Goed nieuws en slecht nieuws voor de voorstanders van de Europese Green Deal: in de GreenPeace-stikstofzaak dwong de rechter de staat opnieuw om zich aan haar eigen milieuwetten te houden, maar tegelijkertijd werd de Europese ontbossingswet uitgesteld, werd de wet tegen schadelijke pesticiden ingetrokken en zijn de doelen voor duurzame landbouw afgezwakt. Hoewel ook de kiezers van nieuwe Europese volksvertegenwoordigers baat hebben bij natuurbescherming, lijken partijpolitiek en machtige multinationals dominant.
De nieuwgekozen Europese Commissie begrijpt niet welke risico’s ze neemt door de Green Deal klimaatplannen te laten verwateren, waarschuwde een groep van 2000 Europese wetenschappers en 27 onderzoeksinstituten afgelopen december in een brief aan Europese beleidsmakers. De doelen van de Green Deal zijn ondertekend door de lidstaten, maar om op tijd tot effectieve uitvoeringsmechanismen te komen, is extra regelgeving nodig. In plaats daarvan vertraagde en verwaterde de Commissie maatregelen om de landbouw te verduurzamen, pesticiden te verbannen en bossen te beschermen, klagen de wetenschappers. Zij vrezen dat al het uitstel lijdt tot het overschrijden van de grenzen die het menselijk leven op deze planeet mogelijk maken.
Ecologie of economie?
De wetenschapers stonden niet alleen in hun klacht: begin februari riep een Maatschappelijke Alliantie het Nederlandse kabinet nogmaals op om haast te maken met ‘stabiel, voorspelbaar en toereikend overheidsbeleid op het terrein van klimaat en energie’. De Maatschappelijke Alliantie bestaat niet alleen uit natuurorganisaties en ondernemersorganisaties als VNO-NCW, maar ook uit vakbonden, woningbouwverenigingen, netbeheerders en landbouworganisatie LTO Nederland.
Terwijl zij denken dat de Green Deal de enige manier is om de Europese economie in het zadel te houden, waarschuwen mensen als de Poolse premier Donald Tusk, oud-voorzitter van de Europese Raad, juist dat de zelfopgelegde maatstaven Europa uit de markt gaan prijzen, zodat er straks helemaal geen geld meer is om het milieu mee te beschermen.
“De omslag naar een groene en circulaire economie is de enige kans om toekomstige (brede) welvaart zeker te stellen. Continuïteit in beleid en uitvoering van het klimaatbeleid is daarom van het grootste belang voor burgers, ondernemers en hun gemeenschappen in Nederland.” – Maatschappelijke Alliantie in een brief aan premier Schoof, 4 februari 2024
De Green Deal bevat veel omstreden maatregelen, waar mensen uit verschillende hoeken van het politieke spectrum moeite mee hebben. Denk aan het verbranden van bomen als bron van ‘hernieuwbare’ energie, terwijl de bomen in 2030 en 2050 nog lang niet teruggegroeid zijn. Ook de zware inzet op technologische oplossingen als groene waterstof, windenergie, zonnepanelen en batterijen leidt tot zorgen: hoewel er technisch veel mogelijk is, willen de meeste EU-burgers geen mijnbouw in hun achtertuin. Geen olie, maar ook geen lithium. Dat maakt Europa afhankelijk van grondstoffen uit verre werelddelen, en dus politiek kwetsbaar.
Kwetsbaar
Voor veel EU-politici is die kwetsbaarheid een extra reden om snel in te zetten op een circulaire economie, voor anderen is het juist zaak bestaande geopolitieke banden te koesteren en in te zetten op een geleidelijke transitie. Of we daar de tijd voor hebben, weten we niet. Voor veel natuurbeschermende maatregelen is inderdaad geld nodig, maar om dat geld te kunnen verdienen heb je eerst die natuur nodig. Als je bakkerij onder water staat of er geen graan is, is het lastig brood bakken. Zo lijkt het een debat over de kip of het ei te worden; de één verwijst naar de catastrofale overstromingen in Valencia, de ander naar goedkope Chinese concurrenten.
De weerstand tegen de Green Deal-maatregelen komt de laatste jaren vaak van commissieleden die ‘populistische’ partijen vertegenwoordigen. Hun achterban bestaat voor een groot deel uit laagbetaalde stemgerechtigden die een betere positie willen, terwijl de partijkas leunt op bedrijven die de huidige machtsverdeling juist in stand willen houden. Uit interEuropees onderzoek van FollowThe Money bleek dat hoe groter de partij is, hoe meer geld die krijgt. Bij 71% van alle donaties die politieke partijen in Europa tussen 2019 en 2022 ontvingen, bleek de herkomst niet bekend. Noch ‘linkse’, noch ‘rechtse’ partijen konden verantwoorden waar hun geld vandaan kwam. Daardoor weten kiezers niet in wie ze hun vertrouwen stellen.
Populisme loont
In veel landen ligt dit soort steun gevoelig. Daarom doneren belanghebbenden vaak niet direct aan de partijkas, maar steunen ze geaffilieerde stichtingen, betalen ze voor projecten van individuele leden of bieden ze werkgelegenheid aan de beoogde achterban. Zo betaalden het Amerikaanse Middle East Forum en het David Horowitz Freedom Center voor Wilders’ rechtszaken, en bouwde techmiljardiar Elon Musk een Tesla fabriek in Berlijn.
Anders dan veel stille machten, laat Musk duidelijk van zich horen. Hij sprak zijn steun uit voor het Duitse Alternative für Deutschland (AfD) en het Britse Reform UK, om vervolgens onbeschaamd te twitteren dat partijleiders als Reform’s Nigel Farrage, de Duitse bondskanselier Olaf Scholz en de Britse premier Keir Starmer maar vervangen moesten worden.
Groen rechts?
Commissieleden stellen dat ze hun kiezers vertegenwoordigen, maar hun afhankelijkheid van bedrijven maakt het lastig om die burgers tegen die bedrijven beschermen. De Green Deal moet het dan hebben van ‘groene’ populisten en ‘groene’ bedrijven die juist wel meerwaarde zien in het tijdig invoeren van de diverse Green Deal-interventies. Behalve de Maatschappelijke Alliantie in Nederland, heeft heel Europa ‘voorlopers’ die willen profiteren van de nieuwe maatregelen. Denk aan bedrijven die hier al lang in investeren en hun inzet graag te gelde willen maken. Elk uitstel dat de achterlopers gegund wordt, gaat ten koste van hun voorsprong.
Ook in de conservatief-Christelijke hoek zijn medestanders voor veel natuurbeschermende maatregelen te vinden. Veel kerken herinneren hun bezoekers aan het idee van rentmeesterschap, waarin de mens zorg moet dragen voor de natuur om hen heen. Ze benadrukken dat de mens niet voor zichzelf leeft, maar voor de wereld om hem heen, en de generaties na ons. In praktijk associëren veel van deze partijen zich echter vaak met de grote spelers in de landbouwindustrie, zoals veevoerbedrijven en transporteurs. Die hebben er juist baat bij dat Europa veel blijft importeren en exporteren, en niet te snel inzet op de circulaire, zelfvoorzienende economie die de Green Deal nastreeft.
‘Waanzin!’
Neem een conservatief christenen als voormalig EU-landbouwminister Jarosław Kaczyński. Kaczyński spreekt vol liefde over kleine gemengde boerderijen met lokale natuurproducten. Toch bekritiseert ook hij de Green Deal, die volgens hem het einde van de Poolse landbouw zal betekenen en de energieprijzen omhoog zal jagen. Behoorlijk angstaanjagend, in een land waar het ‘s winters -20 kan zijn.
Om minder afhankelijk van Rusland te zijn, legde het land al een gaspijpleiding met Noorwegen aan en bouwde het een nieuwe LNG-haven. Desondanks komt het merendeel van de Poolse warmte nog van bruin- en steenkool, waar het van de EU vanaf moet. Net als de Italiaanse premier Giorgia Meloni, doet Kaczyński de Green Deal-ambities af als ‘waanzin’.
Ook in Nederland zijn de populistische partijen sceptisch over de natuurbeschermende maatregelen van de Europese klimaatplannen. Terwijl de brievenschrijvers ze willen aanscherpen, liet BBB-lijsttrekker Sander Smit al weten dat hij ze juist wil afzwakken. De wereld mag dan in een planetaire crises verkeren, boereninkomens gaan voor. Maar juist door geen maatregelen te nemen, komen die inkomens in gevaar.
Boze boeren?
Hoewel protesterende boeren de media domineren, willen veel boerende boeren liever duidelijkheid dan mooie praatjes. Zij hebben vaak meer te vrezen van regen, droogte of plagen dan van nieuwe regels. De maatregelen die zij kunnen nemen om zich beter aan te kunnen passen aan het steeds onvoorspelbaarder klimaat, gaan doorgaans goed samen met de Europese klimaatambities. Bodems waarin CO2 opgeslagen wordt, worden financieel beloond, maar werken ook als spons, waardoor boeren minder te vrezen hebben van langdurige droogte of heftige buien. Methoden waarbij verschillende gewassen gecombineerd worden, zijn natuurvriendelijker, maar verkleinen ook de kans op grootschalig gewasverlies aan pesten en ziektes. Een heg om je perceel helpt niet alleen bijzondere beestjes (subsidie!), maar verbetert ook de bestuiving, breekt de wind en voorkomt verdroging.
Links-rechts retoriek
Als boeren en burgers aantoonbaar beter beschermd worden door de natuurbeschermende maatregelen, hoe kan het dan dat de partijen die hen zeggen te representeren zich daar zo halsstarrig tegen keren? Behalve door de belangen van de sponsoren, kan dat ook komen door retoriek en associatie: de klimaatagenda werd eerder vooral bepaald door ‘linkse’ partijen, die doorgaans niet bang zijn van een beetje overheidsbemoeienis. Hun leiders bepleitten vaak ook zaken als het homohuwelijk, zaken waar veel ‘conservatieve’, ‘rechtse’, partijen moeite mee hebben. Als ze effectief beleid willen dat gedeelde urgenties effectief aanpakt, zullen politici die oude termenstrijd moeten verruilen voor een constructiever debat.
Onzichtbare oligarchen
De Green Deal is in gevaar, waarschuwen de wetenschappers, maar de Green Deal staat daarin niet alleen. De polarisatie tussen ‘linkse’ en ‘rechtse’ fracties lijkt een ouderwets spelletje verdeel & heers: ze komt vooral de overkoepelende machten ten goede. Als de politieke partijen domweg doen wat onzichtbare donateurs en multinationale ondernemers zeggen, sneuvelen straks ook wetten als de Digital Services Act. Die moet ons online beschermen tegen de ondoorzichtige algoritmes van oligarchische systeembeheerders die graag naar onze data kijken.
Hoewel dit soort multinationale grootmachten vaak in een juridisch niemandsland kunnen opereren, geldt dat voor Europese en nationale uitvoerders niet. In een X-gesprek met AfD leider Alice Weidel opperde Musk dat beperkende wetgeving niet zo hinderlijk hoeft te zijn, zolang die maar niet nageleefd wordt. Een bekende tactiek, maar riskant. Begin 2025 hield de rechter de Nederlandse staat opnieuw verantwoordelijk voor het realiseren van haar eigen natuurdoelen, populair of niet.