Benno Boeters
De Energy Club van de TU Delft, een groep studenten die energietransitie een warm hart toedraagt, organiseert geregeld een lezingencyclus. Op 25 september was Marjan van Loon, directeur van Shell Nederland, bij zo’n cyclus aan het woord.
Voor een volgepakte collegezaal in het 3mE-gebouw (voorheen werktuigbouwkunde) trapte zij af met de mededeling dat zij meer dan de helft van haar werktijd bezig is met energietransitie (de overgang van fossiel naar duurzaam) en dus iets minder met ‘assets’ ofwel de lopende zaken; het op de winkel passen. ‘Is Shell in transitie? Ik hoop van wel, ik denk dat we op weg zijn. We moeten doorgaan met de discussie en de dialoog’, stelde ze.
Sinds een paar jaar wint Shell meer gas dan olie, van Australië tot Noorwegen. Het enorme lng-platform Prelude bijvoorbeeld, ligt sinds deze zomer op 475 km uit de Australische kust en produceert vloeibaar aardgas. Volgens Shell is lng dé brandstof voor de energietransitie. Om dat nog eens flink te benadrukken organiseerde Shell zelf de dag na de toespraak van Van Loon, op 26 september, een feestje in Rotterdam om het bunkerschip de Cardissa in gebruik te nemen. Als eerste ter wereld kan dit vaartuig vanuit zijn 6.500 m3 aan opslagtanks andere zeeschepen bevoorraden met vloeibaar aardgas. Shell chartert overigens ook een lng-tankschip (3.000 m3) voor levering aan binnenvaartschepen. De EU subsidieert deze lng-bevoorrading door Shell met € 10 miljoen.
Vergeleken met de emissies van de huidige (zee)schepen op stookolie, is lng natuurlijk een grote verbetering. Geen roet, de helft minder NOx, bijna geen SO2 en zo’n 30 % minder CO2. En het is ook nog eens goedkoper dan diesel. Goede argumenten dus voor Shell om aardgas te propageren als dé brandstof voor de energietransitie. Niet alleen voor schepen, maar ook voor energiecentrales, andere grootverbruikers en vrachtwagens.
Zodoende heeft Shell er natuurlijk alle belang bij dat die transitie zo lang mogelijk duurt, zodat het al zijn gasvoorraden uitput. Geen wonder dus dat Van Loon zo druk bezig is met de transitie, maar dan gaat het Shell dus niet om het zo snel mogelijk bereiken van het einddoel: hernieuwbare energie. Zonne- en windenergie zijn voor de productie van elektriciteit en warmte veel goedkoper te winnen dan gas, olie of kolen.
De kosten zitten vooral in de hardware; zet een turbine neer
of een pv-paneel en klaar. Bovendien zijn de transportkosten veel geringer; we halen het niet uit Australië. Met andere woorden: de marges op fossiele brandstoffen zijn hoger, daar is meer aan te verdienen.
Afgelopen week meldde persbureau Bloomberg dat Shell en partners Eneco en Mitsubishi hun belang in de windparken Borssele III en IV alweer willen terugbrengen naar 45 %. Van Oord houdt zijn aandeel in stand. Shell heeft tot op heden geen toelichting gegeven. Best mogelijk dat het kapitaal wil vrijmaken voor echt grote windparken midden op de Noordzee. Een beter verdienmodel?