Joop Wenstedt
Het inzetten van de MQ-9 Reaper, een groot unmanned aerial vehicle (uav) van General Atomics, is duurder dan verwacht, blijkt uit cijfers van de Amerikaanse douane, die het toestel gebruikt voor bewaking van de Amerikaanse zuidgrens met Mexico. Dit roept vragen op over de kosten van inzet van de Nederlandse Reapers (waarover de definitieve beslissing eind 2015 valt), die per eind 2017 operationeel kunnen zijn.
Uit cijfers die werden vrijgegeven door de US Customs and Border Protection (een civiele overheidsinstelling voor douane en grensbewaking) blijkt dat één vlieguur een kleine € 10.000 kost, vergelijkbaar met de vliegkosten per uur van een F-16. De vraag dringt zich daarom op of het financieel wel aantrekkelijk is om de uav aan te schaffen; de vermeend lagere kosten vormen nu nog een belangrijk argument om dat te doen.
Defensie laat desgevraagd weten dat het nog in een studie- en verwervingsvoorbereidingsfase is en geen inzicht heeft in operationele cijfers. De Amerikaanse cijfers zijn echter niet hoopgevend: naast de onverwacht hoge kosten is de jaarlijkse beschikbaarheid van de uav’s slechts
22 %, te wijten aan slechte weersomstandigheden, operationele beperkingen door wet- en regelgeving, en budgetrestricties.
Vertaald naar de Nederlandse situatie ziet dat er niet hoopgevend uit. De weersomstandigheden in Europa zijn beroerder dan bij de Amerikaanse grens met Mexico. Met zo’n 70 % per jaar bewolking boven Nederland is het realistisch dat de inzetbaarheid laag uitvalt. Daarnaast is de Nederlandse wetgeving vooralsnog niet glashelder en slechts deels van toepassing op militair gebruik. Om over financiële beperkingen nog maar niet te spreken, zeker met een al beperkt budget voor de aanschaf van € 250 miljoen.
