Nieuws
0

Consortia nieuw wapen in energietransitie

Benno Boeters

Als de blaadjes gaan vallen en thuis de kachel weer aan moet dan weet je: het is tijd voor de Vakbeurs Energie. De Brabanthallen te Den Bosch stonden van 8 tot 10 oktober traditiegetrouw weer vol met glimmende apparaten. Van ketels, koelers, panelen en elektrische vrachtwagens tot een geruisloze tulpvormige windturbine voor naast of bovenop uw huis. En veel warmtepompen. Waar in voorgaande jaren zonnepanelen nog de prominente plaats innamen, zie je nu vooral warmtepompen, in veel variaties.

De aandacht voor ‘warmte’ was groot. Met name tijdens de presentaties en discussies in de zalen naast, en in de ‘theaters’ op de beursvloer. Waar het vroeger bij nieuwe en duurzame energie ging over groene stroom, draait het nu om: hoe houden we het straks zonder aardgas warm? En dan natuurlijk met name in de winter. Anno 2019 verbruiken we ’s winters acht keer zoveel gas en 30 % meer stroom dan in de zomer (bron Essent). Aan de techniek zal het niet liggen – de oplossingen staan te glimmen op de beursstands – maar hoe organiseer je de omwenteling van aardgas naar duurzaam?

Bij de openingssessie van de beurs gaf directeur Bouwen en Energie van het ministerie van Binnenlandse Zaken, Ferdi Licher, de aftrap. Zijn verhaal kort samengevat: de energietransitie draait om geld. De opgave om 8 miljoen gebouwen in Nederland in 2050 volledig op hernieuwbare energie overgeschakeld te krijgen, lukt alleen als het betaalbaar en liefst ‘woonlastenneutraal’ kan. ‘We gaan er vanuit dat het plaatje gaat sluiten’, aldus de topambtenaar. Het kabinet draait daarbij aan de geldkranen – gas duurder, elektriciteit goedkoper – en strooit met subsidies, maar de bal ligt ook voor een groot deel bij de bedrijven. Die moeten opschalen en het allemaal goedkoper maken.

Tenders

Geïnspireerd door het onverwachte succes in de aanbestedingen van de windparken op zee, waarbij het tot ieders verbazing al snel mogelijk bleek die subsidieloos aan te leggen – willen de ministeries van binnenlandse en economische zaken nu via tenders aansturen op grootschalige aanpak en de vorming van brede samenwerkingsverbanden die Nederland ‘blok voor blok’ gaan ombouwen. ‘Binnenkort maken we bekend welke acht consortia aan de slag gaan’, aldus Licher.

De energietransitie is duidelijk niet meer een kwestie van pionierende burgers die met windmolens en zonnepanelen hun eigen groene energie opwekken. Het moet nu een inspanning worden van gecombineerde bedrijven die als een ‘one stop shop’ hele woonwijken op de schop nemen. Opschalen is ook hier het sleutelwoord, want dat impliceert ‘goedkoper’, en zelfs de term ‘ontzorgen’ viel hier en daar.

Alleen zo kan het lukken om in tien jaar tijd 1,5 miljoen woningen en gebouwen van het aardgas af te krijgen. ‘We hadden dit jaar 27 (gesubsidieerde) proeftuinen in verschillende Nederlandse gemeenten; dat worden er komend jaar 50. Van stadswijken tot plattelandsdorpen. Die gaan over op warmtenetten/restwarmte, of op aquathermie (warmte uit oppervlaktewater, red.), of op biogas of waterstof. En ze doen die ombouw ook vaak in combinatie met rioolrenovatie en een sociaal-maatschappelijke wijkaanpak’, zo kondigde Licher aan.

Echter, ‘Den Haag’ wil voorkomen dat individuele burgers de kat uit de boom kijken en wachten tot over een paar jaar het one-stop-shop consortium aanbelt om het allemaal – kostenneutraal – te regelen. De transitie is zo urgent dat we nu allemaal de handen uit de mouwen moeten steken. Sinds september plugt Den Haag daarom de slogan ‘iedereen doet wat’.

Over de schutting

Wellicht dat de 355 wethouders in Nederland met die gedachte iets rustiger kunnen gaan slapen. De rijksoverheid doet enthousiast over de wijkaanpak maar het is nogal een klus die ze ‘over de schutting’ heeft gegooid en op het bordje van de gemeenten gedeponeerd. Dat vond ook Henk Sijbring, voorzitter van de onlangs opgerichte Vereniging van Fabrikanten van Ketels (VFK). Zijn vereniging en de Nederlandse Verwarmingsindustrie (warmteopwekking, warmtedistributie, regelapparatuur/thermostaten en rookgasafvoersystemen) vormen een grote speler. Zij installeren 450.000 verwarmingstoestellen per jaar. En 85.000 warmtepompen, in Nederland. En ze leiden jaarlijks ‘duizenden’ installateurs op samen met de branche. De bedrijfstak is uiteraard ook volop bezig om te schakelen van de productie van (hr-)ketels naar apparaten die koolstofvrij energie leveren. Per jaar vernieuwen we 375.000 cv-ketels/systemen (6,6 miljoen woningen hebben een cv-ketel) dus dan is het cruciaal om CO2-besparende apparaten beschikbaar te hebben.

Leidraad

Om de 355 wethouders nog iets meer behulpzaam te zijn – ze moeten in 2021 hun plannen voor omschakeling van wijk tot wijk naar gasloos op orde hebben – heeft de Verwarmingsindustrie een Leidraad Transitievisie Warmte opgesteld. Zes oplossingen, van makkelijk naar ingrijpend. Opties 1 en 2 zijn vrij simpel; in plaats van aardgas de cv-ketels laten draaien op groen gas of op waterstof. Waarbij de leidraad niet verder ingaat op de beperkte beschikbaarheid van groen- of biogas , of waterstof (grijs, blauw of groen). Dus de vraag blijft wie die schaarse brandstof mogen verstoken of hoe we die verdelen. Optie drie is de hybride warmtepomp; het apparaat dat pas van stroom op gas overgaat als de buitentemperatuur de nul graden nadert.

Vier is dan – je voelt ’m aankomen – de volledig elektrische warmtepomp, maar daarbij zijn de vereisten: hoge isolatie, ‘aangepaste afgiftesystemen’ (lees vloerverwarming) en een verzwaring van het elektriciteitsnet. Met opties 5 en 6 zitten we echt op wijkniveau: het hoge temperatuur warmtenet (minder aanpassingen in huis nodig maar wel een afleverset in plaats van een cv-ketel), en het lage temperatuur warmtenet. Bij die laatste is naast de afleverset ook een elektrische boiler nodig voor warm water, en is vloerverwarming onmisbaar.

Plus daarbij uiteraard een warmtenet in de wijk, waarbij de aanleg heel wat voeten in de aarde heeft. Nog afgezien van de brandende vraag op welke warmtebron dat net gevoed wordt, afvalwarmte uit de industrie, van een energie- of afvalverbrandingsinstallatie of uit een geothermische bron. Maar die zaken zijn minder het pakkie-an van de Verwarmingsindustrie.

Isoleren

In hal 5 -Prefab 2019 – was het iets minder druk maar hier draaide alles om de gouden regel nummer één in de trias energetica: isoleren. Alle energietransitie-strategieën beginnen bij warmteverlies omlaag brengen. De in het Klimaatakkoord gestelde doelen vereisen een veel meer industriële aanpak van gebouwisolatie. Door prefab de isolatiepanelen in de fabriek te maken, ook met behulp van robots, en die op de bouwlocaties te assembleren. Alleen zo kan het lukken in 2021 50.000 woningen/gebouwen aan te passen. En dat tempo op te voeren naar 200.000 per jaar rond 2030.

Onderwerp:
BouwCiviele Techniek

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief
Relevante berichten