Indra Waardenburg
De NS presenteerden deze week hun nieuwe Intercity dubbeldekker, die vanaf eind deze maand, buiten de spits, op het traject Amsterdam Centraal – Den Haag Centraal gaat rijden. Echt nieuw is deze intercity niet; het gaat hier namelijk om een gestripte en gemoderniseerde versie van de dubbeldeksstoptreinen (DD-AR), die de NS in de jaren ’90 hebben aangeschaft.
De nieuwe Intercity is de zuinigste dubbeldekker op het Nederlandse spoor. Met name door een verbeterd klimaatsysteem is de trein negen procent zuiniger dan de oude DD-AR en bijna vier keer zo zuinig per reizigerskilometer als de auto (berekend bij een gemiddelde bezetting, zowel van de trein als van de auto). De trein maakt gebruik van een warmtepomp, die warmte van binnen naar buiten vervoert en andersom wanneer dat nodig is. Dit scheelt bijna tien miljoen kilowattuur per jaar. Verder zijn de rijtuigen beter geïsoleerd.
Ook het uiterlijk van de trein speelt een rol bij het verduurzamen van de Intercity. De aerodynamische voorruit vermindert de rijweerstand en daarmee het energieverbruik. Daarnaast zijn de NS overgestapt op led-verlichting, met een levensuur van 50.000 branduren (ongeveer acht jaar), die overdag gedimd kan worden.
Op basis van klantonderzoek hebben de NS de trein heringericht. De bovenverdieping richt zich met tweezitsbanken en klaptafels op de zakelijke reiziger, terwijl de benedenverdieping met zitplaatsen tegenover elkaar, bedoeld is voor de meer recreatieve reiziger. Daarnaast zijn er op elke benedenverdieping loungebanken geplaatst. De nieuwe indeling zorgt voor ruimere zitplaatsen, maar deze plaatsen zijn hierdoor wel in aantal afgenomen. De NS willen dit tekort oplossen door het inzetten van langere treinstellen.
Lees verder onder de afbeelding
De loungebanken zitten naast de entree. (Copyright: NS)
Ook de nodige moderne kunst mocht niet ontbreken. Kunstenaar Onno Poiesz laat ongewenste gebruiksvoorwerpen, zoals asbakken, wapenstokken, graffiti en patbakjes terugkomen als deurknop.
De NS investeren 235 miljoen euro in het ombouwen van bestaand materieel, maar dit is volgens NedTrain zeker de helft minder in vergelijking met de aanschaf van compleet nieuwe treinen. Tot medio 2013 werkt het NS-dochterbedrijf aan de renovatie van vijftig treinen met 240 rijtuigen.