In januari vond de 47ste editie van de Dakar Rally plaats. Origineel een rit tussen Parijs en Dakar, werd de wedstrijd dit jaar in Saudi-Arabië uitgevochten. Daarin racen wagens, motorfietsen en trucks tegen razende snelheden over het ruige terrein van het Arabische schiereiland. Zo’n wedstrijd vereist ook heel wat technologie, van zachte stoelen tot GPS en rolkooien.
Wanneer ik Tim Coronel spreek, is hij net een week terug uit de woestijn van Saudi-Arabië. Er zijn weinig Nederlanders die meer ervaring hebben met de Dakar Rally dan hem. “Ik ben eigenlijk een Dakar-fanaat”, lacht hij. “Dit jaar deed ik voor de 19e keer mee. We hebben weer veel plezier gehad. Mijn broer en ik hebben samen een mooie wedstrijd kunnen rijden.”
In de Dakar Rally besturen teams verschillende soorten voertuigen, gaande van motorfietsen en ondersteuningstrucks, die wisselstukken meedragen, tot racewagens. Coronel bestuurde een wagen, een CR7 van het Zuid-Afrikaanse Century Racing.
Wat we ontwikkelen voor Dakar sijpelt ook door naar gewone wagens.”
“Die heeft 420 pk onder de motorkap”, vertelt Coronel. “Daarbovenop vind je er alles in dat je zou verwachten van een Rallywagen, zoals vierwielaandrijving. De CR7 is specifiek voor de Dakar Rally gefabriceerd. Het is geen gewone wagen, het is een buizenframe met een grote brandstoftank, stoelen en een versnellingsbak erin. Alles staat ook in het midden om de stabiliteit te verbeteren.”
De wagens moeten niet alleen snel zijn, ze moeten ook tegen een stootje kunnen. Dat Saudi-Arabië uitdagend is voor de auto’s, dat kan Coronel beamen. “Dit jaar hebben we één nacht in het midden van de woestijnduinen moeten overnachten”, vertelt hij. “Door de klappen die de wagen te verduren kreeg was de dynamo kapotgegaan, wat betekende dat we zonder energie kwamen te zitten. De dag erna heeft een andere voorbijganger ons een onderdeel geleend, zodat we de wagen tot aan het bivak kregen.”
Het zijn die onverwachte gebeurtenissen die de Dakar Rally zo aantrekkelijk maakt voor Coronel. “Het onzekere is net het leuke”, vertelt Coronel. “Je weet niet altijd waar je naartoe gaat. Elke honderd meter is anders. Tegelijk moet je logisch nadenken, want je moet elke etappe uitrijden. Het maakt niet uit dat je erg snel over de duinen heenrijdt als je de auto op die manier vernielt. Wat telt is hoe snel je uit de woestijn komt.”
Teamspirit
Voor een andere Dakar-veteraan, Leonardo Pascali, is de race eveneens een onvergetelijke ervaring. De editie van 2025 deed hij niet mee, maar in 2024 leidde hij het technische Audi team. “Wanneer je ‘s ochtends opstaat en over de duinen uitkijkt, dan geeft dat kippenvel”, begint hij. “Maar wat er bij mij het meest blijft hangen is het teamwerk. Iedereen werkt samen aan één doel. Die teamspirit is geweldig.”
Pascali is zeker trots op de race van 2024, toen Carlos Sainz de categorie auto won met een Audi. “De auto was erg goed geoptimaliseerd”, vertelt hij. “Het eerste doel was daarbij veiligheid. In 2022 hebben we een ongeval gehad, één van onze wagens was omgeslagen op een zandduin. De auto moet sterk genoeg zijn om dat soort zaken te overleven. Daarnaast moeten we comfort garanderen voor de bestuurders, zodat zij goede resultaten kunnen behalen, en ook veilig blijven.”
Ze herontwierpen daarom de frontale crash box van de wagen, zodat die meer kracht aankon. Ook deden ze onderzoek naar nieuwe materialen om de stoel van de bestuurders te verbeteren. Zo kan die een zogenaamde hard landing beter opvangen. Hier maakt de auto een kleine sprong, over bijvoorbeeld een zandheuvel, en landt hij hard op de grond.
“We haalden onze inspiratie bij helikopter-stoelen, die crashes moeten opvangen”, vertelt Pascali. “Het is gemaakt uit een soort mousse die zware schokken kan opvangen. Als je tegen hoge snelheid over woestijnen, gravel en stenen rijdt, dan is dat een groot voordeel.”
De wagen waarmee Audi sinds 2022 racet, de RS Q e-tron, is daarnaast ook deels elektrisch aangedreven. Het bevat een elektrische motor. De verbrandingsmotor werkt daarnaast samen met een andere elektrische motor om de batterij op te laden. Rally-chauffeur Stéphane Peterhansel beschreef ermee rijden, “een boksmatch van start tot finish.”

Korte neus
Bij Sandriders, het rally-team van Dacia, hebben ze ook een reeks technologische innovaties op hun conto staan. “Je moet eerst en vooral een sterke en betrouwbare wagen maken, snelheid komt pas tweede”, stelt Philip Dunabin, technisch directeur van Dacia Sandriders. “Daar komen is niet altijd vanzelfsprekend. Tijdens Dakar is het terrein erg droog, maar soms kan het ook regenen. Je hebt kleine bosjes, kleine bomen, open vlaktes en op het einde komen er de zandduinen.”
Het auto-model van Dacia, de Dacia Sandrider, werd voor het eerst op het rallycircuit geïntroduceerd eind 2024. “We optimaliseren constant”, vertelt Dunabin. “Dacia wil altijd praktisch en robuust zijn. Eén van de zaken waarop we focusten is de zichtbaarheid vanuit de cockpit. We zorgden dus voor een korte neus, en een goed zicht uit de zijdelingse ramen.”
Een belangrijke trend die we afgelopen decennia zagen is dat wagens voor een rally als Dakar steeds meer vanaf nul worden gebouwd. Waar vroeger Dakar werd geracet met omgebouwde gewone wagens, zie je vandaag steeds meer specifieke Dakar-modellen zoals de CR7, Dacia Sandrider of RS Q e-tron. “Klassieke rallywagens waren gebaseerd op auto’s die je op de weg zag”, vertelt Dunabin. “Vandaag werken we met specifieke wagens voor rally raids. De performance die we nu halen kan een omgebouwde productiewagen simpelweg niet aan.”
Tegelijk introduceren teams steeds meer software in hun wagens. Via data-analyse kunnen ze zien hoe de auto’s presteren. “Tijdens de race etappes weten we niet in welke staat de wagen zich bevindt”, vertelt Dunabin. “We kunnen alleen de auto via GPS volgen. Wanneer die stopt, dan is iedereen bezorgd. Wanneer hij terug opstart, dan zijn we opgelucht. Wanneer de auto het bivak binnenrijdt, dan analyseren we de data, en bekijken we hoe gezond alle onderdelen zijn.”
Het maakt niet uit dat je erg snel over de duinen heenrijdt als je de auto op die manier vernielt. Wat telt is hoe snel je uit de woestijn komt.”
Een andere innovatie van Dacia heeft te maken met de hitte tijdens de race. “Wij hebben de verf van onze wagen speciaal behandeld”, vertelt Dunabin. “Dat zorgt ervoor dat de wagen niet te veel opwarmt. Dacia zet hard in op dit soort praktische elementen. Onze auto heeft zelfs een koffer, wat andere Dakar-wagens niet hebben. Onze chauffeurs kunnen dus vervangonderdelen en gereedschap meenemen in de wagen.”
Hitte is echter niet altijd de voornaamste bezorgdheid tijdens de Dakar Rally. De race vindt in januari plaats, wanneer het koeler is. De woestijn zorgt daarnaast ook voor andere temperatuur-extremen. “Vroeg in de ochtend kan het extreem koud zijn, en dat is een probleem voor een racewagen”, vertelt Pascali. “Je moet de cockpit bijvoorbeeld opwarmen. En ook de veren en de remmen moeten opgewarmd worden voordat ze volwaardig presteren. Dat is een beetje een vreemd probleem om te hebben in het midden van de woestijn.”

Duurzaam geluid
Duurzaamheid speelt daarnaast in het achterhoofd van de grote rally teams. “Het is één van onze speerpunten”, vertelt Pascali. “Onze wagen is al deels elektrisch. Daarnaast gebruiken we een speciaal brandstofmengsel in de verbrandingsmotor. Dat vermindert onze uitstoot gevoelig. Tegelijk moeten onze wagens aan de regulering voor de wedstrijd voldoen, wat betekent dat we nog steeds brandstof moeten gebruiken.”
In 2023 gebruikte Audi voor de eerste keer een e-fuel in de Dakar Rally. Dat brandstofmengsel is gedeeltelijk met biomassa gemaakt, en zou de uitstoot van de wagen met 60% verminderen. Dacia doet ondertussen hetzelfde, en rijdt eveneens met duurzame brandstoffen.
Toch droomde Pascali ervan om de Dakar Rally te rijden met een volledig elektrische wagen. “De regels vereisen voorlopig nog een verbrandingsmotor”, vertelt hij. “Er zitten ook erg lange etappes in de race, die moeilijk te overbruggen zijn voor elektrische wagens. Het is daarnaast uitdagend om in de woestijn je batterijen op te laden. Maar tegelijk evolueren elektrische wagens enorm. In andere rally’s zullen we sneller op batterijen kunnen rijden. Ik denk alleen dat de fans het lawaai van de motoren zullen missen. (lacht).”
Daarnaast hoopt Audi dat de lessen uit een omgeving als Dakar hen kunnen leren om betere personenwagens te maken. “Een rallywagen ligt dichter bij een productiewagen”, vertelt Pascali. “Dat maakt sommige inzichten die we halen uit een race erg belangrijk. We vonden bijvoorbeeld een systeem uit waarmee de batterijen van de wagen opgeladen worden tijdens de rit. Dat proberen we nu ook over te zetten naar onze productiewagens.”