Ruim vier jaar is Ocean Grazer, een spin-off van de Rijkuniversiteit Groningen (RuG), al bezig met vermarkten van energieopslag. Begin volgend jaar test men de eerste versie van hun concept op een zandwinningsplas bij Sellingen in Groningen. “Het debiet gebruiken we voor opslag in de bodem. Daarmee krijg je voor meer dan twintig jaar duurzame stroomopslag.”
TSEARD ZOETHOUT
Na de presentatie op de CES (Consumer Electronic Show), begin dit jaar in gokstad Las Vegas, stonden investeerders in de rij. Ocean Grazer won in 2021 de honoree award, in 2022 de hoofdprijs in de categorie Best of Innovation, Sustainability, Eco-design & Smart Energy. Frits Bliek en zijn team waren er beduusd van. “Hadden we eerst nogal veel moeite om ons concept te slijten, nu hebben we het voor het uitkiezen. Rond 2025 willen we ons systeem voor stroomopslag op de zeebodem onder een groot windpark in de Noordzee plaatsen”, zegt Frits Bliek, CEO van Ocean Grazer.
Sinds het begin van dit millennium trekt golfenergie meer en meer de aandacht van marktpartijen. Er zijn op dit moment enkele varianten op kleine schaal in bedrijf: vlotters die op een as met vrijloop mechanisme zijn bevestigd (als de Pelamis), taps toelopende kanalen – of tapchans – waardoor de energie van de binnenkomende golf wordt omgezet in een snelle beweging van een deel van de golf (denk aan de Wave Dragon) en het gebruik van wisselende druk op de waterkolom.
Ocean Grazer past de laatste variant toe. “Het oorspronkelijke idee, een patent uit 2014 van de RuG, ging uit van energieconversie plus opslag”, licht Bliek toe. “Ons concept kan een breed spectrum golven absorberen, ongeacht de golflengte en hoogte. Momenteel zijn al 250 partijen bezig met het ontwikkelen van golfenergieconverters. Voordat een dergelijke ontwikkeling marktrijp is, zijn we vijftien tot twintig jaar verder. Dat is voor een start-up als Ocean Grazer niet vol te houden. Daarom hebben we het idee voor energieconversie geparkeerd en vanaf 2018 ingezet op opslag met een kortere ontwikkeltijd, drie tot vijf jaar. Dat is weliswaar ook moeilijk te realiseren maar heeft een aanzienlijk marktpotentieel op de zeebodem onder windparken.”
Energieopslag via de Ocean Grazer valt enigszins te vergelijken met een waterkrachtcentrale, een vorm van energieopslag in bergachtige streken die al ruim een eeuw wordt toegepast. Tijdens perioden met een lage of negatieve elektriciteitsvraag – lees: bij veel wind – wordt schoon water vanuit ingegraven betonnen tanks naar flexibele rubberen zakken op de zeebodem gepompt. Bij hoge elektriciteitsvraag – lees: windstil weer – vindt het omgekeerde plaats en wekt een generator juist stroom op.
“Hoe dieper de Ocean Grazer onder water ligt, des te groter de capaciteit zal zijn”, zo duidt de CEO het verschil met een waterkrachtcentrale. “Elke tank heeft een opslagcapaciteit van circa 10 MWh, afhankelijk van de diepte waarop we het systeem installeren. De waterdiepte is bij voorkeur minimaal en de tanks worden, afhankelijk van de bodemcondities, op een diepte van vijftig tot honderd meter geplaatst. Die 10 MWh is goed voor enkele windturbines.”
Volgens Bliek heeft de Ocean Grazer niet alleen een hoge efficiency (80%) en veel langere levensduur dan lithium-ion batterijen, maar is ook stabiel en schaalbaar. “We kunnen het opslagvolume vergroten of het vermogen, 15 MW per machinekamer, vergroten door extra machines bij te plaatsen voor sneller laden en ontladen. Omdat we proceswater van het zeewater scheiden, treedt er, na het ingraven, geen verstoring van het mariene leven op. De kritische onderdelen zijn de pompen naast de tanks en de elektronica. Onderhoud vindt eens in de vijf jaar plaats. Door boven de pomp een duikklok met trap neer te zetten, zullen die kosten op het totale budget vrij klein zijn”, besluit hij.