Om kinderen en jongeren beter voor te bereiden op een digitale toekomst, investeert het kabinet 129 miljoen euro in het versterken van technologieonderwijs. Met de nieuwe subsidieregeling Techkwadraat, gefinancierd uit het Nationaal Groeifonds, worden regionale samenwerkingen tussen scholen, bedrijven en buitenschoolse organisaties gestimuleerd. Het doel: een breed en kwalitatief technologieonderwijs dat leerlingen voorbereidt op de technologische uitdagingen en kansen van morgen.
Technologische vaardigheden zijn onmisbaar in een wereld waarin digitalisering en innovaties als kunstmatige intelligentie een steeds grotere rol spelen. Staatssecretaris Mariëlle Paul benadrukt het belang van technologieonderwijs: “Door technologie te ontdekken, leren kinderen niet alleen over digitale hulpmiddelen, maar ontwikkelen ze ook essentiële vaardigheden zoals lezen, schrijven en digitale geletterdheid.”
Minister Dirk Beljaarts voegt daaraan toe: “De technologie van de toekomst bepaalt voor een groot deel onze economie en samenleving. Daarom is het cruciaal dat we kinderen op jonge leeftijd laten kennismaken met technologie, zodat ze een actieve rol kunnen spelen in de hoogtechnologische economie van de toekomst.”
Wat houdt Techkwadraat in?
De ambitie van Techkwadraat is dat technologieonderwijs voor alle kinderen en jongeren toegankelijk wordt, ongeacht achtergrond, gender of sociaaleconomische status. Hiervoor worden regionale ‘leerecosystemen’ opgezet waarin onderwijs, bedrijven en organisaties zoals musea en techlabs samenwerken. Deze ecosystemen bieden praktische ervaringen zoals workshops, technologiecursussen voor docenten, en lespakketten gericht op technologie.
De regeling richt zich op alle niveaus van het funderend onderwijs: van basisscholen tot havo, vwo en vmbo-t. Het programma sluit aan op initiatieven zoals Sterk Techniekonderwijs en Katapult, om een brede doorstroom naar technische opleidingen en beroepen te ondersteunen.
Structurele aanpak en financiering
Techkwadraat is onderdeel van het bredere Actieplan Groene en Digitale Banen van de overheid. Het programma heeft een looptijd van acht jaar en omvat een totale investering van ruim 351 miljoen euro. Voor de eerste drie schooljaren, van 2025 tot en met 2028, kunnen samenwerkingsverbanden subsidie aanvragen om hun plannen uit te voeren en op te schalen.
Naast de regionale initiatieven bewaakt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap samen met het ministerie van Economische Zaken en het Platform Talent voor Technologie de landelijke samenhang. Dit gebeurt door het delen van kennis, voorbeelden en tools om technologieonderwijs duurzaam te verankeren in het onderwijs.
De subsidieregeling staat open van 4 december 2024 tot 13 januari 2025. Dit biedt organisaties de kans om samen een aanvraag in te dienen en bij te dragen aan een toekomst waarin technologieonderwijs centraal staat.
