Armand van Wijck
De Delftse startup SeaState5 heeft een onderwater geluidsscherm ontwikkeld. Het scherm reduceert het geluid dat vrijkomt bij het heien van windmolenfunderingen op zee. Dat is belangrijk want installateurs zijn verplicht om zich te houden aan een geluidslimiet. Dit ter bescherming van dieren als dolfijnen en walvissen, die hun gehoor gebruiken om te navigeren.
‘De afgelopen twee jaar hebben we onderzoek gedaan naar een nieuwe technologie die in staat is het geluid significant beter te absorberen dan de huidige technieken’, vertelt technisch directeur Pim Wubben. ‘Dit doen we door gebruik te maken van metamaterialen, een geometrische samenstelling van meerdere materialen waardoor ze eigenschappen krijgen die je in de natuur nooit vindt. Dat geldt ook voor akoestiek.’
Het materiaal bestaat uit aaneengeschakelde elementen met de omvang van een hockeypuck. De elementen vangen geluidsgolven op binnen een flexibel te kiezen frequentiebereik van circa 100 tot 300 Hz. Ze absorberen 30 % en reflecteren de rest tegen de geheide monopaal. De geluidsgolven kaatsen daardoor vervolgens weer terug op het geluidsscherm, waardoor er nog meer absorptie plaatsvindt. Wubben: ‘Waar op dit moment vaak drie geluidsschermen nodig zijn om onder de geluidslimiet te blijven, is er met ons systeem maar een nodig.’ Het scherm van SeaState5 komt als een cirkel om de monopaal te staan. De aannemer kan bij aanvang van de werkzaamheden het scherm vastmaken aan het installatieschip. Terwijl het schip de paal laat zakken, zakt het scherm automatisch mee.
Het scherm kan zo hoog zijn als de volledige lengte van de monopaal en staat ongeveer 2 m van de paal af. Bij een veelvoorkomende diepte van bijvoorbeeld zo’n 40 m en een paaldiameter van 8 m, betekent dit dat er rond de 200.000 elementen in één scherm zitten. De dikte van het scherm is ongeveer 30 cm.
Op het moment is de techniek gevalideerd in simulaties en op lab schaal. SeaState5 is opzoek naar een investeerder om een pilot voor 2020 te kunnen financieren. Volgend jaar zal een test op grote schaal plaatsvinden en daarmee een eerste stap richting het vermarkten van het scherm. ‘We zullen de schermen verkopen of verhuren en onderhouden ze zelf’, aldus Wubben. ‘We verwachten dat ieder scherm twee projecten lang meekan voordat er onderhoud nodig is. Grote delen zullen herbruikbaar zijn. Er is alleen een refurbish-machine nodig.’