Nieuws
0

Van extreme armoede naar extreme welvaart

Henk Tolsma

Klimaatverandering, uitputting van grondstoffen, fijnstof, verlies aan biodiversiteit, zorg over effecten van gentechnologie. Het zijn de keerzijden van de huidige welvaart. Maar dergelijke problemen zijn niet uniek voor onze tijd.

Ook in het verleden worstelde Nederland met vraagstukken van welvaart, welzijn en duurzaamheid. Zoals armoede, bedreiging van de volksgezondheid, woningnood, strijd tegen het water. In elke generatie waren er groepen die zich zorgen maakten over veranderingen in het landschap en verontreiniging van bodem, water en lucht.

De Kwetsbare welvaart van Nederland verkent over de afgelopen ruim anderhalve eeuw het streven naar welvaart en duurzaamheid en werpt ook een blik in de toekomst. De auteurs beschrijven het resultaat van een bijna tien jaar lopend, door NWO gefinancierd onderzoeksproject. Auteur Harry Lintsen, emeritus hoogleraar techniekgeschiedenis, beschouwt dit boek als het sluitstuk van veertig jaar techniek-historisch onderzoek.

Om de boodschap tot zich te nemen moet de lezer er goed voor gaan zitten. Degenen met weinig zitvlees kunnen echter aan de hand van de vele grafieken en tabellen het boek ook in grote lijnen lezen.

Rond 1850 was Nederland ‘een oord der verschrikking’. Ons land was weliswaar één van de rijkste ter wereld, maar de welvaart was slecht verdeeld. Een groot deel van de bevolking leefde in (extreme) armoede, er was honger, ziekte en woningnood. Regelmatig deden zich overstromingen voor.

Deze kwalen zijn zeer succesvol bestreden. Stoom, elektriciteit, kunststoffen, ict, gentechnologie en milieuzorg hebben daar een grote rol bij gespeeld. Maar onze welvaart is kwetsbaar. We importeren drievijfde van onze grondstoffen, zelfs viervijfde van het benodigde graan. En zorgen over de effecten van welvaart op de natuur – klimaatverandering – hebben de overhand gekregen. Dat leidt tot de zogenoemde welvaartparadox: we zijn gelukkig en welvarend, maar toch somber.

Fossiele brandstoffen gelden tegenwoordig als bron van alle (klimaat)kwaad. Maar Lintsen c.s. betogen dat deze energiedragers een grote rol hebben gespeeld bij het terugdringen van armoede. Nu moeten ze worden uitgefaseerd en vervangen door duurzame bronnen. En om grondstoffen te sparen moeten we de sprong maken van de huidige lineaire naar een circulaire economie.

De les van het boek is dat dat kan. Er zijn de afgelopen 150 jaar meer uitdagingen overwonnen. Maar lukt dat met behoud van welvaart? En op welke termijn? Ombuigen zal moeite, energie en geld kosten en ook pijn doen. Ombuigen is moeilijk omdat onze materiële wereld complex in elkaar steekt en opgenomen is in wijdvertakte, internationale ketens.

‘De rijksoverheid bepleit 100 procent circulariteit in 2050. Dat is als doelstelling natuurlijk niet haalbaar. Afgezien van praktische haalbaarheid gaat het ook voorbij aan de grenzen die de fysica stelt.’ De circulaire economie staat dan ook, zo stellen de auteurs: ‘voor een ideaal. Het geeft richting aan onderzoek van wetenschappers en ontwerpen van technici.’

 

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief
Relevante berichten