Teake Zuidema
Het jaarlijkse Sourcebook van het Amerikaanse bouwvakblad ENR bevat weer interesante analyses en een karrenvracht aan gegevens over de economische situatie van de bouw- en ingenieursbranche, uitgesplitst naar regio’s (VS, Canada, Europa, Latijns-Amerika, Australië, Azië, het Midden-Oosten en Afrika) en specialiteit (zoals algemene bouw, transport, energie, milieu en telecommunicatie).
ENR rangschikt de tweehonderd grootste ingenieursbureaus aan de hand van hun inkomsten in 2011 buiten het land van vestiging. Het Amerikaanse Fluor staat in deze ranglijst op de eerste plaats met een inkomen van 3,5 miljard dollar; het Nederlandse Fugro staat daar direct achter met 3,4 miljard dollar omzet. Arcadis staat op de achtste plaats met een inkomen in 2011 van 2,3 miljard, en op plaats vijftig vinden we DHV met een inkomen buiten Nederland van 273 miljoen dollar.
Ondanks de economische malaise steeg het totale inkomen van de tweehonderd grootste ingenieursbureaus samen in 2011 met 13 procent tot 65,3 miljard dollar. Latijns-Amerika had de grootste groei: deze markt steeg met 38 procent naar 5,3 miljard dollar. In Azië en Australië hadden de ingenieursbureaus een inkomen van 16,8 miljard dollar, een groei van 26 procent. Zelfs de Europese markt groeide in 2011 met 14 procent tot 15,2 miljard dollar. De inkomsten van de tweehonderd grote bureaus in de VS daalden echter in 2011 met 5 procent.
