Gerald Schut
‘Ik vond het een volkomen krankzinnig en zeer verontrustend idee,’ zegt Harvard-onderzoeker Frank Keutsch in Onder een witte hemel: de natuur van de toekomst van Elizabeth Kolbert (New Yorker) (zie recensie) over geo-engineering: de verzameling ideeën om de wereld kunstmatig af te koelen; bijvoorbeeld door reflecterende deeltjes in de atmosfeer te brengen.
Keutsch veranderde van mening door de vrees dat als het echt warmer wordt, mensen massaal de straat op zouden gaan om te eisen dat de overheid ‘nú iets doet’. Als je dan pas onderzoek gaat doen, ben je te laat. Juist omdat geo-engineering potentieel enorm gevaarlijk is, moeten we er nu op beperkte schaal experimenten mee gaan doen. Alleen zo weten we in de toekomst of het inderdaad écht te gevaarlijk is om toe te passen.
Kolbert wijst erop dat ook als we de CO2-emissies halveren het CO2-gehalte van de atmosfeer nog altijd blijft toenemen, alleen dan half zo snel. Zelfs als we morgen geen molecuul CO2 meer uitstoten, gaat de opwarming waarschijnlijk door (schatting: 70% extra), doordat de oceaanbuffer nog niet in evenwicht is. Geo-engineering zou wel eens de enige manier kunnen worden om catastrofale temperatuurstijging te voorkomen. Het kan snel, grootschalig en relatief goedkoop worden uitgevoerd en werkt vrijwel direct.
Een belangrijke van de tientallen bezwaren is ‘termination shock’: als je er eenmaal aan begint, kan je er eigenlijk nooit meer mee stoppen. Tenminste: als je dat doet, schiet de temperatuur omhoog. In Kolberts woorden is geo-engineering ‘te vergelijken met het behandelen van een heroïneverslaving met methadon, of liever gezegd met amfetaminen. Het eindresultaat is twee verslavingen in plaats van één.’
In vrijwel alle scenario’s moet later deze eeuw CO2 uit de lucht gehaald worden. Dat kost nu minstens $600 per ton en moet omlaag naar $100 om kansrijk te worden. Onlangs voorspelde Klaus Lackner, geestelijk vader van direct air capture (dac), in Industrial & Engineering Chemistry Research, dat we dat prijsniveau halen door het aantal bestaande installaties met een factor 300 op te schalen, als de prijsdaling even snel gaat als die van zonnepanelen (10 keer goedkoper door 1000 keer meer panelen). Daarvoor zouden subsidies van $50 miljoen tot $2 miljard nodig zijn. In het grotere geheel der dingen is dat een koopje.
Geo-engineering en direct air capture zijn remedies die binnen decennia onvermijdelijk dreigen te worden. Het is daarom van groot belang om snel meer te investeren in beide oplossingen. Het is belangrijk om snel beter zicht te krijgen op de vraag hoe riskant geo-engineering werkelijk is. En als direct air capture goedkoop genoeg wordt, kunnen we uiteindelijk eventueel gebruik van geo-engineering ook weer afbouwen. Zo zouden we ook weer kunnen afkicken van de amfetamine verslaving van twee alinea’s geleden.