Joop Wenstedt
De propfan (straalmotor met aan de buitenzijde propellers) komt terug. In de jacht naar meer energie en betere prestaties van straalmotoren, een lager brandstofverbruik en lagere geluidsproductie, zijn motorenfabrikanten wederom druk bezig met onderzoeken of de propfan een goed alternatief is, zo bleek op onlangs gehouden de jaarlijkse Paris Air Show.
In de jaren zeventig werd veel onderzoek gedaan op dit gebied en wees dat al in de richting van forse brandstofbesparingen. Alleen het maken van stillere propellers (fans) aan de buitenzijde lukte nooit helemaal. Dankzij de modernste computertechnieken is het nu wel mogelijk om betere propellerbladen te ontwerpen, die aanmerkelijk stiller zijn. Bovendien heeft simulatie uitgewezen dat kleinere bladen minder lawaai maken. Hoe groter het uiterste deel van propeller is dat door de geluidsbarrière gaat, des te meer lawaai er ontstaat.
De laatste ontwerpen laten een tendens zien richting kortere propellers, maar wel meer. Daarmee is het mogelijk een vrijwel gelijke stuwkracht te bereiken met aanzienlijk minder lawaai. Het geluid zou met zo’n vijftien procent kunnen afnemen. Daarnaast is het mogelijk het brandstofverbruik zo’n dertig procent te reduceren.
Ander voordeel is dat de traagheid van turbinemotoren wordt beperkt. Als je gas geeft aan een straalmotor duurt het 45 tot 60 seconden voordat je er iets van merkt. Dankzij de propfans zou er 20 tot 30 seconden eerder een versnelling kunnen optreden, volgens de ontwerpers. Dit is iets wat de veiligheid enorm ten goede zou kunnen komen, omdat vliegers sneller over vol vermogen kunnen beschikken in een noodsituatie.