Indra Waardenburg
De TU Delft gaat een prominente rol spelen in het project DisTUrbE (DISpersion by Turbulence in the URBan Enviroment) dat zich richt op luchtvervuiling in steden. In samenwerking met ECN, Kema, TNO, FlowMotion en Rijkswaterstaat doet de universiteit onderzoek naar de verspreidingsmechanismen van luchtvervuiling. Het project, dat volgend jaar van start gaat, kost 900.000 euro. STW levert een bijdrage van 200.000 euro voor de aanschaf van computers en meetapparatuur.
De TU Delft stelt aan de faculteiten werktuigbouwkunde, maritieme techniek en technische materiaalwetenschappen (3mE) en technische natuurwetenschappen (TNW) twee promovendi en een postdoc-onderzoeker aan voor het project. ‘Luchtvervuiling is met name rondom de grote wegen een issue. Wanneer dit in kaart kan worden gebracht is het mogelijk om inschattingen te maken en maatregelen te treffen’, vertelt dr.ir. Gerrit Elsinga, projectleider DisTUrbE en universitair docent aan de faculteit 3mE.
In de eerste fase van het onderzoek maakt de projectgroep gebruik van een windtunnel om luchtstromen te onderzoeken. Hierbij volgen ze traceerbare deeltjes, die de vervuiling moeten voorstellen, tijdens hun ‘reis’ door de windtunnel. Vervolgens vergelijken de onderzoekers de windtunnelresultaten met computersimulaties, waarna het mogelijk is om een stromingsmodel te maken voor een bestaande stad. Dit stromingsmodel wordt getoetst met behulp van veldmetingen.
Het project moet uiteindelijk luchtvervuiling voorspellen in de vorm van een ‘vervuilingsverwachting’, vergelijkbaar met een weersverwachting. Elsinga: ‘Het onderzoek verschaft daarnaast ook informatie over de plekken waar de overheid meetapparatuur moet plaatsen voor een goed overzicht.’