel waarin de verlanglijstjes van alle deelnemende lijstjes gepropt moesten worden. ‘Een van de grote problemen van het toestel was dat het eigenlijk al vanaf het begin te zwaar was. Daarom is een afslankteam op gezet,’ vertelt Klep. ‘Als de motor uitvalt, valt hij uit de lucht.’ Een lijst hilarische missers passeer de revue: het toestel schiet zelden raak en na anderhalve seconde is hij leeggeschoten en moet weer terug naar huis.
Fundamenteler is de vraag of de F35 wel voldoet aan de militaire behoeften van de komende decennia. Het toestel kan als vliegende keeper een zwerm drones aansturen. ‘Maar die drones kunnen dat inmiddels steeds meer zelf. Waarom zou je met een F35 vanuit Leeuwarden naar het Russische luchtruim vliegen als je hetzelfde inmiddels met langeafstandssystemen vanaf de grond kan,’ vraagt Klep zich af.
Hij ziet de kern van oorlog verschuiven van brute vuurkracht naar elektronische gevechten om elkaars systemen kapot te maken. De komende 15 jaar vechten we nog met bommen en granaten, maar over 30 jaar zal alle oorlog cyber zijn, voorziet hij. Als straks blijkt dat we de F35 eigenlijk niet nodig hebben, kunnen we ons troosten met de gedachte dat we er gelukkig maar 37 van hebben.