Het aantal toegekende octrooien voor 3D-printen is het afgelopen decennium acht keer sneller gegroeid dan het gemiddelde van alle patenten voor andere technologieën.
Innovatie op het gebied van additief produceren, oftewel 3D-printen, is de voorbije tien jaar sterk toegenomen, aldus een afgelopen september verschenen studie van het Europees Octrooi Bureau (EOB). Tussen 2013 en 2020 groeide het aantal patenten jaarlijks met ruim 26% – bijna acht keer sneller dan voor alle technologieën samen: 3,3%. In 2013 bedroeg het aantal toegekende patenten bijna 1600, in 2020 was dat 8000. Octrooien gelden als belangrijke graadmeter voor toekomstige technische ontwikkelingen.
Van die achtduizend betreffen er 1400 medische apparatuur en gezondheidszorg, 1300 voor transport (inclusief lucht- en ruimtevaart), 1000 voor gereedschapswerktuigen, 800 energie-patenten, 200 voor zowel elektronica als voor consumentengoederen, 180 voor de bouw en slechts 50 op het gebied van voedsel. Dat staat in de studie ‘Innovation trends in additive manufacturing’.
Kunststof meest gebruikt
Op basis van de meest verleende patenten wereldwijd tussen 2001 en 2020 kan worden gesteld dat kunststof het meest gebruikte materiaal voor 3D-printen is. De helft van alle patenten betreft dat materiaal. Op de tweede plek komen – met afstand – metalen.
Het waren altijd vooral hele grote bedrijven die dit type octrooien toegewezen kregen, maar het zijn nu ook start-ups en op dit terrein gespecialiseerde bedrijfjes.
In totaal zijn er sinds 2001 wereldwijd meer dan 50.000 patentfamilies geregistreerd, aldus het European Patent Office (EPA). Een patentfamilie representeert een belangrijke innovatie waarvoor octrooien zijn toegekend in twee of meer landen.
De Verenigde Staten en Europa lopen voorop qua innovaties in 3D-druk. De VS staat op één met 40% van alle internationale patentfamilies (IPF’s) voor wat betreft additief produceren tussen 2001 en 2020. Europa (de 39 leden van het EPA) volgt met 33%. Duitsland scoort 13%, Frankrijk 4% en Nederland ruim 2%.
Japan komt op 14% aandeel in wereldwijde patentfamilies voor 3D-printen. Opvallende achterblijver, gezien de enorme industrialisatie daar, is China met bijna 4%.
Qua patentaanvragen van bedrijven dan bestaat de top 20 vrijwel uitsluitend uit Amerikaanse, Europese en Japanse bedrijven, met alleen het Koreaanse Samsung als uitzondering. Airbus geldt hier overigens als Nederlands bedrijf.
Universiteiten en door de overheid gefinancierde onderzoeksinstituten dragen ook flink bij aan 3D-printinnovaties. Zo’n 12% van alle toegekende patentfamilies komt uit die hoek, bijna het dubbele van hun IPF-score voor alle andere technieken. Zij blinken vooral uit op het gebied van farmaceutica, implantaten, organen en kunsthuid. De grootste in deze sector is het Duitse Fraunhofer met 221 patentfamilies. TNO staat op plek zeven met 84 octrooifamilies.
3D-printen in opmars
Het onderzoek van het Europees Octrooi Bureau biedt een vroegtijdig inzicht in het potentieel van 3D-printen. Octrooien worden vaak maanden of zelfs jaren toegekend voordat er daadwerkelijk producten op de markt verschijnen. Patenten signaleren daarmee de richting waarin de technologie zich in de toekomst ontwikkelt.