Nieuws
0

Toch vierde stap waterzuivering

ef64e1906186e6c5c63d2ad6f16d16d2de104ec9

Benno Boeters

We laten in Nederland per jaar 140 ton aan medicijnresten via het riool verdwijnen in het oppervlaktewater; veel meer dan de 17 ton aan bestrijdingsmiddelen die jaarlijks in de sloot terechtkomt.

Aldus het rapport Geneesmiddelen en waterkwaliteit, dat het RIVM begin deze maand uitbracht. Bijna tegelijkertijd wakkerde Peter Glas, voormalig voorzitter van de Unie van Waterschappen en nu weer watergraaf van waterschap De Dommel, de discussie aan door te stellen dat het tijd wordt de ‘vierde zuiveringsstap’ in te voeren bij de rioolwaterzuiveringsinstallaties. Toch een end-of-pipe stap, terwijl de waterschappen er altijd op hamerden dat zuiveren bij de bron moet geschieden, de Ketenbenadering.

De ommezwaai van Glas is opmerkelijk en het pleidooi voor de vierde stap zal nog heel wat opschudding veroorzaken (‘wie betaalt het?’), maar ondertussen zijn waterschappen al op verschillende plaatsen bezig met pilots om uit te zoeken wat de meest geschikte manier is om medicijnen, bestrijdingsmiddelen en hormoonverstorende middelen uit het afvalwater te halen, voordat het effluent geloosd wordt.

Oscar Helsen werkt als innovatiecoördinator bij het Hoogheemraadschap van Delfland, op de rwzi-locatie De Groote Lucht in Vlaardingen, aan één van die proefprojecten, de Zoetwaterfabriek. ‘Wij doen die pilots omdat schoon water een kostbaar goed is. In de toekomst, met klimaatverandering, zeespiegelstijging en langere droogteperioden met zeer lage afvoer, wordt schoon oppervlaktewater nog kostbaarder. We zien toenemende verontreinigingen in het rioolwater dat hier binnenkomt. Naast medicijnen, ook chemicaliën, resten van zonnebrandcrème, brandvertragers en industriële stoffen zoals pak’s. Het is een héél scala aan stoffen’, zegt Helsen. De ontstekingsremmer diclofenac, het oestrogeenhormoon uit ‘de pil’ en contrastvloeistof bij röntgenonderzoek zijn enkele voorbeelden van zeer ongewenste stoffen.

Bij de Zoetwaterfabriek-zuiveringsinstallatie kijken de onderzoekers wat de chemische en biologische samenstelling is van het afvalwater dat er in gaat, om aan het eind – bij voortdurend wisselende instellingen – te analyseren hoe schoon het water is en in welke mate de toxiciteit is afgenomen. Dat doen ze door bacteriën, watervlooien en muggenlarven bloot te stellen aan water uit elke procesgang. Hun overlevingskans is de indicator voor de toxiciteit. Het is een omvangrijk meetprogramma met een budget van enkele tonnen, dat tot eind 2017 loopt. De feitelijke analyses van de monsters doet Aquon, het laboratorium van de waterschappen.

De Zoetwaterfabriek behandelt het afvalwater in drie of vier stappen. Eerst gaat het vuile water door een zandfilter, dat nutriënten (fosfaat, stikstof) eruit haalt. Daarna vermengt de installatie het water met het zeer reactieve ozon (O3) dat organische en chemische verontreinigingen uiteen doet vallen. Die microdeeltjes kunnen ook toxisch zijn, maar weer een gang door een zandfilter moet gaan zorgen voor een significant lagere toxiciteit. Onderzoek moet uitwijzen hoe dit uit gaat pakken. Een ander deel gaat niet door een zandfilter, maar door een actief koolfilter; de onderzoekers willen nagaan of een aanvullende zuivering door adsorptie aan actief kool noodzakelijk is. Micro­verontreinigingen kunnen zich hechten aan actief kool, niet aan zand.

De proeven moeten aantonen welke combinatie van zuiveringstechnieken in deze vierde stap-zuivering het optimale proces oplevert. Daarbij is natuurlijk de vraag hoe schoon je het wilt hebben essentieel. Hoeveel mag het kosten aan geld en energie (ozon maken kost elektrische energie) om het brandschoon te krijgen?

Momenteel loost de rwzi in Vlaardingen zijn water richting de Nieuwe Waterweg, naar zee. Helsen: ‘In de toekomst kunnen wij wellicht water zo goed zuiveren dat het de andere kant op kan, zodat het water wordt hergebruikt als aanvullend oppervlaktewater in tijden van droogte en voor verbetering van de zwemwaterkwaliteit in de nabijgelegen Krabbeplas in Vlaardingen.’

Er wordt nu zeker niet volledig ingezet op de vierde stap en de end-of-pipe-zuivering; er komt ook een forse operatie aan om in 2018 alle glastuinbouwbedrijven in Nederland te voorzien van een eigen zuiveringsinstallatie die 95 % van de bestrijdingsmiddelen aan de bron afvangt, dus voordat het water het riool in gaat.

Dat wordt vanaf dat jaar wettelijk verplicht.

Onderwerp:
DuurzaamheidMilieu

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief
Relevante berichten