Nederlandse rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) staan voor een dubbele uitdaging: het water dat ze verwerken moet vanaf 2033 aan strengere kwaliteitseisen voldoen, terwijl het volume rioolwater alleen maar toeneemt door bevolkingsgroei en klimaatverandering. Maar in plaats van massaal te investeren in dure uitbreidingen, biedt een nieuwe innovatieve technologie mogelijk een veel slimmere oplossing: korrelslib.
Deze maand ondertekenden vijf waterschappen, kenniscentrum STOWA en ingenieursbureau Royal HaskoningDHV een samenwerkingsovereenkomst om deze technologie op praktijkschaal te testen. Het doel: met minimale aanpassingen aan bestaande installaties tot twee keer zoveel water kunnen zuiveren – én dat ook nog eens schoner.
De innovatie draait om het vervangen van traditioneel vlokkig actief slib door ‘korrelslib’. Beide varianten bevatten bacteriën die afvalstoffen afbreken, maar korrelslib – zoals de naam doet vermoeden – vormt compacte, dichte korrels. Die hebben niet alleen een betere bezinking, maar ook een hogere concentratie bacteriën per volume-eenheid. Daardoor kan in dezelfde installatie meer biomassa worden ondergebracht, wat leidt tot een hogere zuiveringscapaciteit.
Een eerdere pilot op rwzi Harnaschpolder (bij Delft) toonde aan dat deze techniek tot wel 100 procent capaciteitsverhoging kan opleveren. Daarbij daalde ook de concentratie van stikstof, fosfor en andere organische stoffen in het gezuiverde water. Het mooie: de infrastructuur hoeft nauwelijks aangepast te worden. De bestaande tanks en leidingen blijven bruikbaar; alleen het biologische proces verandert.
Zuiveren met toekomstvisie
De inzet van korrelslib past naadloos in de bredere ambitie van de Nederlandse watersector: slimmer omgaan met bestaande middelen en tegelijkertijd verduurzamen. Waar traditionele uitbreidingen vaak gepaard gaan met hoge kosten, langdurige bouwwerkzaamheden en extra ruimtebeslag, biedt deze aanpak een efficiënter alternatief dat goed aansluit bij de huidige uitdagingen: beperkte uitvoeringscapaciteit, een krappe arbeidsmarkt en toenemende milieueisen.
Met het praktijkonderzoek dat binnenkort start op de rwzi in Wijk bij Duurstede (onder beheer van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden), hopen de deelnemende partijen de veelbelovende resultaten van de pilot te bevestigen in een grootschaligere opstelling. De bouwwerkzaamheden gaan dit jaar al van start; het driejarige onderzoek begint medio 2026. De eerste resultaten worden na ongeveer een jaar verwacht en kunnen – indien positief – zelfs tussentijds al worden toegepast bij renovaties of capaciteitsuitbreidingen elders.
- Lees ook: Een warme douche zonder aardgas: in Gorinchem halen ze restwarmte uit gezuiverd rioolwater
Het project laat zien hoe ver de samenwerking in de Nederlandse watersector reikt. In plaats van elk voor zich te innoveren, kiezen de betrokken partijen bewust voor collectieve kennisopbouw, risicospreiding en schaalvoordeel. Dankzij de deelname van STOWA kunnen alle waterschappen meeliften op de uitkomsten van het onderzoek.
Deze manier van samenwerken maakt het niet alleen makkelijker om nieuwe technieken te testen en implementeren, maar vergroot ook de kans op bredere adoptie. Als het praktijkonderzoek slaagt, ligt een landelijke opschaling voor de hand. Dat betekent: betere waterkwaliteit, lagere kosten en een langer leven voor bestaande installaties.