Indra Waardenburg, Mischa Brendel
Razendsnel medicijnrollen produceren met VMI’s Indivion
Een verpakkingsmachine die drie keer nauwkeuriger is en tot vijf keer sneller medicijnrollen kan produceren, in vergelijking met de tot nu toe beschikbare systemen. Dat is de Indivion van VMI Group, waarvan het bedrijf midden 2019 het eerste exemplaar leverde aan Zweden.
‘Het produceren van een medicijnrol, waarbij medicijnen per innamemoment zijn verpakt, is niet nieuw. Dit werd alleen eerder gedaan door machines die in onze ogen niet bedoeld zijn om op industriële wijze 16 uur per dag, in grote getalen ingezet te worden’, zegt Dirk Reurslag, sales director industrial solutions bij VMI Group. De Indivion produceert 10.000 zakjes per uur, met alle benodigde medicijnen per zakje. Hiervoor is de machine uitgerust met een robotarm die de verschillende medicijncanisters op de juiste plaats zet, waarna de tabletten vanaf een beperkte hoogte naar beneden vallen. Reurslag: ‘De innovatie zit hem met name in de mechaniek en de sensoren die het mogelijk maken om de tabletten perfect getimed te laten vallen, voor het behalen van de hoge output en zonder dat deze tabletten beschadigd raken. De machine bevat meer dan 1.000 medicijncanisters, waarbij de tabletten allemaal op een eigen manier moeten vallen.’ Momenteel is het leveren van medicijnen middels een medicijnrol nog beperkt, maar volgens Reurslag gaan we dit, door het gemak voor de patiënt en de veel hogere efficiëntie van de Indivion, in de toekomst veel meer zien.
Het recyclingspercentage van kunststoffen kan flink worden verhoogd als we gebruikmaken van chemische recycling. Dit geeft ook flinke verlaging van CO2-emissies. Dit concludeert onderzoeks- en adviesbureau CE Delft.
Recent kwam vaak de vraag naar voren of chemische recycling net zoveel milieuvoordeel realiseert als mechanische recycling. ‘Het CPB zei: ‘Nee, dat kost te veel energie.’ Maar bepaalde bedrijven zeiden dat het minder energie kost dan het CPB dacht’, aldus Geert Bergsma, sectieleider ketenanalyse bij CE Delft. ‘Wij hebben toen de diverse processen geanalyseerd en de conclusie is: een deel van de chemische recycling van bedrijven is milieukundig vrijwel net zo goed als mechanische recycling (oplossen en depolymeriseren) en een deel zit tussen verbranding in een afvalverbrandingsinstallatie en mechanische recycling in (pyrolyse en vergassing).’
De bevindingen van CE Delft zijn belangrijk, want de discussie rondom chemische recycling zat behoorlijk vast. Bergsma: ‘We hebben zelf geen laboratoria en ontwikkelen geen nieuwe technieken, maar door dit te onderzoeken hebben we de discussie, ook op EU-niveau, verder geholpen.’
De mechanische recycling van kunststof ligt nu rond de 15 % en zou – met de nodige moeite – naar 40 % kunnen worden opgeschroefd. Bergsma: ‘Maar om echt circulair te worden met kunststof wil je naar 80 %. Chemische recycling kan dat gat tussen de 40 % en 80 % vullen.’
Thales werkt sinds vorig jaar aan de Above Water Warfare Suite, een defensiesysteem voor de nieuwe generatie Nederlandse en Belgische fregatten. Het bestaat uit twee grote delen. ‘Enerzijds zijn dat sensoren die slim aan elkaar gekoppeld worden. Anderzijds bestaat het uit software die helpt bij het nemen van beslissingen’, vertelt René de Jongh, Strategy Director bij Thales.
Nieuw is dat de verschillende sensorsystemen elkaars taken kunnen overnemen. Is één radarband druk met het ondersteunen van een aanval, dan kan een andere band een aantal taken van het systeem overnemen: zo ontstaat een robuuster systeem dat veel beter presteert dan losse sensoren.
De intelligente vuurleiding van het systeem helpt met het tijdig nemen van cruciale beslissingen. De Jongh: Stel, er komt een object met 1.000 m/s op je af. De horizon op een schip kijkt niet verder dan 25 km, dus dat geeft je 25 seconden om iets te zien én er adequaat op te reageren. En stel nu dat er meerdere objecten tegelijk op je afkomen. Ons systeem helpt bij het snel nemen van dergelijke beslissingen.’
Het systeem is tot stand gekomen in samenwerking met TNO en diverse andere bedrijven. De Jongh: ‘De eerste stukken hardware en software zijn al klaar en worden momenteel volop getest; het project moet rond 2024-2025 voltooid zijn.’