Marianne Pinckaers
Onderzoekers aan de TU Delft hebben een heupprothese ontworpen die deels bestaat uit biomaterialen die dikker worden bij uitrekking. De hechting met het bot verbetert daardoor en de kans op ontstekingen die gepaard gaan met heupprotheses vermindert.
De zogenoemde meta-biomaterialen van de onderzoeksgroep in Delft hebben eigenschappen die niet voorkomen in de natuur, zoals een negatieve Poisson-factor waarbij het materiaal dus dikker wordt bij uitrekking. Conventionele materialen hebben een positieve Poisson-factor en worden dus dunner bij uitrekking.
Als de Poisson-factor hetzelfde is in de gehele prothese, dan zou onder druk bij niet-symmetrische belasting altijd een deel van de prothese drukken tegen het bot, terwijl de andere kant los komt. Botten zijn beter bestand tegen druk dan tegen trekkrachten en druk stimuleert doorgaans de aanmaak van botweefsel. De plekken waar de prothese minder drukt op het bot is dus het meest kwetsbaar. Een verlaagde druk zorgt voor een verminderde botaanmaak waardoor het bot brozer wordt. Ook kunnen deeltjes in de ruimte tussen de prothese en het bot komen waardoor er ontsteking kan ontstaan.
De nieuwe en conventionele materialen zijn niet homogeen gemengd in het materiaal, maar op een manier waarop hechting met het bot optimaal is.
‘Doordat er minder onnatuurlijke krachten op de prothese werken is de kans kleiner dat er bij slijtage van de heupkom plastic deeltjes vrijkomen die de kans op loslating vergroten’, zegt onderzoeksleider Zadpoor op de website van de TU Delft. Klinische testen hebben nog niet plaatsgevonden. De komende jaren gaat het team onderzoeken hoe de eigenschappen exact gebruikt kunnen worden om betere implantaten te ontwikkelen.