Hoe bouw je jaarlijks 100.000 woningen, zoals de overheid wil? Door het slim en procesmatig aan te pakken. “Dat is eigenlijk de VDL-formule: we combineren de kracht van industrieel denken én doen met vakmanschap”, zegt Bram van Rijt, directeur van De Meeuw. Zijn bedrijf is bekend van de modulaire, tijdelijke bouw, bijvoorbeeld voor noodlokalen of AZC’s. De afgelopen jaren is echter hard gewerkt aan een programma voor modulaire bouw met een kwaliteit voor permanente bewoning.
“Daardoor ontstaat ook juridische ruimte”, zegt Van Rijt. “Een gebouw met een permanente kwaliteit kan oneindig op een locatie staan. En omdat het verplaatsbaar is, kunnen we bouwen met een tijdelijke vergunning. Dat versnelt de realisatie aanzienlijk.” Bovendien gebeurt ongeveer 80 procent van het werk in de fabriek, inclusief het leggen van de leidingen, het plaatsen van de keukens en een groot deel van de afwerking. Elke 40 minuten rolt er een appartement van de band, zegt Van Rijt. Op de bouwplaats koppelen technici de eenheden aan elkaar. Daarna volgt de finale afwerking, zoals het aanbrengen van esthetische gevelelementen.
Veel vraag naar modulaire woningen
De eenvoudigere procedures voor tijdelijke vergunningen en de fabrieksmatige bouw maken het mogelijk tot wel vier keer sneller een bouwproject af te ronden. “We hebben in Nijmegen bewezen dat het kan”, zegt Van Rijt. Aan de Nieuwe Dukenburgseweg in de stad werden in minder dan zeven maanden 489 appartementen gebouwd, verdeeld over zeven gebouwen. Die voldoen volledig aan het Bouwbesluit met eisen voor onder meer isolatie en wanddikte. De behoefte aan dergelijke woningen blijkt groot. “Drie maanden voordat we opleverden, ging de inschrijving open. Binnen een kwartier meldden zich al meer dan 6000 belangstellenden.”

In de periode 2023-2024 zijn zo bijna 5000 woningen opgeleverd. Dit jaar zijn dat er een stuk minder, zo’n 400 appartementen. De terugval komt voornamelijk door problemen met de afgifte van vergunningen. “Het ontwikkelen van een bouwlocatie duurt in Nederland vaak zo’n vijf tot zes jaar.” Er zijn milieu- en verkeersonderzoeken nodig, en vaak maakt een omwonende bezwaar. “Dan heb je nog drie jaar procederen voordat je kunt bouwen.” Van Rijt wijst erop dat die vertragende factoren een paar jaar geleden minder speelden. “De huidige periode van woningnood begon rond 2021. Toen is er gebouwd op veel makkelijk te ontwikkelen locaties. Nu blijven er vooral plekken over met meer complexiteit, bijvoorbeeld met betrekking tot de aansluiting op het stroomnet.” Factoren waar andere bouwbedrijven mee te maken hebben, zoals stikstof, wegen voor VDL De Meeuw minder zwaar. De eenheden worden in de fabriek gebouwd, zodat er op de bouwlocatie veel minder uitstoot is.
Tekort aan bouwspecialisten valt weg
De modulaire opzet heeft volgens Van Rijt ook het voordeel dat de productie makkelijk op- en afgeschaald kan worden. Het proces is tot in detail gedocumenteerd en gestandaardiseerd. Daardoor zijn in de fabriek geen bouwspecialisten nodig en kunnen ook uitzendkrachten veel van het werk doen. Inmiddels heeft Van Rijt de eerste contracten afgesloten met andere bouwbedrijven. “Wij zijn een maker, geen projectontwikkelaar”, zegt Van Rijt. “We kunnen die fabriek veel beter vol krijgen door te produceren voor bouwbedrijven die hun schaalvraagstuk niet opgelost krijgen.”
R&D is doorgaans een onderneming van de lange adem. Veel projecten vragen jaren van onderzoek en ontwikkeling, waarbij de uitkomst nooit vanzelfsprekend is. Naar aanleiding van de R&D Top 50 zetten we in de reeks “R&D-projecten uitgelicht” opnieuw een selectie van bijzondere projecten in de schijnwerpers. Ze laten zien hoe bedrijven in Nederland werken aan vernieuwende technologieën en slimme oplossingen voor de toekomst.





