Rijkert Knoppers
Hoe kan je als automobilist ’s nachts op een onverlichte weg tijdig zien dat er een hert vlak voor je oversteekt? Hoe krijg je bij slechte weersomstandigheden de fietser zonder licht op tijd in de gaten?
‘Met een infraroodcamera’, is het voor de hand liggende antwoord. Maar het probleem is dat objecten met een temperatuur van omstreeks 37 graden Celsius een golflengte van ongeveer tien micrometer hebben; infraroodcamera’s die straling van deze golflengte kunnen detecteren, werken echter alleen bij een temperatuur van min 193 graden Celsius. Onderzoekers van het Duitse Fraunhofer Institute for Microelectronic Circuits and Systems in Duisburg hebben nu een sensor ontwikkeld die bij kamertemperatuur werkt. De sensor is opgebouwd uit verschillende microbolometers, die licht van een warmtebron kunnen absorberen. Hierdoor verandert de elektrische weerstand. Een speciaal ontworpen converter kan de wisselende waarden van de weerstand vertalen in digitale signalen, waarmee beelden zijn te maken.
Â
De sensor is niet alleen voor verkeersdoeleinden geschikt, ook voor bijvoorbeeld het lokaliseren van mensen in een met rook gevulde gebouw komt het instrument van pas.
