Erwin Boutsma
Populair-wetenschappelijk tijdschrift Eos heeft zich onlangs in een nieuw jasje gestoken.
Anders dan concurrent New Scientist, dat eerder door het leven ging als NWT en Natuur & Techniek, is de naam hetzelfde gebleven. Dat, en de uitstekende inhoud, zijn de enige zaken die de redactie hetzelfde heeft gelaten, want het uiterlijk is flink op de schop gegaan.
Ook in de opmaak van media zijn trends te vinden en de huidige mode is strak, veel lege ruimte op een pagina en veel gebruik van de kantlijn met grafieken, kaders en verwijzingen. Eos volgt die trend en de cover van de mei-editie is daar direct een voorbeeld van: vrijwel leeg, nauwelijks beeld, veel wit. Het werkt verrassend goed. Ook de keuzes van de lettertypes zijn geslaagd: soms retro (uitgelichte quotes), soms verrassend frivool (intro’s) en gewoon degelijk waar het moet (hoofdteksten).
De indeling van het tijdschrift in drie blokken is ook een opvallende verandering. Charles (Darwin, de evolutiebioloog), Ada (Lovelace, de eerste code-schrijfster) en Antoni (van Leeuwenhoek, de uitvinder) lenen hun namen aan de drie blokken. Ze staan achtereenvolgens voor diepgang en duiding, verbeeldingskracht, en ‘kennis om je leven te verbeteren’, aldus hoofdredacteur Raf Scheers. Of de lezer zich in de praktijk bewust zal zijn van die onderverdeling is zeer de vraag, maar onderscheidend is het wel.
Ook onderscheidend: een soort verlengde inhoudsopgave op het achterblad. Alsof de redactie zich ervan wil verzekeren dat je niet per ongeluk voorbij de drie beste artikelen hebt gebladerd.