Gerald Schut
In de long read ‘A $140bn asset sale: the investors cashing in on Big Oil’s push to net zero’ maakt de zakenkrant Financial Times een ontnuchterende rondgang langs analisten over de gevolgen van de rechtszaak tussen Shell en Milieudefensie en andere prikkels voor grote oliebedrijven om te vergroenen. De makkelijkste manier blijkt het verkopen van fossiele bezittingen aan andere minder zichtbare partijen.
‘Het feit dat er, nu nog, een markt is voor de assets die worden afgestoten door oil majors wijst op de mogelijkheid van onbedoelde gevolgen van de druk op de olie-industrie,’ schrijft de krant. Oil majors met een beursnotering zijn goed voor 12% van de voorraden en 15% van de productie van olie en gas. Ze zijn gevoelig voor druk van aandeelhouders, consumenten en overheden.
Jason Bordoff, directeur van de Climate School and Center on Global Energy Policy van Columbia University, vat de kwestie zo samen: ‘Verkoop van fossiele bezittingen kan de energietransitie versnellen als ze voortkomen uit een beslissing van olie- en gasbedrijven om investeringen te verschuiven naar schone energietechnologie, waardoor die technieken goedkoper worden. Maar de verkoop van olievelden verkleint oliegerelateerde emissies niet als de vraag ongewijzigd blijft. De olievraag moet scherp afnemen om klimaatdoelen te realiseren, maar de huidige ambities zijn ver verwijderd van de realiteit.’ Ondertussen heeft Saoedi-Arabië aangekondigd haar productie op te voeren van 12 naar 13 miljoen vaten per dag.
