In samenwerking met: Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO)
Patrick Gunneman is al ruim 10 jaar WBSO-adviseur bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). In die tijd heeft hij flink wat aanvragen beoordeeld van bedrijven die met de WBSO-regeling de financiële lasten van hun R&D-projecten willen verlagen. Toen de aanvraag van Lightyear – ontwikkelaar van de zonneauto – binnenkwam, is hij daar eens goed voor gaan zitten. Deze aanvraag was namelijk aanmerkelijk anders dan de gebruikelijke aanvragen.
“Ondernemers die in aanmerking willen komen voor een korting op hun loonheffing, op basis van R&D-uren en -kosten, dienen bij ons hun project in. Wij beoordelen vervolgens of de werkzaamheden in aanmerking komen voor een verlaging van de loonheffing, en dus hun financiële lasten. Bij Lightyear zagen we in heel korte tijd een substantiële toename van het aantal R&D-uren waarvoor het bedrijf korting aanvroeg. Na de start in 2017 zijn ze in sneltreinvaart doorgegroeid tot een bedrijf waar inmiddels ruim 100 mensen werken. Het betreft een bedrijf in opbouw en er vinden veel ontwikkelwerkzaamheden plaats. Je kunt je voorstellen dat het dan heel aantrekkelijk is om minimaal 40% korting te krijgen op de loonheffing voor de toegekende R&D-werkzaamheden.”
De WBSO-regeling bestaat ruim 25 jaar en heeft een stormachtige groei doorgemaakt, vertelt hij vervolgens. “In het begin kregen we per jaar gemiddeld 100 aanvragen. Inmiddels zijn dat er vele tienduizenden. In 2021 hebben we bijna anderhalf miljard euro beschikbaar voor bedrijven die hun R&D-kosten willen verlagen. De WBSO is een relatief laagdrempelige regeling die technische bedrijven een aanzienlijke tegemoetkoming op hun R&D-activiteiten kan opleveren.”
Octrooiadviseur Hans Helsloot kent Lightyear ook al een aantal jaren. Sterker nog: de eerste contacten stammen uit de tijd dat het bedrijf nog niet Lightyear heette. “De initiatiefnemers hadden aanvankelijk een andere naam in gedachten voor hun bedrijf. Maar die naam bleek al geregistreerd te zijn als merk voor voertuigen.” Na het gesprek over de beschermingsmogelijkheden van de naam, volgden gesprekken over andere intellectuele eigendomsrechten (IE-rechten), zoals modelrecht en octrooien. “Lightyear heeft ervoor gekozen om de kosten van het aanvragen en onderhouden van octrooien te beperken, door veel zelf te doen. Als je daarvoor kiest, is het wel zaak dat je iemand uit je bedrijf voor je IE verantwoordelijk maakt, en dat je ervoor zorgt dat die persoon onze workshops volgt of op een andere manier voldoende IE-kennis opbouwt. Dat heeft Lightyear goed gedaan; ze hebben een zeer ervaren kracht aangenomen. Het schrijven van een octrooiaanvraag is trouwens wel héél specialistisch werk. Dat kun je vaak beter door een geregistreerde octrooigemachtigde laten doen. Daarmee voorkom je dat je onbedoeld je IE-rechten verspeelt”.
Helsloot vertelt dat het aanvragen van octrooien maar één aspect is van de IE-strategie van Lightyear. “Als je een auto gaat maken en je bent goed in het integreren van zonnepanelen in die auto, dan heb je nog steeds een stuur en een rem nodig. Dat betekent dat je goed moet bedenken op welke gebieden je de beste kunt en wilt worden. En dat je op de andere gebieden moet gaan samenwerken. Lightyear kiest weloverwogen op welke terreinen het bedrijf een voorsprong wil houden en op welke terreinen samenwerking de beste optie is. Op onderwerpen waarop ze een voorsprong hebben, beschermen ze hun eigen IE goed. En op terreinen waar samenwerking de beste optie is, zorgen ze ervoor dat ze toegang krijgen tot de IE van de samenwerkingspartner. Ze zorgen dat ze de octrooien van anderen goed kennen. Dat doen ze heel goed.” Een andere strategische keuze van Lightyear heeft te maken met de landenkeuze, vertelt Helsloot. “Lightyear heeft alleen octrooien aangevraagd in de landen die voor het bedrijf relevant zijn. Zeker als startup kun je het je niet veroorloven om in alle landen van de wereld octrooi aan te vragen. En dat is ook niet nodig, want als bijvoorbeeld Volkswagen of Toyota een bepaalde technologie niet in Duitsland, Frankrijk en de VS mag toepassen, sta je al heel sterk.”