Nieuws
0

TW Salarisonderzoek 2016

66d16e857f50ae127fc4f617de5e6c97ac0f0fc1

Hilde de Laat

De gemiddelde salarissen van hogeropgeleide bèta’s en ingenieurs zijn dit jaar met een recordhoogte van 4,6 % gestegen. Dat blijkt uit het TW Salarisonderzoek 2016, dat TW samen met organisatieadviesbureau Berenschot en branchevereniging NLingenieurs uitvoerde. De online enquête werd volledig ingevuld door 2.572 personen, ruim 700 respondenten méér dan vorig jaar.

In de zes jaar dat TW haar Salarisonderzoek naar de arbeidsvoorwaarden en beloning van ingenieurs uitvoert, is de salarisstijging nog nooit zo hoog geweest. Dieptepunt was 2013, toen de salarisstijging met 1,9 % voor het eerst lager uitviel dan de inflatie  in dat jaar (2,5 %). Sindsdien zitten de salarissen weer volop in de lift, met 2 % in 2014, 3,8 % in 2015 en dit jaar dus zelfs een stijging van 4,6 %. Van de respondenten verwacht 63 % dat het salaris komend jaar weer stijgt. De programmamanager is er het meest op vooruitgegaan, met een stijging van 8 %. De beheerder scoort het laagste met 1,6 % loonsverhoging.

Lees verder onder de afbeelding.


Weergegeven is de mediaan, het middelste salaris, per functiegroep.

Ook starters op de arbeidsmarkt (maximaal vijf jaar geleden afgestudeerd) laten dit jaar een sterke stijging zien: 8 %. Begrijpelijk, aangezien starters na een economisch slechte periode vaak het eerst weer worden aangetrokken. Trainees laten een spectaculaire stijging zien van 14,8 %, maar ook starters met een financiële functie (11 %) en ict’ers (9 %) mogen blij zijn met hun loonsverhoging. Analisten (5 %) en consultants (6 %) stijgen van de starters het minst.

Lees verder onder de afbeelding.


Ingenieurs hebben duidelijk geen moeite om een baan binnen hun vakgebied te vinden. Meer dan de helft (57 %) heeft al een baan in de pocket tijdens het afstuderen.

78 % vind een baan binnen twee maanden, 18 % heeft werk binnen twee maanden tot een jaar, terwijl maar 4 % langer dan een jaar moet zoeken om binnen de afstudeerrichting aan de slag te kunnen. Studenten in de maritieme sector zijn het meest gewild: 75 tot 85 % heeft direct na afstuderen een baan.

De respondenten vinden hun studie goed aansluiten op hun eerste baan in het bètavakgebied. De theoretische kennis sluit het beste aan, vooral bij studenten civiele techniek (67 %). Over de praktische aansluiting van baan en studie zijn ict’ers (45 %) en elektrotechnici (40 %) het meest tevreden.

Lees verder onder de afbeelding.


De afgelopen vijf jaar was het sentiment van de bèta’s stabiel: sfeer als belangrijkste op nummer één, uitdaging op twee en salaris op drie. Dit jaar valt salaris voor het eerst buiten deze top drie en wordt naar een vierde plaats verstoten door de categorie opleidingsmogelijkheden. Dit versterkt het aloude beeld dat ingenieurs loyale werknemers zijn die relatief weinig hechten aan salaris.

Die loyaliteit blijkt ook uit het aantal overuren dat de bèta’s in dit onderzoek maken: gemiddeld vier per week (mediaan: twee per week*). Het directielid steekt hier met kop en schouders bovenuit en werkt gemiddeld tien extra uren per week. Overuren worden in 40 % van de gevallen niet gecompenseerd; 38 % rekent tijd voor tijd.

Lees verder onder de afbeelding.


Bijscholing en doorontwikkeling zijn dus belangrijk en gelukkig weet de werkgever dit ook: 70 % van de respondenten vindt dat de werkgever voldoende kansen biedt. Respondenten tussen de 31 en 45 jaar zijn iets minder tevreden (67 %) dan de overige leeftijdsgroepen. Hoewel dit onderzoek aantoont dat alle leeftijdsgroepen vergelijkbare kansen krijgen aangeboden, volgen werknemers onder de dertig jaar de meeste trainingen.

Het initiatief voor het volgen van een training ligt even vaak bij de werkgever (49 %) als bij de werknemer (51 %). Onderzoekers en ict’ers nemen vaker zelf het initiatief voor een training, terwijl de cursussen in de petrochemie, automotive en grond-, weg- en spoorbouw het meest door de werkgever worden aangeboden.

Lees verder onder de afbeelding.


Naast loyaal en leergierig zijn ingenieurs ook behoudend: slechts 25 % kijkt op dit moment uit naar een andere functie, van wie maar 8 % actief op zoek is. Dat blijkt ook uit de arbeidsvoorwaarden: maar liefst 55 % accepteert een nieuwe functie alleen voor een vast contract. Deze arbeidsmobiliteit is redelijk stabiel over de afgelopen jaren, met 28 % die in 2015 op zoek was naar ander werk en 26 % in 2014 en 2013.

Technici zitten met hun vertrekintentie in de middenmoot vergeleken met andere sectoren. Fiscalisten (16 %), advocaten (19 %) en hr-professionals (21 %) zijn honkvaster, terwijl personen in de functies marketing (44 %), ict (31 %), notariaat (28 %) en bouw (27 %) vaker op zoek zijn naar een nieuwe job.

Lees verder onder de afbeelding.


De internetenquête werd dit jaar door 2.572 personen volledig ingevuld, waarvan 620 personen werkzaam bij een ingenieursbureau. De respondenten hebben een gemiddelde leeftijd van 36 jaar (mediaan 32 jaar*). Vrijwel alle respondenten zijn in loondienst (90 %) en 82 % van hen heeft een vast contract. Het mannelijke gedeelte van de ingenieurs is oververtegenwoordigd met 90 %. De respondenten zijn hoog opgeleid: 44 % volgde een opleiding op het hbo, 33 % heeft zelfs een wo master op zak. Goed vertegenwoordigde afstudeerrichtingen zijn werktuigbouw, civiele techniek, elektrotechniek, bouwkunde en ict. De grootste vakgebieden zijn technische uitvoering, technisch advies en projectleiding.

Download hier de spread met alle resultaten van het TW Salarisonderzoek 2016.


* De mediaan is het middelste getal van een opeenvolgende getallenreeks. Het gemiddelde is de som gedeeld door het aantal aanwezige getallen. Bij een niet-normale verdeling zegt de mediaan meer over de groep als geheel dan het gemiddelde.

Onderwerp:
ArbeidsmarktBedrijfsvoeringBeleidOnderwijs

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief
Relevante berichten