Waterstof versus elektrisch

Armand van Wijck

Op de AutoRAI gaf Shell het startsein voor haar ‘Future Energy Circle’, een programma waarmee de brandstofmix van de toekomst voor iedereen inzichtelijk en begrijpelijk moet worden. Experts discussieerden tijdens de lancering over verschillende vormen van duurzame energie en de overgang naar grootschalige toepassingen.

Hans de Boer sprak namens Better Place – aanbieder van netwerken en dienstverlening voor elektrische voertuigen – over de toekomst van elektrisch rijden in Nederland. Volgens hem zit de belangrijkste ontwikkeling van elektrisch rijden in de batterijtechnologie, en dan met name in energiedichtheid en betaalbaarheid: ‘Mensen kijken altijd naar de chemische samenstelling, maar het gaat de komende jaren bij de lithium-ionbatterijen met name om productietechniekverbeteringen. Het blijft dezelfde batterij, maar de manier waarop die gemaakt wordt, zorgt voor steeds minder materiaalgebruik en een hogere energiedichtheid. De verwachting is dat daardoor de prijs van een batterij daalt met zo’n acht procent per jaar. Dat maakt het erg aantrekkelijk.’

 

Better Place werkt onder meer aan batterijwisseling, waarbij binnen twee minuten een lege batterij automatisch verwisseld wordt voor een volle. De Boer: ‘Momenteel zijn we hiermee bezig in Denemarken en Israël, landen met een hoog belastingstelsel. Zo betaal je in Denemarken tachtig procent belasting voor een benzineauto en nul procent voor een elektrische auto. Elektrisch rijden moet gebruiksvriendelijk zijn en als je het op grotere schaal wilt doen ook betaalbaar. Dat is makkelijker met een belastingstelsel dat dit ondersteunt.’

 

Remco Hoogma van onderzoek- en adviesbureau Dwarsverband liet zijn licht schijnen op waterstof. De grootste drempel is volgens hem dat de industrie samen met de overheid een eerste steen moet leggen voor grootschalige beschikbaarheid van waterstof aan de pomp. Hoogma: ‘Dat is een beslissing waar veel aan vastzit, want je hebt niet voldoende aan één station, je moet meteen een aantrekkelijk netwerk aanbieden. De overheid moet geld bijleggen en de risico’s van bedrijven verlagen. Ik denk dat het een grote uitdaging wordt om de verschillende partijen op één lijn te krijgen, zodat de eerste stap gezet kan worden.’ Er zijn voor waterstof verschillende opslagmethodes, maar volgens Hoogma richt de industrie zich voor de komende marktintroductie op gasvormige opslag. Die lijn is dus alvast gezet.

 

De Boer: ‘Voor waterstofopslag heb je nog tien tot twintig jaar R&D nodig voordat je het kan introduceren. De lithium-iontechnologie is nu al toepasbaar.’ Hoogma: ‘Een vrij dun netwerk van laadpalen voldoet al voor de grofweg eerste honderdduizend auto’s, zonder dat hier aanpassingen aan de infrastructuur voor nodig zijn. Daarna echter moet je gaan kijken naar verzwaring van elektriciteitsnetten, loadmanagement en allerlei ICT-oplossingen met veel hogere investeringen. Een netwerk van waterstofstations vergt een veel grotere investering vooruit, maar daarna zijn er relatief gezien minder investeringen nodig.’