Nieuws
0

'IP is basis-infrastructuur van kenniseconomie'

Jan Spoelstra

Strategische plannen op het gebied van duurzaamheid en circulaire economie zijn dit jaar abrupt doorkruist door de realiteit van het coronavirus. Met zicht op werkende vaccins en een economie die mogelijk een V-vormig herstel gaat vertonen, blikken we met Octrooicentrum Nederland (onderdeel van RVO) vooruit op trends en ontwikkelingen voor volgend jaar.

‘Wij werken hier aan de basis-infrastructuur van de Nederlandse kenniseconomie,’ zo begint Derk-Jan de Groot, directeur van Octrooicentrum Nederland, wanneer we hem vragen naar het nut van patenten voor het Nederlandse bedrijfsleven. ‘En ook deze infrastructuur moeten we onderhouden, daarom hebben we recent gekeken hoe we de Rijksoctrooiwet aan kunnen passen aan de behoeften van deze tijd’. Octrooicentrum Nederland is onderdeel van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en richt zich met zijn dienstverlening op typisch nationale klanten, met name (innovatieve) mkb-bedrijven, startups, universiteiten en private uitvinders.

Wat zijn dan die trends en behoeften? Daartoe spraken we met Barto Piersma, directeur nationale programma’s bij RVO. Optimisten laten weten dat in crisistijd innovatie het snelst gaat. Piersma ziet voor de langere termijn volop kansen voor het Nederlandse technische bedrijfsleven. ‘Maar kan ik mijn levenswerk voortzetten? Dat is de vraag die veel kleine en middelgrote ondernemers zich nu als eerste afvragen. Er zijn volop ontwikkelingen richting een duurzame en circulaire toekomst, maar er zijn momenteel minder liquide middelen om innovaties door te voeren om die lange-termijn-doelen te halen.’

Maar Piersma ziet ook een andere kant. ‘Matrassen fabrikanten maken mondkapjes, producenten van schoonmaakmiddelen maken desinfecterende vloeistof en elektronicabedrijven hebben met 3D-printen beademingsapparatuur ontwikkeld. Ook zien we dat veel bedrijven het ook goed blijven doen. Pakketbezorgers, de bouw, supermarkten, webshops en bouwmarkten.’ Het is de reden dat de economie dit jaar uiteindelijk met slechts 4% krimpt, ondanks de zware tijden voor evenementen, media, horeca, cultuur en pretparken.

We hebben in het klimaatakkoord afgesproken dat we in 2030 bijna 50% minder CO2 willen uitstoten dan in 1990 en in 2050 moet Nederland zonder CO2-uitstoot draaien. Innovaties die stapsgewijs daarnaartoe bewegen, lijken nu even naar de achtergrond te verdwijnen. Piersma: ‘Het duurt nu langer voordat een bedrijf een nieuwe innovatie in de markt zet. Startups hebben moeite met financiering’.

Alle reden voor RVO dus om de Willie Wortels te helpen hun ideeën naar de markt te brengen. Hoe doen jullie dat?

BP: ‘Denk aan het vroege speurwerk naar de nieuwheid van innovaties en mogelijke samenwerkingspartners. Daarnaast hebben we demonstratieregelingen om een prototype te maken. Ook doet RVO aan risicovolle vroege-fase-financiering voor innovatieve vondsten die de nodige ontwikkeltijd vergen.’

Wat doen jullie voor grotere bedrijven?

BP: ‘Wij begeleiden groepen van bedrijven in processen richting duurzaamheid en circulariteit. Met die kennis en inzichten die we opdoen adviseren wij het ministerie van Economische Zaken & Klimaat (EZK) over het te voeren beleid. Zo richten we ons op vijf industrieclusters: Amsterdam, Rotterdam, Groningen, Zeeland en Industriepark Chemelot.’

Jullie richten je dus veel op gebieden nabij zeehavens. Kan Nederland mondiaal daar een verschil maken?

BP: ‘Offshore wind via de productie van groene waterstof koppelen aan de industrie is een belangrijke stip op de horizon. Daarnaast zien we ook kansen voor de industrie die zijn CO2-uitstoot sterk kan reduceren door CO2-opslag in lege gasvelden. Dat zijn thema’s waar we ons als land echt in kunnen specialiseren als het gaat om energietransitie.’

En een circulaire economie?

BP: ‘Dat concept zijn bedrijven helemaal aan het ontwikkelen. Aan de ene kant het terughalen van je producten; Tata Steel wil zijn staal in auto’s uiteindelijk terug en Akzo-Nobel wil zijn aangebrachte coatings en verf uiteindelijk terughalen uit producten. Het zijn grondstoffen. Andersom ligt daar ook aan de voorkant een belangrijke uitdaging. Producten moeten zó gemaakt zijn dat materialen makkelijk terug te winnen zijn. Daar zie je vooral in de bouw grote ontwikkelingen. Als je een huis over een eeuw wilt recyclen, gaat dat beter als je er bij het ontwerpen al rekening mee houdt.’

Volgens Piersma is het bij innovaties in deze tijd van belang om sectoren aan elkaar te verbinden, met name als innovaties een ICT-component hebben. ‘Denk bijvoorbeeld aan smart grids en het inzetten van batterijen in auto’s om het net te stabiliseren. Of een bedrijf dat technologie ontwikkelt die het geslacht van kuikens in eieren bepaalt en samen moet werken met machinebouwers. De zonneauto van LightYear is ook een voorbeeld waarbij bestaande technologie uit verschillende sectoren via software geïntegreerd wordt tot een werkende auto.’

Daar passen de activiteiten van Octrooicentrum Nederland naadloos in. ‘Het octrooirecht geeft aan de ene kant jouw bedrijf het alleenrecht op het geld verdienen met een technische vondst, maar aan andere kant krijgt de maatschappij daar informatie voor terug,’ aldus Derk-Jan de Groot, directeur Octrooicentrum Nederland. Ook met de ontwikkeling van vaccins en geneesmiddelen is wereldwijd geput uit kennis in octrooidatabases. ‘Grote farmaceutische bedrijven, multinationals in het algemeen, kloppen echter vaak niet bij ons aan. Hun patenten lopen via het Europees Octrooibureau en belanden langs die route in het Nederlandse octrooistelsel.  Wij zijn er echt voor startups en mkb-bedrijven in Nederland, met een systeem in de Nederlandse taal, relatief goedkoop en laagdrempelig.’

Waarom moet je bij een uitvinding eerst bij Octrooicentrum Nederland  aankloppen?

DG: ‘Na indiening bij Octrooicentrum Nederland start een prioriteitsjaar. In dat jaar mag jij jouw vondst verder ontwikkelen, in de markt zetten en een sluitende business case ontwikkelen. Intussen kun je ook beter bekijken op welke markten je actief wilt worden: is een Nederlands octrooi voldoende of wil je de Europese markt op?  In dat geval kun je naar het Europese Octrooibureau voor het verkrijgen van een Europees octrooi. Als je markten buiten Europa wilt betreden,  dan kun je ook via een mondiale route (bij de World Intellectual Property Organization in Genève)  zorgen dat je  met jouw technische vondst ook daar aan de bak kunt komen. Maar: heb je je oog toch vooral op de Nederlandse markt gericht, dan is een Nederlands octrooi natuurlijk voldoende. Bedenk ook dat dat octrooi laagdrempeliger te verkrijgen is: het is goedkoper, de procedures zijn minder ingewikkeld en je kunt werken in je eigen landstaal.’

De Rijksoctrooiwet gaat veranderen. Wat zijn voor nu verbeterpunten?

DG: ‘Samen met EZK onderzoeken we of de Nederlandse gebruiker in staat moet zijn om een steviger octrooirecht te verkrijgen en daartoe een toetsing-op-verzoek in te voeren. Er wordt ook gedacht aan een oppositieprocedure bij Octrooicentrum Nederland. Met deze opties wordt voorkomen dat kleinere bedrijven al te gauw worden betrokken in juridische geschillen voor de rechter, die bovendien veel geld kosten. Ook wordt bezien of het mogelijk is een octrooiaanvrager in staat te stellen via Octrooicentrum Nederland meer duidelijkheid te geven over de betekenis en de mogelijke waarde van de uitvinding, zonder dat meteen aan alle formele vereisten (die geld kosten) hoeft te worden voldaan. Voor minder kapitaalkrachtige mkb’s of startups is het goed om dit in een vroeg stadium te weten in verband met financiering.’

Nederland kent geen via examiners getoetste octrooien. Is dat een gemis?

DG: ‘Nu kunnen bedrijven voor €80 een octrooi laten registreren, en na 9 maanden volgt de uitslag van een nieuwheidsonderzoek en een schriftelijke opinie. Zoals gezegd wordt er aan gedacht om een octrooiaanvraag ook te toetsen als de aanvrager erom vraagt. Zo krijgt die aanvrager meer rechtszekerheid.’ Vers van de pers is de brief van Minister Wiebes hierover aan de Tweede Kamer.’

En hoe zit het met octrooien van derden die een bedrijf in de weg zitten?

DG: ‘De toetsing-op-verzoek en de oppositieprocedure zijn mogelijke opties voor aanpassing van de Rijksoctrooiwet. Hiermee wordt voorkomen dat octrooien van anderen jou in de weg zitten bij jouw innovatie. En het voorkomt ook dat wanneer een bedrijf een octrooi van een derde bedrijf nietig wil laten verklaren, hij de gang naar de rechter moet maken, met alle kosten van dien. Je hebt een octrooigemachtigde en/of advocaat nodig. Dat is voor een mkb-bedrijf allemaal heel kostbaar en tijdrovend. Daar wil zo’n bedrijf sowieso niet mee bezig zijn.’


Derk-Jan de Groot,                                                           Barto Piersma,
directeur van Octrooicentrum Nederland                     directeur nationale programma’s bij RVO 

Meer relevante berichten

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.

Nieuwsbrief

Relevante berichten
×