Armand van Wijck
In Nederland zijn er zes stormvloedkeringen in beheer van Rijkswaterstaat. Ze zijn van levensbelang in onze continue strijd tegen het hoge water. De unieke kennis over deze iconische werken ligt voor een groot deel bij de mensen die betrokken waren bij de bouw en het beheer ervan in de afgelopen decennia. Om deze kennis te behouden en door te ontwikkelen, investeert Rijkswaterstaat in een jonge generatie specialisten die de keringen gaan onderhouden.
Wie bij de stormvloedkeringen gaat werken, krijgt hiervoor een specialistische opleiding. Jonge technici kunnen op een vaste functie instromen of maken hiermee kennis in de vorm van traineeships. Deze betaalde leerwerkplekken geven recent afgestudeerden de kans om in anderhalf jaar tijd met drie verschillende projecten mee te lopen. Zo krijgen ze een goed beeld van Rijkswaterstaat en doen ze de nodige ervaring op.
Beer de Visser (24) is een van deze trainees en momenteel betrokken bij I-Storm. Dit internationale netwerk is in 2005 mede door Rijkswaterstaat opgezet om de kennis over stormvloedkeringen actueel te houden en te delen. Het bracht De Visser onder andere in Engeland bij de Thames Barrier. ‘Het netwerk is belangrijk, want de keringen zijn gigantisch en uniek. En wanneer we ze in moeten zetten moeten alle onderdelen goed functioneren. Anders kan dat grote gevolgen hebben. Daar is hele specifieke kennis voor nodig en die is schaars’, aldus De Visser. ‘Die kennis zit vaak internationaal verspreid over verschillende keringen en wil je zo veel mogelijk bij elkaar brengen. Dan hoef je het wiel niet twee keer uit te vinden. De vakinhoudelijke experts hebben dagelijks hun handen al vol aan hun eigen kering. Het is daarom heel positief wanneer ze zich nog weten in te zetten voor zo’n netwerk en ervaringen uitwisselen.’
Stormvloedkeringen bestaan voor een deel uit reguliere onderdelen zoals een elektromotor of staalconstructies. Maar iedere kering heeft iets unieks. Zo ligt de grootste balgstuw ter wereld bij Ramspol in Flevoland. Een balgstuw bestaat uit een soort rubberen doek, die bij een calamiteit als de binnenband van een fiets opblaast. De binnen- en buitendruk maken het vervolgens waterkerend. ‘Zo’n doek als bij Ramspol vind je vrijwel nergens anders’, licht Visser toe. ‘Je moet het dus goed monitoren en onderhouden. Hiervoor vinden inspecties plaats in donkere, vochtige ruimtes en onder druk. Daarom zijn we nu aan het onderzoeken of we met drones het doek van binnen kunnen inspecteren. Ondanks dat de kering al gebouwd is, zijn dit het soort innovaties waarmee we het onderhoudsproces nog kunnen verbeteren.’
De toepassing van drones voor waterkeringinspecties kan volgens Visser een groot verschil gaan maken. ‘Alle keringen en onderdelen ervan moeten we periodiek inspecteren. Vooralsnog gebeurt dit bijvoorbeeld onder water met duikers onder zware werkomstandigheden. Of boven water waar inspecteurs vaak met steigers of hoogwerkers te werk gaan om foto’s te maken. Dit brengt naast veiligheidsrisico’s ook hoge kosten met zich mee, omdat hiervoor soms het weg- en vaarverkeer gestremd moet worden. Drones kunnen dus leiden tot aanzienlijke kostenreducties en risicoverlaging.’
Unieke situaties leiden ook tot specifieke, nieuwe kennis over keringen. Denk aan grote onderdelen die voor het eerst aan vervanging toe zijn. Maar ook veranderende milieueisen hebben gevolgen voor het beheer en onderhoud. Zo kregen de cilinderstangen van de Oosterscheldekering een nieuwe conserveringsolie die minder vervuilend lijkt te zijn voor de omgeving. Visser: ‘Er is dan nieuwe kennis nodig om te weten of de conserveringskwaliteit van deze nieuwe olie minstens net zo goed is als die van de oude. Al dit soort nieuwe kennis zullen we uitwisselen binnen I-Storm.’
Visser ging voor I-Storm bij verschillende stormvloedkeringen langs. Hij haalde niet alleen kennis op maar verzamelde ook vraagstukken van technici. Dit waren veelal zaken waarvoor beheerders zelf nog geen oplossing hadden gevonden, omdat ze tijdens hun dagelijkse werkzaamheden hiervoor tijd tekort kwamen. ‘Ik zocht de juiste mensen bij elkaar die met hun specifieke kennis deze vraagstukken wel konden oplossen. Verder verzamelde ik achtergrondinformatie en deed ik literatuurstudies. Ik maakte een vertaalslag van informatie van experts voor managers en andersom. Zo was ik in staat om iets bij te dragen aan de kennismanagement over stormvloedkeringen.’
Duurzaamheid is een groot onderwerp dat ook bij stormvloedkeringen een belangrijke rol speelt. Er zijn hier verschillende vraagstukken uit naar voren gekomen. Als voorbeeld noemt Visser de valbeveiliging. ‘Dit is een metalen hekwerk dat we op een gegeven moment moeten vervangen. We hebben dan de keus om dat met regulier staal te doen, dat we om de zoveel jaar opnieuw moeten schilderen. Of we kiezen voor een nieuwe optie met kunststof polymeren dat onderhoudsarm is. Alleen hebben onderaannemers momenteel contracten waarmee ze niet altijd geprikkeld worden om te innoveren. Ze moeten voldoen aan eisen die jaren geleden zijn opgesteld en dat is voldoende. Dat werkte altijd uitstekend, maar nieuwe tijden vragen nu om een nieuwe aanpak. De wil is er wel bij de aannemers, maar het contract maakt het soms uitdagend om te innoveren. Hoe kunnen we dat zo slim mogelijk oplossen?’
Een andere problematiek is zoutindringing. Zout van het zeewater of wat met de wind mee komt, dringt de betonstructuur van een kering binnen en kan vervolgens de wapening aantasten. Hoewel de keringen zeer degelijk zijn ontworpen, vaak zelfs overgedimensioneerd, kan dit proces zich alsnog langzaam voordoen in de gehele betonstructuur. Visser: ‘Vooralsnog is er alleen een structuur-doordringende manier voorhanden om de zoutindringing te monitoren, namelijk met behulp van kernboringen. Innovatieve meettechnieken, onder andere gebaseerd op de elektrische weerstand van de constructie, maken dit mogelijk overbodig.’
Visser kijkt inmiddels met een trotse blik terug op I-Storm en ziet ook uit naar zijn laatste project van het traineeship. ‘Wat me vooral zal bijblijven is dat de mensen die er werken echt hart hebben voor hun eigen stormvloedkering. Het traineeship is een uitgelezen kans om aan bijzondere projecten te werken en een-op-een te leren van een ervaren specialist. Veel afgestudeerden hebben nog niet echt een beeld van de werkzaamheden bij een bepaalde functie. Dit is de perfecte gelegenheid om te ontdekken wat bij je past, mede omdat je heel vrij bent in het kiezen van de projecten.’
Voor meer informatie over werken bij Rijkswaterstaat en vacatures kijk op werkenbij.rws.nl.