Mischa Brendel
De TU Delft heeft een zogenoemde ‘battolyser’ ontwikkeld, een combinatie van een batterij en een elektrolyse-apparaat.
De battolyser is gebaseerd op een nikkel-ijzerbatterij. Tijdens het opladen vormen de elektrodes van de batterij de materialen nikkeloxide (NiOOH) en ijzer (Fe). Deze materialen dienen vervolgens als katalysators in het elektrolyseproces.
Toen de nikkel-ijzerbatterij oorspronkelijk werd ontwikkeld, zag men de productie van waterstofgas vooral als ongewenst bijproduct; andere batterijtypen wonnen mede hierdoor de race, stelt prof. Fokko Mulder, die leiding aan het onderzoek gaf. ‘Omdat de batterijwereld en de waterstofwereld met elkaar concurreren en maar weinig van elkaar leren, heeft er nooit iemand geprobeerd de twee te combineren en te kijken of dat iets zou opleveren. Terwijl we zowel batterijopslag als brandstoffen nodig hebben.’
NWO-domein TTW (Toegepaste en Technische Wetenschappen), voorheen Technologiestichting STW, heeft een onderzoeksprogramma voor de verdere ontwikkeling van de battolyser al gehonoreerd; diverse bedrijven investeren in het onderzoek. Het draait nu vooral om opschaling van de techniek.
De Delftse onderzoekers publiceerden hun bevindingen in het wetenschappelijke tijdschrift Energy & Environmental Science.