Advertorial TMC
Ondanks de krimpende economie wist detacherings- en consultancybureau TMC de afgelopen vijf jaar gestaag door te groeien. In 2015 maakte het bedrijf zelfs flinke stappen ten opzichte van de voorgaande jaren. Joeri Voets, Managing Director TMC West, licht toe waarom ook het komende jaar er rooskleurig uit zal zien.
‘We hebben nu fors meer mensen in dienst dan twee jaar geleden. We hebben meer werk en voorzien voor komend jaar nog meer werk’, vertelt Joeri Voets, Managing Director TMC West. ‘Onze marktsegmenten zitten in de breedte in de lift, van R&D tot manufacturing en van procesindustrie tot high tech.’
Volgens Voets is TMC onder andere gegroeid door in de economisch meer onzekere tijden het marktaandeel juist uit te breiden. De detacheerder investeerde de afgelopen jaren voornamelijk in nieuwe gebieden, zowel geografisch als technisch. Zo kwamen er bijvoorbeeld enkele kantoren bij in het buitenland. Allereerst in België, maar al snel volgden Frankrijk en Italië. ‘Door eerder te investeren lopen we nu vooraan. Het nemen van dat berekende risico heeft dus zijn vruchten afgeworpen.’
Toch moet TMC het niet zozeer hebben van marktvolume, maar veel meer van specialisme waarmee het zich onderscheidt van andere detacheringsbureaus. ‘Wij doen niet mee in sectoren als financiën en administratie, maar richten ons alleen op techniek en technologie. En die moeten van een hoog niveau zijn. Al onze werknemers zijn hoogopgeleid’, licht Voets toe. Hij vervolgt: ‘Om succesvol te zijn is het belangrijk om – ook in moeilijke tijden – vast te blijven durven houden aan je onderscheidende vermogen, om je eigen bedrijfsfilosofie geen geweld aan te doen. Wij zijn erin geslaagd om dat de afgelopen jaren overeind te houden.’
Naast het openen van nieuwe kantoren, zat de grootste investering van TMC de afgelopen jaren in het werven van nieuwe collega’s. Nog voordat het duidelijk werd dat de economie weer aantrok, investeerde TMC alweer in nieuw personeel: zowel technici voor projecten bij opdrachtgevers als medewerkers binnen management en commercie. ‘Je hebt in zo’n fase dan de mankracht om ook naar nieuwe regio’s en relaties te zoeken’, licht Voets toe. ‘Daar zitten dan ook veel relaties tussen die op dat moment geen zaken met je kunnen doen, maar zodra de markt aantrekt sta je wel vooraan. Daarom plukken we nu in 2015 en ook in 2016 de vruchten van investeringen van twee à drie jaar geleden.’
Terwijl er een tekort ontstond aan hoogopgeleide technici op de arbeidsmarkt lukte het TMC wel om voldoende nieuw personeel te werven. Voets heeft er een verklaring voor: ‘Ik denk dat TMC één van de weinige bedrijven is binnen onze dienstverlening, die erin is geslaagd om zich als volwaardig en modern werkgever op te stellen. We bieden met ons werkondernemerschapsmodel ook echt een alternatief dat nu ook buiten de landsgrenzen blijkt aan te slaan. Mensen komen bij ons in vaste dienst, maar hoeven niet jaren achtereen te werken in dezelfde omgeving.’
Volgens Voets zijn niet alleen de primaire arbeidsvoorwaarden bij TMC goed geregeld, maar regelt het bedrijf ook opleidingen op maat, individuele coaching en is er veel persoonlijke aandacht voor de medewerkers. De accountmanagers bijvoorbeeld zorgen niet alleen voor de opdrachten, maar zijn ook verantwoordelijk voor de beoordeling en persoonlijke ontwikkeling van hun werkondernemers. ‘De reden dat mensen warmlopen voor je bedrijf zit toch het meest in de menselijke factor. Geen recruiter kan op tegen de mond-tot-mondreclame van onze medewerkers die bij klanten uitstralen dat ze goed op hun plek zitten’, aldus Voets. ‘We zitten nu in een digitaal tijdperk, maar de menselijke factor maakt nog steeds het essentiële verschil tussen een goed bedrijf en een topbedrijf: conflicten en overeenkomsten heb je met een persoon, niet met een bedrijf. Digitaal is alles misschien wel efficiënter, maar efficiëntie is nooit een onderscheidend vermogen.’
Wat betreft de technologische ontwikkelingen ziet Voets bijvoorbeeld veel potentie in de zorgsector. Hij omschrijft het als een technologische ontwikkeling als het gevolg van een technologische ontwikkeling. Door technologie leven we langer, maar we krijgen daardoor wel steeds meer hulpbehoevende ouderen. Er zijn daardoor nu ontwikkelingen gaande zoals zorgrobots, die ertoe moeten bijdragen dat er in de toekomst voldoende capaciteit is om iedereen te kunnen verzorgen, maar vooral om ouderen lang zelfstandig te kunnen laten deelnemen aan de maatschappij.
‘Het was natuurlijk al wat jaren aan de gang, maar het komt nu wat prominenter naar voren’, aldus Voets. ‘Kijk bijvoorbeeld naar de TU Delft. Naast wedstrijden op het gebied van duurzame energie, nemen ze nu ook deel aan een challenge met betrekking tot een exoskelet waarmee mensen met een dwarslaesie weer zelfstandig moeten kunnen bewegen.’
Voets meent dat het steeds meer gaat draaien om dit soort technologische ontwikkelingen met een doelgerichte maatschappelijke functie. ‘Voor bedrijven als TMC zijn dit interessante ontwikkelingen, zowel inhoudelijk als zakelijk. Dat komt omdat mensen er een natuurlijke interesse voor hebben: je doet aan R&D en het maatschappelijk belang ervan is direct zichtbaar.’
Enkele jaren geleden richtte TMC al TMC Renewables op: een eigen onderzoeksgroep die meewerkt aan projecten met betrekking tot duurzame energie en lezingen organiseert voor relaties over bijvoorbeeld circulaire economie. Voets: ‘Daarmee wordt diepere kennis van markt en technologie vergaard die kan doorstromen naar de reguliere business entiteiten (business cellen) van TMC.’
Een soortgelijke werkgroep met betrekking tot gezondheidszorg zou volgens Voets ook binnen de bedrijfscultuur passen. ‘Het gaat daarbij niet om wat het direct financieel oplevert, maar om het handhaven van onze filosofie: een passie voor alle aspecten van technologie en een fascinatie voor zowel grote als kleine technologische doorbraken.’