Michael Persson
Ik liep dit weekend langs een muurtje midden in het bos en dacht: wat een raar muurtje, midden in het bos.
Ik volgde het en verderop bleek er een tweede muur evenwijdig aan te liggen. Het was eerder een sleuf, ongeveer 3 m breed, deels begroeid met gras en bramen, maar wel duidelijk met een bedoeling. Weer een stuk verder, in het dorpje High Falls, was de begroeiing weg en zat er een soort zijtak aan de sleuf vast, en was een trapsgewijs hoogteverschil zichtbaar.
En daar kwamen de bordjes. Het was een voormalig kanaal, stond erop. Het Delaware-Hudson-kanaal om precies te zijn, tweehonderd jaar geleden dwars door het bos gelegd om steenkool en cement te vervoeren, uit de gebieden ten noorden van New York naar de stad. Over dit kanaal werd materiaal voor de Brooklyn Bridge getransporteerd; de bouwer van die brug, John Roebling, bouwde eerst een aantal aquaducten om het kanaal over de verschillende rivieren te leiden. In High Falls stond ook een prachtig museumpje over het kanaal dat een van de aderen was waarlangs het leven in groeiend New York stroomde.
Amerikanen zijn daar goed in, in het koesteren van hun industriële geschiedenis. Amerika heeft geen lange geschiedenis, als land, en misschien dat de inwoners daarom zo graag met bordjes strooien op alle plekken die op de een of andere manier een rol hebben gespeeld in hun ontstaansgeschiedenis. Daar horen de huizen en geboorteplekken van allerlei hele en halve beroemdheden bij, maar ook de fysieke infrastructuur. Dus is het huis van Martin Luther King een nationaal historisch monument, maar ook een snelweg in Oregon, en ook delen van het Delaware-Hudson-kanaal.
Ze worden beheerd door de National Park Services, de dienst die ook de natuurparken beheert – natuurhistorie en cultuurhistorie liggen hier in elkaars verlengde.
In Nederland is dat toch anders. Natuur en ‘echte’ cultuur (kunst) hebben hoge waarde, maar industrieel erfgoed ligt toch veel meer verstopt. Ja, we koesteren de grote resten, de mijnen en de waterwerken, misschien omdat die zo symbolisch zijn en identiteitsbepalend. Maar de kleinere resten, industriële fun facts voor toevallige passanten, blijven verborgen. Wie weet dat het fietspad door het Amsterdamse Westerpark het spoordijkje is waarover de eerste trein in Nederland heeft gereden, van Amsterdam naar Haarlem? Geen bordjes, geen stippellijn op een kaart. Staat er een bordje bij de St. Bavokerk, waar Anthony Fokker zijn eerste rondje vloog? Wie weet waar de werven liggen waar de kiel voor de Gouden Eeuw werd gelegd?
Misschien vergis ik me, en kijk ik gewoon niet goed genoeg. Maar ik heb het idee dat de ingenieursgeschiedenis in Nederland toch veel minder voor het voetlicht wordt gebracht dan de kunstgeschiedenis. Tijd voor een oproep: wat zijn de mooiste vergeten techniekplekken die een bordje verdienen?
Suggesties? Mail ze naar: m.persson@volkskrant.nl
Michael Persson is correspondent voor de Volkskrant in New York