In de bodem van de VS zit genoeg koper, lithium en zeldzame aardmetalen om minder afhankelijk te worden van importen en van China. Naast technische en financiële obstakels, stuit het aanleggen van nieuwe mijnen, smelters en raffinaderijen echter vrijwel overal op verzet van de bevolking, inheemse groepen en milieuactivisten.
Net als Europa onderneemt de VS verwoede pogingen om wat betreft allerlei grondstoffen minder afhankelijk te worden van importen. Onder president Biden lag het accent daarbij vooral op de grondstoffen die het fundament zijn voor de energietransitie: koper, lithium, nikkel, kobalt en de zeldzame aardmetalen. President Trump heeft een ander idee over wat nu eigenlijk essentiële grondstoffen zijn. Op 20 maart tekende hij een presidential decree om de winning van essentiële mineralen te stimuleren. Het document maakt expliciet melding van uranium, koper, goud, kalium (voor kunstmest) en steenkool.
President Biden zat gevangen in een catch-22. Aan de ene kant steunde hij bedrijven die in de VS koper, lithium en zeldzame aardmetalen wilden produceren. Aan de andere kant moest hij rekening houden met een achterban die wel een Tesla wil rijden, maar geen mijn in de achtertuin wenst. President Trump zal minder moeite hebben milieuregels te versoepelen of zelfs af te schaffen. Het opleggen van importtarieven op grondstoffen zal de Amerikaanse economie echter als een boemerang treffen.
Koper
Trump kondigde in zijn State of The Union Address op 7 maart jl. aan dat hij overweegt een tarief te heffen op de invoer van koper. Hij verkondigde dat dit een steun in de rug zal zijn van de Amerikaanse industrie en de nationale veiligheid. Hij negeerde de evidente nadelen: een invoertarief zal betekenen dat het fors duurder wordt om in de VS al die producten te maken waarin koper verwerkt zit: circuitboards, motoren voor EV’s, kabels voor het hoogspanningsnet, windmolens, batterijen, allerlei industriële apparatuur, militaire toepassingen en honderden huishoudelijke apparaten.
Voorstanders menen dat een invoertarief op koper zal leiden tot een verhoogde binnenlandse productie. De VS importeert momenteel ongeveer de helft van alle koper die het gebruikt. De belangrijkste leveranciers: Chili, Canada, Mexico en Peru. De binnenlandse productie komt voornamelijk van twee bejaarde open-pit mijnen. De Morenci Mine in Arizona (opgestart in 1872!) en het Kennecott Copper Project in Utah (opgestart in 1896!) produceerden samen in 2023 samen 570.000 ton koper.
De binnenlandse productie kan inderdaad omhoog. Amerika beschikt over de op vijf na grootste reserves aan koper in de wereld: 50 miljoen ton. Het is echter een uitermate moeizaam en tijdrovend proces om de benodigde vergunningen te krijgen voor een nieuwe mijn. Ze stuiten steevast op verzet van de plaatselijke bevolking en milieugroepen. Het probleem van de mijnbouw zit vooral in het ‘boom and bust’ imago. Een nieuwe mijn brengt vaak tijdelijke werkgelegenheid en welvaart en laat dan na de onvermijdelijke sluiting niet zelden een verpauperde gemeenschap en een vervuild milieu achter.
Resolution Copper – een joint venture van Rio Tinto en BHP Billiton – is al meer dan tien jaar verwikkeld in een politieke en juridische strijd om in het Oak Flat gebied van Arizona een nieuwe kopermijn te openen. Er zit daar voor een miljard dollar aan koper in de grond. Voor de exploitatie is echter een gat nodig dat drie kilometer wijd en 350 meter diep is. Dit stuit op heftig verzet van een tiental inheemse stammen voor wie Oak Flat, Chi’chil Bildagoteel in de taal van de Apache, heilige grond is die niet vernietigd mag worden.
Een ander knelpunt: er zijn in de VS slechts twee grote kopersmelters die kopererts kunnen verwerken. Omdat beide op volle capaciteit draaien, wordt een deel van het Amerikaanse kopererts verwerkt in Canadese smelters, een optie die de nek omgedraaid zou worden met een importtarief. Ook het bouwen van nieuwe kopersmelters kan rekenen op verzet. Trump laat momenteel volgens Reuters het ministerie van defensie onderzoeken of het mogelijk is allerlei milieuregels te omzeilen met de bouw van een kopersmelter op een militaire basis.
Lithium
In 2023 importeerde de VS ter waarde van 13.1 miljard dollar aan lithium-ion batterijen uit China. Wil de VS op dit gebied minder afhankelijk worden van China, dan zal het in de eerste plaats zelf veel meer lithium moeten gaan winnen en verwerken. Momenteel is Albemarle’s Silver Peak Mine in Nevada nog de enige mijn die op commerciële schaal lithium produceert. De evaporatievijvers leveren hier jaarlijks 5.000 ton lithiumcarbonaat en dat is een druppel op een gloeiende plaat.
Volgens de hoogste schattingen zal de VS in 2030 wel 400.000 ton lithiumcarbonaat nodig hebben voor het maken van batterijen en andere toepassingen. Er bestaan dan in de VS ook wel een stuk of veertig plannen voor projecten om lithiumcarbonaat of lithiumhydroxide te produceren. Ook deze projecten kunnen vrijwel zonder uitzondering rekenen op verzet uit de bevolking.

Op nog geen 20 kilometer van Silver Peak ligt Rhyolite Ridge, een kleilaag waarin 3.4 miljoen ton lithiumcarbonaat (equivalenten) zit. Dit is echter tevens de enige vindplaats in de wereld van Thiems Buckweat een klein bloempje dat dol is op lithium en mag rekenen op de actieve bescherming van milieugroepen. Het bedrijf Ioneer heeft eind vorig jaar na jarenlange juridische strijd eindelijk alle vergunningen in de wacht gesleept om op Rhyolite Ridge te beginnen met de aanleg van hard-rock operatie die jaarlijks 22.000 ton lithiumcarbonaat kan produceren.
De grootste hoop is echter gevestigd op een gebied dat, enigszins voorbarig, Lithium Valley is gedoopt. Het betreft de oevers van de Salton Sea, een zwaar vervuild meer in het zuiden van Californië. In de bodem onder en rondom dit meer zit een reservoir gevuld met hete pekel die een maximale temperatuur kan bereiken van 300 °C. Berkshire Hathaway, het bedrijf van miljardair Warren Buffett, opereert in dit gebied al 10 geothermische installaties die de hete pekel oppompen om er elektriciteit mee op te wekken.
Het beste nieuws: de pekel in het reservoir bij de Salton Sea bevat volgens een schatting van het Lawrence Berkeley National Laboratory tussen de 3.4 miljoen en 4.1 miljoen ton lithium. Er staan momenteel drie grote projecten op stapel om dit lithium met Direct Lithium Extraction (DLE) te winnen. DLE bestaat uit een cocktail van technologieën om lithium uit de pekel te winnen: membranen, adsorptie, het uitwisselen van ionen of het gebruik van een oplosmiddel.
Direct Lithium Extraction is een stuk duurzamer dan het winnen van lithium in evaporatievijvers of uit gesteenten. DLR-installaties verbruiken veel minder water en produceren niet de tailings die eigen zijn aan hard-rock mining. Bij de Salton Sea is er dan nog het voordeel dat het pekel naast het lithium ook de energie levert. Verschillende DLE-technieken zijn in demonstratieprojecten met succes toegepast. Op commerciële schaal blijkt het lastig omdat de pekel extreem corrosief is en gemakkelijk buizen, vaten en kleppen vernield.
Zeldzame aardmetalen
China controleert zo’n 75 procent van de productie van de zeldzame aardmetalen. Veel van deze metalen zijn nodig bij de productie van de compacte magneten voor EV’s en windturbines, lithium-ion batterijen, efficiënte vliegtuigmotoren en een heel scala aan andere toepassingen. Een Tesla Model 3 bevat ongeveer een kilo aan zeldzame aardmetalen. Beijing houdt de prijzen op de wereldmarkt hoog door de export te beperken.
De Amerikaanse regering ziet de afhankelijkheid van China op dit terrein als een gapende wond in de eigen economie en als een bedreiging van de nationale veiligheid. Het is dan ook geen wonder dat president Trump zijn begerig blik heeft laten vallen op de voorraden van deze metalen in de bodems van Groenland en Oekraïne.
De VS beschikt momenteel slechts over één mijn die op commerciële schaal oxiden van zeldzame aardmetalen uit de grond haalt en verwerkt. De Mountain Pass Mine ligt negentig kilometer ten zuidoosten van Las Vegas pal naast de interstate naar Los Angeles. Mountain Pass produceerde tussen 1965 en 1995 vrijwel alle zeldzame aardmetalen die in de wereld gebruikt werden. De productie werd in 2002 gestaakt omdat Chinese producenten dezelfde aardmetalen goedkoper aanboden. Bovendien kreeg de mijn, toen eigendom van Chevron, een grote boete wegens het illegaal lozen van giftig afvalwater dat onder meer het radioactieve thorium bevatte.

In 2018 werd de productie en het zuiveren van de aardmetalen bij de Mountain Pass Mine hervat door de nieuwe eigenaar MP Materials. Het bedrijf produceert nu neodymium, praseodymium, lanthanium, cerium, dysprosium en terbium. Het belangrijkst is de productie van neodymium-praseodymium (NdPr) een materiaal dat gebruikt wordt voor het maken van zeer sterke maar kleine magneten voor windmolens en, vermengd met magnesium, als hoogwaardig staal voor vliegtuigmotoren.
MP Materials bereikte in januari van dit jaar een aanzienlijke mijlpaal. De fabriek van het bedrijf in het Texaanse Ford Worth startte toen met de eerste commerciële productie van neodymium-praseodymium (NdPr) magneten. Dit is een primeur voor de VS. Het bedrijf produceerde ook voor het eerst neodymium-ijzer-borium magneten die gebruikt worden in drones, robots, EV’s en allerlei toepassingen in de aeronautica en militaire systemen. MP Materials zal deze magneten onder meer leveren aan General Motors.
MP Materials heeft tot nu toe financiële steun gekregen van de Amerikaanse ministeries van defensie en energie. Sommige Amerikaanse politici kijken echter nog steeds met een scheef oog naar het bedrijf. Dat komt omdat 8 procent van de aandelen van MP Materials in handen is van Shenghe Resources een Chinees bedrijf dat nauw verweven is met de China Geological Survey, een tak van de Chinese overheid.