Rijkert Knoppers
Een getijdecentrale in de Brouwersdam kan genoeg elektriciteit opwekken voor dertigduizend tot vijftigduizend huishoudens, zo blijkt uit een onlangs gepresenteerd onderzoek.
Er zijn twee technieken denkbaar, een centrale met bulbturbines of een hydropneumatische centrale. In beide gevallen maken de installaties gebruik van een gering verval.
Â
Een pas gepubliceerd onderzoek van onder meer de TU Delft en de ingenieursbureaus Witteveen+Bos en Royal Haskoning heeft duidelijk gemaakt dat het winnen van getijde-energie in de Brouwersdam genoeg elektriciteit kan opleveren voor ongeveer 30.000 tot 50.000 huishoudens. Het bijzondere aan de getijdecentrale is dat deze gebruik maakt van een gering verval van ongeveer één meter.
Â
Er zijn twee varianten van de centrale uitgewerkt: een centrale met bulbturbines met een vermogen van vijftig tot zestig megawatt levert het meeste vermogen op. Bij vloed stroomt het water vanuit de zee door de opening in de dam en zet het schoepenblad in beweging. Het schoepenblad kan bij eb ook in omgekeerde richting werken. Deze aanpak heeft als nadeel dat er kostbare investeringen nodig zijn ter bescherming van vissen. De verwachte opbrengst aan elektriciteit is 190 GWh per jaar.
Â
Het tweede ontwerp maakt gebruik van het feit dat vallend water door onderdruk lucht aantrekt. De luchtstroom, die zo in een schacht ontstaat, kan een luchtturbine aandrijven. Het vermogen van deze hydropneumatische centrale ligt op ongeveer 35 megawatt. Het voordeel is dat deze centrale minder schade veroorzaakt aan dieren. Deze centrale zal naar verwachting jaarlijks 120 GWh opbrengen.
Â
Zuurstoftekort
Aanleiding tot de studie is het plan van de rijksoverheid om een grote opening te maken in de Brouwersdam om de kwaliteit van het water van het Grevelingenmeer te herstellen. Het meer is sinds de Deltawerken volledig afgesloten van de Noordzee, waardoor het zuurstofgehalte in het water sterk is gedaald. Uit recente metingen blijkt dat het zuurstofgebrek al op zes meter onder de waterspiegel waarneembaar is. Een opening, groot genoeg voor de doorvoer van vijftig miljoen kubieke meter water vier keer per etmaal, kan zorgen voor de verbetering van de waterkwaliteit.
Â
De betreffende studie is verricht in opdracht van de Bestuurscommissie MIRT-Verkenning Gerevelingen. MIRT staat hierbij voor Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport. Het rapport wijst erop dat deze nieuwe laagverval getijdecentrales ook op andere locaties op de wereld toepasbaar zouden zijn, waar het getij een gering verschil tussen hoog en laag water heeft. In Nederland zouden deze installaties bijvoorbeeld ook in de Afsluitdijk toe te passen zijn.