Teake Zuidema
In de Chinese stad Tianjin City is onder de naam ‘GreenGen’ een experiment gaande om steenkool efficiënter te verstoken in combinatie met het afvangen en opslaan van koolstofdioxide.
De eerste fase, bestaande uit een 250 MW-installatie op basis van integrated gasification combined cycle technologie, onderging in mei zijn eerste test.
In dit systeem wordt steenkool bij een druk van 22 bar omgezet in syngas, een mengsel van waterstofgas en koolmonoxide. Op deze manier worden pure CO2 en 99,9 procent van de zwaveloxiden nog voor de verbranding uit de gasstroom verwijderd. De afvalwarmte van de syngaskoeler en de gasturbines drijven stoomturbines aan.
De tweede fase van GreenGen bestaat uit een kleinere IGCC-installatie die pure waterstof moet leveren aan gasturbines en brandstofcellen; deze zal volgend jaar opstarten. De derde fase is een IGCC-installatie van 400 MW die per dag 3.000 ton steenkool vergast. Daarbij moet tachtig procent van alle CO2 – zo’n drie miljoen ton per jaar – worden opgeslagen in offshore olievelden. Het rendement van deze installatie zal naar verwachting tussen 55 en 60 procent liggen. De kosten van alle drie fasen zijn begroot op 1,2 miljard euro en worden gedragen door Chinese kolen- en stroomproducenten en het Amerikaanse steenkoolbedrijf Peabody.
GreenGen gebruikt zeer efficiënte gasturbines van Shanghai Electric Group die, volgens Chinese bronnen, 270 gram steenkool gebruiken om een kilowattuur aan stroom te produceren. Tien jaar geleden was dat nog 400 gram.
Maar alle goede bedoelingen van China om de uitstoot van koolstofdioxide te verminderen, worden in feite teniet gedaan door de opening in Binnen-Mongolië van de grootste fabriek ter wereld die diesel produceert uit steenkool. Bij dat proces komt tweemaal zoveel koolstofdioxide vrij als bij het maken van diesel uit olie.
