Erwin Boutsma
‘Shared space’: het klinkt als iets voor wereldverbeteraars, maar blijkt een verkeersconcept waarbij alle weggebruikers door elkaar rijden, lopen, rollen, huppelen en kruipen.
De afgelopen week trok een planologische ontwikkeling op een dusdanige manier mijn aandacht dat ik in eerste instantie dacht dat het een grap was. Het betrof een onderwerp in het journaal over zogenaamde ‘shared spaces’. Dit is een verkeersconcept waarbij weggebruikers dezelfde ruimte delen: geen aparte rijbaan, stoep of fietspad meer, maar gezellig alle bussen, scooters, fietsers, rollators en honden door elkaar.
Het journaalonderwerp leek een sketch uit Jiskefet. ‘Dit is een van de drukste routes door de binnenstad van Leeuwarden’, zo begon het filmpje opgewekt. Vervolgens ziet de kijker inderdaad allerlei verschillende verkeersstromen door elkaar rijden: auto’s, fietsers, wandelaars, er komt zelfs een scootmobiel voorbij. De verslaggeefster demonstreert vervolgens op de fiets dat je de rotonde ook met de klok mee mag nemen. ‘En je ziet ook nauwelijks borden’, glundert Sjoerd Nota, de geïnterviewde shared spaces-deskundige. ‘Iedereen mag het een beetje zelf uitzoeken!’
De reacties van drie – wellicht niet willekeurig gekozen, maar toch – voorbijgangers is louter negatief: ‘Het is onrustig.’ ‘Het is niet voor iedereen duidelijk wie hier voorrang heeft.’ ‘Je merkt redelijk vaak irritatie.’ ‘Het is een beetje gevaarlijk af en toe, want auto’s willen niet stoppen.’ Ik begrijp ze wel, als iemand die vorig jaar door een fietser van de sokken is gereden in – naar ik me nu realiseer – zo’n shared space in het centrum van Den Haag.
De uitsmijter van het journaalonderwerp komt van Sjoerd Nota zelf: ‘Juist doordat men het gevoel krijgt dat het onveiliger wordt, zie je dat men zich voorzichtiger gaat gedragen.’ Is het alleen een gevóel dat het onveiliger wordt, of wordt het ook echt onveiliger? Wanneer houdt een goed idee op en wordt het een heel erg slecht idee? Ik zie volgend jaar al een tweede journaalonderwerp met Nota voor me: ‘Ja, mensen vóelen dat het onveiliger is geworden doordat we de verlichting op de weg hebben uitgedaan en de belijning hebben verwijderd, maar ze gedragen zich voorzichtiger!’
Nadere bestudering van het concept – er is zelfs een kenniscentrum Shared Spaces – leert dat er wel degelijk grondig onderzoek naar is gedaan en dat er op tientallen plekken pilots lopen, veelal met succes. Niks Jiskefet dus: het is allemaal zorgvuldig uitgedacht, ondersteund door data.
Toch blijft er enige twijfel. De bedenkers van het concept erkennen zelf ook dat met name de kwetsbare verkeersdeelnemers moeite hebben het overzicht te bewaren in een dergelijk chaotische situatie. En Ruwan Aluvihare, voorvechter van shared spaces in Amsterdam, gaf in een interview met het Parool in februari toe: ‘Shared space functioneert bij de gratie van de bijzonderheid. Voer je het in heel Amsterdam in, dan wennen mensen eraan, dan neemt de alertheid weer af.’
Ik ben bang dat dat breder geldt. Het concept is nu nog nieuw, maar als mensen eraan gewend zijn dat ze zich op een bepaalde plek niet meer aan verkeersregels hoeven te houden, dan vergeten ze op te letten. Ik ben straks heel benieuwd naar de data van langetermijnervaringen.