Christian Jongeneel
Begin februari opent op het voormalige vliegveld Valkenburg bij Katwijk een nieuw testcentrum voor drones. Centraal staat de grote vliegtuighal waar dronebouwers de meest halsbrekende toeren kunnen uithalen zonder last te hebben van stringente regels die buiten gelden. Initiatiefnemer Jeroen Engelkes wil het testcentrum koppelen aan een expertisecentrum voor startups.
Het Drone Centre Valkenburg wordt het vierde grootschalige testcentrum voor drones in Nederland. Vorig jaar september opende Space53 de deuren op het voormalige vliegveld Twente. In Marknesse (Flevoland) bestond al een faciliteit van het NLR, maar dat is meer bedoeld voor keuringen en vliegbrevetten dan voor technologietesten. Met ingang van dit jaar heeft bovendien luchtmachtbasis Woensdrecht zijn luchtruim een dag per maand opengesteld voor drone-activiteiten van Aviolanda, een consortium waar onder andere Fokker Aircraft Services deel van uitmaakt.
Aviolanda haalde eind december een Europese subsidie van € 1,9 miljoen binnen om zich te ontwikkelen tot hét Europese testcentrum voor drones. De partners uit vier landen leggen daar nog eens € 1,3 miljoen bij. Het geld is vooral bedoeld om toepassingen op het gebied van remote sensing (waarneming op afstand) te beproeven. Overigens heeft ook Space53 al een internationale klant: Nokia.
Terwijl testlocaties als paddenstoelen uit de grond schieten nemen de klachten over achterblijvende regelgeving toe. Tijdens de conferentie ‘Drones in het publieke domein’, in december door Rijkswaterstaat georganiseerd, beklaagden sprekers uit de sector zich over restricties van overheidswege, die zo’n beetje de strengste zouden zijn van heel Europa. Het ministerie van Infrastructuur & Milieu kent de klachten en gaat dit jaar met betrokkenen om tafel zitten om de belangrijkste knelpunten op te lossen. Op zijn vroegst in 2019 wordt Europese regelgeving van kracht voor vliegtuigen van minder dan 150 kg.
