Gerald Schut
De ammoniak-uitstoot is in Nederland sinds 1990 met 60 % afgenomen, evenals die van NOx. Waarom zit Nederland dan nu plotseling tegen zijn stikstofplafond? ‘Dat komt doordat de kritische depositiewaarde (KDW) voor stikstof – de optelsom van ammoniak en NOx – in twee derde van de natuurgebieden nog steeds met een factor anderhalf tot 2 wordt overschreden,’ zegt stikstofdeskundige Jan Willem Erisman. Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) uit 2015 was op papier een uitstekende deal voor de natuur: voor iedere 2 eenheden stikstofreductie, mag er 1 eenheid bijkomen. Het probleem is, dat daarvoor lange termijn-beleid ontbrak, zegt Erisman. ‘Omdat de stikstofdepositie onvoldoende daalt, besloot de Raad van State het PAS af te wijzen. Je mag niet extra uitstoten als je geen garanties kan bieden dat de natuurkwaliteit behouden blijft.’
De stikstofkringloop in Nederland is nog steeds zo lek als een mandje: er gaat ieder jaar zelfs meer stikstof verloren naar de bodem en de lucht (319 miljoen kg) dan er in de volledige landbouwproductie wordt vastgelegd (301 kg). ‘Dat kan alleen worden opgelost als de kraan van krachtvoer en kunstmest wordt dichtgedraaid,’ aldus Erisman.
Het gevolg van die stroom meststoffen is niet alleen in natuurgebieden te zien, maar ook in parken en wegbermen, waar een monocultuur van brandnetels en bramen de norm worden, met alle gevolgen voor insecten en vogels van dien. 14 % van het Nederlandse oppervlak is aangemerkt als natuurgebied. Voor de overige 86 % geldt een dergelijke bescherming niet. ‘Het landelijk gebied is zo dood als een pier,’ zeggen ecologen. Letterlijk en figuurlijk vogelvrij.
De gevolgen van meststoffen voor ecosystemen zijn cumulatief. De stikstof hoopt op in de bovenlaag en zelfs bij een uitstoot van nul zou het decennia duren om de voor biodiversiteit belangrijke verschraling op natuurlijke wijze via denitrificatie en uitspoeling te laten verlopen. Kunstmatig herstel van natuurgebieden is daarom onvermijdelijk, stelt de commissie Remkes. Daarvoor zijn niet veel smaken: afgraven. Maar zoiets kan je maar één of twee keer doen, volgens Erisman. Want je graaft niet alleen de stikstof af maar ook de zaadbank. Bovendien is dat afgraven slecht voor het klimaat.
Het is een catch 22, die in andere gebieden met een hoge stikstof-uitstoot, zoals Bretagne en Denemarken, minder speelt qua depositie. Daar liggen de natuurgebieden verder van de stikstofbronnen en Frankrijk heeft bijvoorbeeld geen nationaal stikstofbeleid voor natuur. Daar gelden alleen de Europese emissienormen (NEC). ‘Is er nog een belangrijke vraag die ik niet gesteld heb,’ vraag ik Erisman. ‘Ja, antwoordt hij. Wat gaat dit kosten?’ Miljarden denkt hij.
Zoals de commissie Remkes stelt: er zijn bijna geen quick fixes, terwijl we die klimaatneutrale nieuwbouwwijken en windparken snel weer op de rails willen hebben. Erisman vreest dat een puur cijfermatige aanpak kan leiden tot juist meer megastallen en uitkopen juist de ambachtelijke, landschapsvriendelijke boeren zal trekken, die niet mee willen in de rat race van intensivering. Zelden was de tegenstelling tussen economie en ecologie tastbaarder dan nu.