Gerald Schut
De doelstelling van het in de maak zijnde Klimaatakkoord (49% CO2-reductie in 2030 ten opzichte van 1990) is haalbaar. Maar de plannen zijn grotendeels nog niet concreet genoeg om te kunnen doorrekenen, melden PBL en CPB bij de presentatie van hun analyse.
Het CPB kan nog weinig met de ‘Voorstellen voor Hoofdlijnen van een Klimaatakkoord’ die door Ed Nijpels op 10 juli namens honderden maatschappelijke partijen werd gepresenteerd. Slechts enkele plannen in de sectoren elektriciteit en mobiliteit waren concreet genoeg om budgettair door te rekenen. Op basis van de plannen die nu op tafel liggen schat het PBL de jaarlijkse kosten van het klimaatbeleid op 3 tot 3,9 miljard euro per jaar in 2030, ongeveer een half procent van het BNP. De totale kosten tot 2030 zullen 80 à 90 miljard euro bedragen: 7 à 8 miljard euro per jaar dus. Daarvan wordt ongeveer de helft terugverdiend door energiebesparing.
Volgens Ed Nijpels, voorzitter van het Klimaatberaad, is nu het kabinet aan zet om duidelijkheid te scheppen over hoeveel geld beschikbaar is voor maatregelen. De kabinetsreactie wordt eind volgende week verwacht.
Het PBL betwijfelt of na 2025 investeringen in wind en zon zonder subsidie zullen kunnen, zoals de elektriciteitstafel in zijn voorstel verwachtte, en adviseert om alvast plannen voor alternatieve ondersteuning te maken. Het bureau neemt de vrijheid om te benoemen dat rekeningrijden een van de effectiefste vormen van klimaatbeleid op het gebied van mobiliteit is. Bovendien verwacht het dat er onvoldoende duurzame biomassa voorhanden zal zijn om in alle behoeften te voorzien.
TW onderschrijft de noodzaak om klimaatdoelen concreet te maken. Daarom organiseert het op 29 november het evenement ‘Ingenieurs in Energietransitie’ om na te denken over praktische technische oplossingen voor emissiereductie.