Dorine Schenk
Maar liefst 400 Gigabits kunnen per seconden heen en weer suizen door een dataverbinding tussen het Europese deeltjesfysica-instituut CERN in Genève de Amsterdamse SURF en Nikhef. Het is de snelste internationale verbinding ter wereld. Tot nu toe was 100 Gbit/s het hoogst haalbare.
De verbinding loopt over een bestaande datalijn die al langer CERN en het Nationaal instituut voor subatomaire fysica Nikhef verbindt. Hierover wordt de datastroom die de LHC-deeltjesversneller bij CERN produceert naar SURF en Nikhef getransporteerd waar de data wordt geanalyseerd en opgeslagen. De techniek om de hoge verbindingssnelheid te bereiken is vorig jaar succesvol getest op een ringnetwerk in de Randstad, van Amsterdam via Utrecht en Delft naar Leiden.
Het is niet eenvoudig om een verbinding van 400 Gbit/s op te zetten. De kans op ruis en signaalverlies groot. Het is daarom belangrijk dat de glasvezel en alle verbindingen schoon en onbeschadigd zijn. ‘Met 10 Gbit/s kun je de vezel nog schoonmaken door hem aan je broek af te vegen. Dat is hier echt niet meer genoeg’, zegt IT-architect Tristan Suerink van Nikhef in een persbericht.
Verder is het belangrijk om zo min mogelijk fiberconnectors te hebben in de lijn om verliezen onderweg te vermijden. Daarom zijn de overgangen gelast. Daarnaast zijn op de lijn zogeheten Raman-versterkers geplaatst zodat het signaal sterk genoeg blijft.
De supersnelle dataverbinding is pas over zes à zeven jaar echt nodig. Dan heeft de LHC een upgrade gehad en zal de versneller veel meer data gaan produceren. Maar met een dergelijke maatwerk dataverbinding, waarbij nieuwe technologie gebruikt wordt, kun je bijna niet vroeg genoeg beginnen.