Mischa Brendel
Vier Nederlandse teams met één missie: het winnen van de World Solar Challenge. Drie teams nemen het tegen elkaar en tegen teams uit andere landen op in de Challenger-klasse, waarbij de zelfontworpen zonnewagens in zo kort mogelijke tijd een afstand van 3.021 km moeten afleggen. Het vierde team racet in de Cruiser-klasse, waarbij er extra punten te verdienen zijn door de zonnewagen zoveel mogelijk te ontwerpen als echte gezinsauto.
Hoe goed een racewagen ook in elkaar is gezet, de coureur bepaalt in belangrijke mate het succes van de bolide. Bij de zonnewagens in de World Solar Challenge is dat niet anders.
Top Dutch Solar Racing doet ditmaal voor het eerst mee met de World Solar Challenge, maar ironisch genoeg hebben ze de meest ervaren coureur in huis. Kevin Luinge, een van de vier coureurs voor het Noord-Nederlandse team, is namelijk al jarenlang fervent karter: ‘Ik kart al sinds mijn achtste en doe ook mee aan wedstrijden. Zo rijd ik mee met het open Nederlands kampioenschap.’
Zijn ervaring deelt hij met zijn medecoureurs. Zo heeft hij trainingen met karts georganiseerd voor zijn teamgenoten en regelde hij trainingen in de simulator, die gericht waren op efficiënt rijden. Het rijden in een kart is natuurlijk anders dan in zonnewagen Green Lightning, maar er zijn ook veel overeenkomsten, stelt Luinge. En die kennis en ervaring kun je overbrengen. Luinge: ‘Ik heb zelf vrij weinig gehad aan de trainingen, omdat het mij bekend was, maar ik kon de andere coureurs goed trainen. Hoe rijd je zo slim mogelijk door bochten, hoe rem je, dat soort dingen. Dat alles om tijdens de race zo weinig mogelijk energie te verspillen.’
Toch mag Luinge ook zijn racekwaliteiten nog tentoonstellen: ‘In de World Solar Challenge zelf wordt er vrij weinig daadwerkelijk geracet. Maar de kwalificatie voor de startposities is wel degelijk een race; het is een ronde op het circuit. Die neem ik voor mijn rekening.’
De coureurs zelf hebben ook getraind, om fysiek zo fit mogelijk te zijn. Luinge: ‘In het TopsportZorgcentrum zijn we in Het Omnium begonnen met een intakegesprek en een inspanningstest.’ In Het Omnium komen sport en zorg samen en wordt er onder meer gewerkt aan algehele fitheid en prestatieverbeteringen. ‘Verder werden we gescreend om te kijken waarop er gelet moet worden bij trainingen en zijn er trainingsschema’s opgesteld om ervoor te zorgen dat we op gewicht zijn en blijven. Ook zijn we met de coureurs naar een SpaWell in Peize geweest.’ Dat laatste om al in aanraking te komen met de verzengende hitte waaraan de coureurs tijdens de race worden blootgesteld. Voldoende drinken is dan ook van cruciaal belang. Luinge: ‘We hebben minimaal twee liter drinken mee onderweg. Dat zal water zijn, of een isotone drank. Dat drinken zit in een geïsoleerd drinkzak. Via een rietje langs onze helm kunnen we drinken.’ Sanitaire stops zijn er niet, dus ook daar moet met het drinken rekening mee worden gehouden.
Lees verder onder de foto
In Het Omnium ondergingen de coureurs een inspanningstest (copyright: Job Verkruisen)
Ook mentaal is de race een behoorlijke inspanning. De warmte helpt niet en je hebt veel lawaai om je heen. Bovendien zit je vier uur achtereen in een niet erg comfortabele auto. Vandaar dat het coureurteam ook ondersteund is door een psycholoog.
Momenteel werkt het Top Dutch Solar Racing team vooral aan het aanbrengen van enkele veranderingen aan hun auto. ‘Na het testen in Nederland bleek een aantal dingen beter te kunnen’, vertelt Luinge. ‘Zo hebben we nieuwe bevestigingen aan de as voor de wielen en een nieuwe motor. Die dingen hebben we thuis afgebouwd en meegenomen naar Australië.’ De coureurs houden zich verder even koest, om hun fysieke en mentale gesteldheid zoveel mogelijk intact te houden. Luinge: ‘De tijd die we hebben zullen we zoveel mogelijk gebruiken om verder te trainen; er zijn nog wat plekken onderweg van Quorn, waar we nu zijn, naar Darwin, waar de race start, waar we de wagen mogen testen.’