Johan Herrenberg
Techno-visionair Daan Roosegaarde droomt van lichtgevende bomen.
Als kind associeerde ik bomen ook al met lantaarnpalen: ze kwamen in ordelijke rijen uit de Amsterdamse straten, waren onweerstaanbaar voor honden, en verspreidden licht in plaats van zuurstof. Dat Het Rijk der Lichten van René Magritte, uit 1954, een van mijn favoriete schilderijen werd, zal dus niemand verbazen – beneden is het nacht: huis, boom, vijver, stralende lantaarn, terwijl het boven doodleuk dag is: blauwe hemel, witte wolken… Nu, in 2015, krijgt verlichting zélf een surrealistisch trekje. Maar daarover later meer.
Rond de helft van het totale energieverbruik van gemeenten komt voor rekening van openbare verlichting. Bij krimpende budgetten en groene targets, moeten ze dus besparen en innoveren. Ziedaar de opmars van de leds, energiezuinig, lange levensduur. Zo heeft Los Angeles liefst 14.000 armaturen in 12.000 km straat inmiddels bijna geheel van led-lampen voorzien. Ook de onderhoudskosten moeten omlaag. Ziedaar de opkomst van intelligente lichtmanagementsystemen als Philips’ CityTouch, reeds in 31 landen en 262 steden geïntroduceerd. Met software en data hoog en droog elders, in de ‘cloud’, monitort één mens het hele verlichtingssysteem op afstand via een webbrowser. Dimmen en versterken kan per lantaarn, en er is gelijk te zien of er iets vervangen of gerepareerd moet worden. In Los Angeles komt daar een primeur bij: armaturen zijn voorzien van een ‘connector node’, die lampen van ongeacht welke producent onderdeel van een netwerk maakt. Goed voor de keuzevrijheid, goed voor de concurrentie.
Maar er is meer. We zijn verliefd op het combineren en integreren van apparaten, functies en technologieën. Alles moet multifunctioneel, ‘slim’ en dynamisch. En dus ontdekken overheden wereldwijd in de al aanwezige infrastructuur van hun mastenpark splinternieuwe mogelijkheden. Openbare verlichting was altijd al een multitasker, ze dient de verkeers- en sociale veiligheid, én de attractiviteit. Maar nu is men er toepassingen mee aan het testen en benutten die de pure lichtvoorziening overstijgen. Sensoren in armaturen of palen kunnen worden geprogrammeerd, zodat ze files en vrije parkeerplaatsen detecteren, bevroren weggedeelten signaleren waar moet worden gestrooid, branden constateren, luchtvervuiling meten, rellen registreren. In Eindhoven experimenteerden ze onlangs met een uitvinding van BMW: de lantaarnpaal als oplaadpunt voor elektrische auto’s. In Londen denken ze erover om lantaarnpalen van wifi te voorzien. The sky is the limit.
Zo kan straatmeubilair op termijn onderdeel worden van het ‘Internet der Dingen’, waar fysiek en virtueel elkaar ontmoeten, en zullen wij nog meer opereren als netwerkindividuen in een zogeheten ‘digitale ecologie’. Magrittes schilderij is profetisch: licht en informatie 24/7 in de cloud, de buitenruimte een geregisseerde binnenruimte, bevorderlijk voor de veiligheid en het gemak van burgers – én overheden.
Het blijft zaak om bij alle vernieuwing de waaklamp in ons hoofd aan te houden. Voor die ‘dark side’…