Erwin Boutsma
In de decembereditie van het Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde niet alleen aandacht voor de Nobelprijs voor een van de vakbroeders, maar ook voor die voor de chemie. Die ging – u kunt het moeilijk gemist hebben – naar de Groningse chemicus Ben Feringa; zijn werk speelt zich op zo’n kleine schaal af dat het nadrukkelijk raakt aan de fysica.
In vier pagina’s legt Sander Wezenberg, zelf werkzaam in Feringa’s onderzoeksgroep, uit waarom Feringa’s werk baanbrekend is. Wezenberg houdt zich niet in: woorden als ‘revolutionair’ en ‘doorbraak van wereldformaat’ zien we al in het intro.
Maar terecht, want Feringa’s werk kan nauwelijks onderschat worden. Wezenberg neemt de lezer soepel mee van de eerste gedachten over nanomotoren door Richard Feynman (een fysicus) naar de wereld van nanomachines. Of we ons wel willen realiseren dat die zich heel anders gedragen dan machines op de grote schaal die we intuïtief begrijpen: traagheid en en zwaartekracht spelen geen rol van betekenis in Feringa’s machines.
Een mooi artikel met meer diepgang dan wat je in de wetenschapsbijlagen van kranten hebt gelezen.
Meer goed nieuws voor de natuurkunde in Nederland: het aantal eerstejaars dat (technische) natuur- of sterrenkunde kiest was met 1.536 – bijna 200 meer dan vorig jaar – nog nooit zo hoog. Net als het aantal vrouwen, dat nu de 20 % nadert.
