Peter Baeten
De vijftig grootste Nederlandse ingenieursbureaus zijn in 2010 gemiddeld een heel klein beetje gegroeid, net als in 2009.
Toch is de echte weg terug omhoog nog lang niet gevonden, denkt directeur Paul Oortwijn van NLingenieurs. Voor dit jaar én voor 2012 verwacht hij dat de gemiddelde omzet en de behaalde marge zullen dalen.
Â
De omzet van de vijftig grootste ingenieursbureaus van Nederland is in 2010 gemiddeld met 1,8 procent gestegen. Dat is de voornaamste conclusie uit de Top 50 Ingenieursbureaus die Technisch Weekblad dit jaar voor de twintigste keer publiceert. Die 1,8 procent groei valt een klein beetje hoger uit dan in 2009; toen groeide de branche met 1,1 procent. De helft van de bureaus zag de omzet dalen, waarbij de top 4 duidelijk een afwijkend beeld vertoont, met allemaal groeicijfers van boven de tien procent.
Â
Schril contrast
De cijfers steken wederom schril af tegen topjaren als 2007 en 2008, toen er zestien en veertien procent groei was. Maar dat was nauwelijks een verrassing. Paul Oortwijn van brancheorganisatie NLingenieurs was er vorig jaar al bang voor: 2010 zou voor de Nederlandse ingenieursbureaus wel eens moeilijker kunnen worden dan 2009. Uiteindelijk is ‘de schade’ in beide jaren ongeveer gelijk gebleven, met toch nog een hele kleine gemiddelde omzetstijging.
Â
Oortwijn: ‘2010 was een jaar met twee gezichten. Als je onze sector vergelijkt met bijvoorbeeld de architectenbureaus, dan doen we het nog niet eens zo slecht. Aan de andere kant blijkt uit onze eigen onderzoeken in de branche, dat het ieder kwartaal in 2010 slechter ging, zowel met de werkvoorraad als met de behaalde marge.’
Â
‘Ik moet er dan wel bij zeggen dat de situatie per segment heel verschillend is. De grotere bureaus zijn meer internationaal georiënteerd dus die kunnen de huidige slechte situatie in Nederland gedeeltelijk opvangen. De wat kleinere bureaus, die vaak lokaal of nationaal werken, hebben het in het algemeen erg lastig. Je ziet dus wel een soort tweedeling ontstaan.’
Â
Rode cijfers zijn nog steeds zeldzaam in de Top 50. Slechts vijf bedrijven rapporteerden vorig jaar geen winst. Daarbij dient wel aangetekend dat zes bedrijven geen cijfers verstrekten over hun bedrijfsresultaat. Vorig jaar meldden slechts twee bureaus een negatief resultaat. Ook met de behaalde marges (het bedrijfsresultaat gedeeld door de omzet) gaat het niet goed. De vijftig grootste ingenieursbureaus haalden in 2010 gemiddeld nog maar een schamele 6,0 procent. In 2009 was dat nog 7,3 procent.
Â
‘Wij vinden in het algemeen dat tien procent een gezonde marge is voor deze branche’, stelt Oortwijn. ‘Maar gezien de moeilijke omstandigheden valt me de daling van 7,3 naar 6,0 procent eerlijk gezegd nog mee. In onze eigen onderzoeken onder onze leden kijken we breder dan alleen de grootste vijftig bureaus en dan blijkt dat al een kwart van de bedrijven in de rode cijfers terecht is gekomen.’
Â
‘Die relatief beperkte daling van de marge is mede te danken aan maatregelen van de bedrijven zelf. Die hebben gesneden in de flexibele schil van werknemers, hebben activiteiten teruggeschroefd die niet direct bijdroegen aan omzet en resultaat en zijn in het algemeen scherper aan de wind gaan varen.’
Â
‘Al met al is 2010 me nog meegevallen’, concludeert Oortwijn. ‘Maar als ik naar de verdere vooruitzichten kijk, dan word ik niet bepaald vrolijk. Ik verwacht nog zeker twee moeilijke jaren. In 2011 en 2012 zullen de gemiddelde omzet en de gemiddelde marge dalen.’
Â
Bezuinigingen
‘De bezuinigingen van de nationale en lokale overheid beginnen nu immers echt aan te tikken. Dat vertaalt zich direct in minder opdrachten voor ingenieursbureaus. Provincies, gemeenten en waterschappen moeten bovendien soms reorganiseren en dat geeft een hoop onrust.’
Â
Wat raadt Oortwijn de branche aan om het hoofd boven water te houden? ‘Ze zouden in ieder geval niet onder de kostprijs moeten gaan werken om toch maar aan het werk te blijven en ze moeten oog blijven houden voor kwaliteit. Daarbij ontkomen ze er bijna niet meer aan om het personeelsbestand te saneren. Dat zijn lastige keuzes.’ Dat het personeelsbestand inderdaad onder druk staat, blijkt ook uit de Top 50 enquête. Bij bijna de helft van de bedrijven daalde het aantal werknemers ten opzichte van 2009.
Â
Oortwijn: ‘Dit is wellicht een wat somber verhaal geworden. Maar ik zie gelukkig ook lichtpunten. Een deel van de bureaus heeft inmiddels goed door dat ze onderscheidend moeten zijn in hun activiteiten en dat ze bovendien moeten investeren in innovatieve diensten en werkwijzen.
Â
Ook aan de kant van de opdrachtgevers zie ik positieve ontwikkelingen. Een aantal kiest nu duidelijk voor kwaliteit in plaats van blind voor de goedkoopste aanbieder te gaan. Al zitten er ook tussen die bijna schaamteloos gebruik maken van de huidige toestand.’
Â
Toch ook nog even deze relativering. In Nederland zitten we voorlopig inderdaad in een behoorlijk slechte situatie maar in andere delen van Europa en zeker daar buiten, liggen de zaken helemaal anders. De branche zal daar de komende jaren zeker van kunnen profiteren.
Â
En vanuit een groter historisch perspectief bekeken, leven we volgens mij nog altijd in een Gouden Eeuw voor ingenieursbureaus. De maatschappelijke vraagstukken op het gebied van energie, klimaat, ICT, veiligheid en mobiliteit schreeuwen om oplossingen. En die komen van ingenieurs. Ik ben dan ook ontzettend positief over de toekomst van onze branche op de wat langere termijn.’
Terug naar de harde cijfers van de Top 50. Voor het zevende achtereenvolgende jaar voert Fugro de lijst aan. Na een daling van vijf procent is de omzet van het bedrijf dit jaar weer flink gestegen, met elf procent, tot 2,28 miljard euro. Verder zijn er in de top tien weinig veranderingen. Alleen Oranjewoud wisselt van plaats met DHV en bezet nu de vierde plek.
Â
BK Groep
De snelste stijger in de Top 50 is dit jaar LBP Sight uit Nieuwegein. Het bureau is terug te vinden op plaats 41. LBP Sight is het resultaat van een fusie tussen Lichtveld Buis & Partners en Sight Advies. Lichtveld Buis & Partners stond vorig jaar op nummer vijftig in de lijst.
Â
Ook BK Groep doet goede zaken. Dit bureau uit Velserbroek stijgt op eigen kracht acht plaatsen, van 46 naar 38. BK is volgens eigen zeggen een allround ingenieurs- en adviesbureau met vestigingen in Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Friesland en op Curaçao.
Â
Tot slot enige opmerkingen bij de cijfers uit de tabel. De getallen voor het totale aantal werknemers (dus het vaste personeel plus het ingehuurde personeel) zijn niet altijd eenduidig. Dit komt doordat het aantal ingehuurde werknemers niet bij ieder bedrijf bekend is. Dit kan invloed hebben op de berekende cijfers voor de omzet per werknemer. Het heeft echter geen effect op de kolom ‘loon per werknemer’ want die heeft alleen betrekking op het personeel dat in vaste dienst is. Â
Â
Klik hier voor de Top 50 Ingenieursbureaus 2011.