Robert Visscher
Kees-Jan Leijen heeft het eerste prototype gepresenteerd van de Yetidrive; een transportband die tien keer minder bewegende delen kent en ook minder vertraging oplevert bij reparaties dan conventionele evenknieën.
De uitvinder en agrarisch ondernemer ontwikkelde de transportband om losse agrarische producten, pellets en kratten op te vervoeren samen met zijn dochter Tessa.
De Yetidrive gebruikt geen kettingen of rollen, zoals de meeste transportbanden, maar leggers. Twee groepen leggers maken afwisselend een stap-beweging. Ze verplaatsen daardoor per stap de producten twintig centimeter naar voren. ‘Dankzij stangen verlengen we de beweging van de leggers en gaan de producten op dezelfde hoogte met een constante snelheid vooruit’, zegt Leijen.
Het prototype is een band van 24 meter. De Yetidrive gebruikt daarbij een elektromotor van slechts 1,5 kW. Ter vergelijking: kettingbanen van twaalf meter gebruiken een elektromotor van 7 tot 9 kW.
Het idee voor de Yetidrive komt voort uit ergernis. ‘De huidige transportbanden met kettingen of rollen gaan snel kapot, omdat ze vies worden door het vervoer van bijvoorbeeld bieten, knolselderij of witlof. Reparaties zijn kostbaar en duren lang. Tijdens oogsttijd wil je juist doorwerken.’
Leijen werkt met modules, waardoor kapotte delen eenvoudig en zonder veel vertraging zijn te vervangen. ‘Ook het toevoegen van bochten en sorteersystemen is eenvoudig. Bovendien werkt de Yetidrive in vriestunnels, ovens en water.’
Leijen en zijn dochter werken nog aan de verdere uitwerking van de transportband. ‘We zijn geen materiaalkundigen en ontdekken door het prototype dat een aantal delen te sterk zijn en andere wat te zwak. We zijn in onderhandeling om volgend jaar een pilotproject te draaien bij een bollenbedrijf.’