Nieuws
0

Special: Kleine bureaus gaan het moeilijk krijgen

Christian Jongeneel

Omdat hun huidige projecten vaak al van vóór de crisis dateren, merken ingenieursbureaus nu nog relatief weinig van de economische crisis. Vooral degenen die van de lokale markt afhankelijk zijn, moeten een terugslag vrezen.

Toen de economische crisis zich aandiende, reageerde de overheid op klassieke wijze: door te investeren in publieke werken. Minister Camiel Eurlings van VWS plaatste een tussensprintje in de infrastructuur. In Rotterdam, waar gezichtsbepalende bouwprojecten in het centrum stil dreigden komen te liggen, schoot de gemeente te hulp door grond terug te kopen van projectontwikkelaars, zodat deze weer krediet hadden om verder te bouwen. Ze betalen de komende decennia wel erfpacht.

 

Het gevolg van de impuls in infrastructuur en andere bouwprojecten is dat ingenieursbureaus nog niet om werk verlegen zitten. Projecten hebben doorgaans immers een looptijd van meerdere jaren. De bureaus werken nog aan projecten die geïnitieerd werden voor de crisis of om die te bezweren.

 

Dat blijkt ook uit de Top-50 enquête. De omzet in 2009 groeide in 2009 nog met bijna een procent ten opzichte van het jaar ervoor. Een derde van de bureaus maakte ook meer winst en slechts twee noteerden een verlies. Wel daalde de marge, een teken dat de broekriem wordt aangehaald.

 

Branchevereniging NLIngenieurs verwacht in 2011 een terugslag, met name voor de kleinere bureaus. De regering die na de komende verkiezingen aantreedt, zal immers een stringent bezuinigingsbeleid aanhouden, en dat heeft ook gevolgen voor de gemeenten, die een belangrijke opdrachtgever zijn voor de kleinere bureaus. Daar wordt ook de meeste pijn ingecalculeerd.

 

‘De grote, internationale bureaus hebben hun projecten gespreid’, legt woordvoerder Peter van Essen van NLIngenieurs uit. ‘Brazilië is booming, dus als je daar zit, heb je geen probleem. De grote bureaus hebben bovendien nog wel wat vlees op de botten. Als het echt moet, kunnen ze snijden. In het mkb zitten de bureaus die het moeilijk gaan krijgen.’

 

De grote bureaus denken momenteel echter helemaal niet aan snijden, integendeel. Arcadis, bijvoorbeeld, straalde optimisme uit bij de presentatie van de jaarcijfers 2009 in maart van dit jaar. Het bureau signaleerde het begin van een opgaande trend, met name in de Verenigde Staten. Eind 2009 nam de werkvoorraad alweer toe. Infrastructuur doet het goed, vooral in Latijns Amerika, terwijl in Azië de huizenmarkt doorgroeit. In de VS doet milieu het erg goed.

 

Die laatste markt werd door bestuursvoorzitter Harrie Noy aangewezen als voornaamste potentiële groeimarkt, al waarschuwde hij ook voor teveel optimisme: ‘Hoewel de economische crisis ook onze activiteiten raakt, bieden thema’s als duurzaamheid, klimaatverandering, stedelijke vernieuwing, mobiliteit, water en energie veel perspectief. Vanwege onzekerheid over economisch herstel, is het nog te vroeg voor concrete vooruitzichten voor 2010.’

 

In een analyse van de ingenieursbureausector die ABN-Amro eind mei publiceerde, toonde de bank zich optimistisch over de kansen. De gebruikelijke langjarige contracten dempen de effecten van schommelingen in de conjunctuur af. Bovendien zijn sommige markten, zoals de oliewinning waarin bijvoorbeeld Fugro zich beweegt, nauwelijks cyclisch. ‘Per saldo is de vraag naar ingenieursdiensten gedaald, maar de omzetgroei was over 2009 nog positief’, aldus de bank, die voor 2010 een omzetgroei van één tot drie procent voorziet. ‘Door de vraaguitval zijn bedrijven in deze branche in een vroeg stadium overgegaan tot saneringen en herstructureringen om de kosten te reduceren.’

 

Een ander effect als gevolg van de crisis dat ABN-Amro voorziet, is een golf van fusies en overnames. Vanwege de lage aandelenkoersen zijn bedrijven immers minder waard geworden, zodat overnames makkelijker te betalen zijn. Arcadis deed met Malcol Pirnie, een Amerikaans bureau op het gebied van water en milieu, in 2009 de grootste acquisitie uit zijn geschiedenis en kondigde aan ook in 2010 op overnamepad te blijven om zijn strategische doelen te verwezenlijken. Grontmij mikt zelfs op een jaarlijkse omzetstijging van tien tot vijftien procent als gevolg van een agressieve overnamestrategie, zo maakte het bedrijf eerder dit jaar bekend.

 

Sommige bedrijven hebben de afgelopen jaren zo goed geboerd dat het plegen van overnames zo’n beetje de enige manier is om het verdiende geld nuttig in te zetten. Voor de Nederlandse markt is geen onderzoek beschikbaar, maar het Britse onderzoeksbureau Research & Markets bracht in mei een rapport uit over honderddertig ingenieursbureaus in eigen land, waarin het schatte dat bijna een kwart zoveel cash op de balans heeft staan dat overnames voor de hand liggen. Slechts één op de negen bureaus is echter overnamekandidaat, zodat daaraan een tekort ontstaat. De Britse markt is overigens meer in nood dan de Nederlandse. Daar hebben al verschillende bureaus honderden ontslagen aangekondigd.

 

Hoeveel gevolgen de crisis voor de Nederlandse arbeidsmarkt heeft, valt nog te bezien. Momenteel is er nog altijd een tekort aan ingenieurs en de vergrijzingsgolf komt eraan, dus zelfs als kleine bureaus het loodje leggen, is het goed denkbaar dat hun werknemers emplooi vinden bij voormalige concurrenten. In een eind vorig jaar door NLIngenieurs gehouden enquête gaf een kwart van de aangesloten leden aan in 2010 nog meer vast personeel in dienst te zullen hebben, al gaven evenveel bureaus aan een krimp te verwachten.

Onderwerp:
BouwCiviele Techniek

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief
Relevante berichten