Mark van der Heijden
Het werk van Marcel Alberts draait al jaren om technische vezels. Al bij DSM Dyneema, EuroFibers en FibrXL was hij verantwoordelijk voor de verkoop van High Performance Fibers. Mede door deze jarenlange ervaring en kennis van technisch textiel heeft hij een miljoeneninvestering opgehaald voor zijn nieuwe circulaire bedrijf Healix.
De pandemie was voor Alberts een goed moment om eens even afstand te nemen van het werk. Ambitieuze plannen die hij als directeur bij FibrXL had, kwamen niet goed van de grond en de coronacrisis was in zijn algemeenheid geen fijne tijd. Het leidde tot nieuwe ideeën en gesprekken, die hem uiteindelijk op het pad van Healix zetten. ‘Duidelijk voor mij werd dat er iets moet gebeuren. We moeten de transitie maken van een lineaire naar een circulaire economie.’
‘Vanuit FibrXL organiseerden we een hackathon met klanten, leveranciers en andere partners over hoe we in de textiele sector naar een circulaire economie kunnen gaan. Het vond plaats tussen de twee lockdowns en was ongeveer het enige evenement dat doorging, dus iedereen was enthousiast. Dat werd Project Healix, dat de discussie startte over een circulaire economie in de technische textiel- en garenbusiness.’
De reacties waren zo positief dat het interne project al snel het bedrijf Healix werd. Binnen enkele weken had Alberts al een medewerker, oud-collega Stefan Beckers. De Amsterdamse investeerder Active Capital stapte in, FibrXL deed mee en het Israëlische bedrijf Tama, maker van vezels om onder andere om hooi te bundelen, meldde zich als eerste klant.
Healix gaat kunststofvezels in drie stappen verwerken tot granulaat. Allereerst worden de vezels verkleind. Daarna worden de kleine deeltje gewassen en gedroogd, om te zorgen dat ze goed schoon zijn. In de derde stap worden de deeltje gesmolten, gefilterd en verwerkt tot granulaat.
‘De kwaliteit van het gerecycled granulaat is vrijwel identiek als van nieuw granulaat, maar daar moeten we wel wat voor doen. Als er een zandkorreltje in komt, kan dat bijvoorbeeld al tot garenbreuk leiden. Daarin zit hem de crux: op dusdanige wijze wassen en extruderen dat we een hoge mate van zuiverheid krijgen.’
‘Op zich is het een proven technology, alleen de combinatie in deze volgorde is vrij uniek’, vervolgt Alberts. ‘De meeste recyclingbedrijven hebben een hekel aan vezels, omdat die het proces verstoren – ze wikkelen zich om de shredder heen. Ik weet wel hoe daarvan kleine vezels te maken.’
Die machines daarvoor was nog wel een uitdaging. ‘In januari van dit jaar hebben we onze machines al besteld. De levertijd was negen maanden, precies genoeg tijd om de financiering rond te krijgen. Maar onder druk wordt alles vloeibaar.’ Wat heet, in de week dat Alberts de machines ontving, kon hij ook ABN AMRO Asset Based Finance als mede financier presenteren. De totale investering in de fabriek in Maastricht bedraagt meer dan 10 miljoen Euro.
In het eerste kwartaal van 2022 verwacht Alberts de fabriek in Maastricht draaiend te hebben, met een capaciteit van 6.000 ton polypropylene (PP) en high density polyethylene (HDPE). De eerste productiemedewekers zijn aangenomen en via zijn klant Tama kwam Alberts in contact met Adivalor, een Frans bedrijf dat afgedankte touwen en netten van het land inzamelt en hem van oude vezels zal voorzien. ‘Zij zamelen met name in Frankrijk gigantische hoeveelheden in. Dat gaat ons enorm helpen.’