Achtergrond

Hoe verdient de hightechindustrie haar geld in 2040?

De hightechsector is nu, anno 2023, een sterke sector, met een totale omzet van ruim 80 miljard euro. Maar hoe zit dat over ruim vijftien jaar? Wat moet er gebeuren zodat Nederland in het jaar 2040 nog steeds goed is in unieke, ingewikkelde machines, of misschien wel de sector heeft laten groeien? Dat heeft TNO uitgezocht en opgeschreven in een rapport. Het waarschuwt de overheid: pak nu de regie, of anders missen we in ons land de boot.

Volgens TNO zal in 2040 50 procent van de omzet van de hightechsector komen uit nieuwe waardeketens, dus op nieuwe onderwerpen. Het ziet er verschillende opdoemen: denk aan quantumtechnologie, kunstmatige intelligentie, fotonica, laser satcom (satellietcommunicatie) en nanotechnologie. Dat schat TNO in aan de hand van het grensverleggende onderzoeken die nu aan de universiteiten plaatsvinden en waar Nederlandse startups goed in zijn. Om de Nederlandse concurrentiepositie in hightech te behouden, dient de sector 150% productiever te worden en te transformeren naar een 100% duurzame bedrijfsvoering en er een gezamenlijke strategie nodig is van bedrijven, kennisinstellingen en overheid. Voor meer strategische autonomie is het volgens TNO noodzakelijk dat we deze nieuwe waardenketens opbouwen en ons innovatiebeleid daar voor langere tijd op richten.

Belangrijke bijdrage aan Nederlands verdienmodel

De hightech-sector levert een belangrijke bijdrage aan het verdienmodel van Nederland. Zo zorgde de sector voor 784.000 fte in 2021, waarmee het goed is voor 10% van de totale werkgelegenheid in Nederland. Ook de bruto toegevoegde waarde van naar schatting 80,2 miljard euro in 2021 benadrukt het belang van de sector. Waar het aandeel van de maakindustrie in de Nederlandse economie de afgelopen 25 jaar is gedaald, nam het aandeel van de hightechindustrie juist toe.

Binnen de hightechsector zijn machines, elektrische apparaten en computers, elektronica en optica de belangrijkste drie subsectoren. De meeste subsectoren zijn de afgelopen jaren gegroeid. Tegelijkertijd was niet in alle sectoren sprake van een sterke productiviteitsgroei. Met name de subsector ‘machines’ presteert op dit vlak goed dankzij een sterke groei van de bruto toegevoegde waarde van gemiddeld 7,3% per jaar. Tegelijkertijd vertoonde de subsector een groeipercentage van 4,8% in arbeidsproductiviteit, waarmee het de subsector elektrische apparatuur (5%) op de voet volgt.

Een sterke NL high industry in 2040 voldoet aan 4 kritische succesfactoren

De Nederlandse hightech heeft het potentieel om de komende decennia een handvol nieuwe ASML’s voort te brengen. Dat vereist een gezamenlijke aanpak vanuit een krachtige innovatieagenda.

Arnaud de Jong
Managing Director TNO High Tech Industry

Foto: TNO
Foto: TNO

Wat moet er gebeuren?

Om de kansen die er zijn te verzilveren, waarschuwt TNO, is een gezamenlijke strategie nodig van bedrijven, kennisinstellingen en de overheid, een Nationale Hightech Strategie. ‘We nodigen hightechbedrijven, kennisinstellingen en de overheid uit om deze strategie samen uit te werken’, zegt De Jong. Tot 2030 wordt er namelijk fors geïnvesteerd in de hightechsector, via vooral Groeifondsprogramma’s dat de hightechsector de komende jaren een belangrijke impuls geeft, maar volgens TNO ontbreekt een strategische visie op de sector. Ook vindt TNO dat het Nationaal Groeifonds moet worden omgezet in een structureel financieringsinstrument voor R&D. Anders dreigt er een gat te vallen.  ‘Zo wordt de European Chips Act de komende periode in Nederland geïmplementeerd, terwijl een duidelijke doorvertaling hiervan ontbreekt. En die is wel nodig om doorbraken te realiseren op sleuteltechnologieën zoals geavanceerde materialen, quantum en nanotechnologie.’ Ook moet Nederland beter worden in het sneller naar de markt brengen van innovaties en nieuwe technologieën. Dat kan bijvoorbeeld met programma’s voor startups en scale-ups, maar ook met gerichte internationale samenwerking.

Meer beleid aantrekken talent

Ook is er aanvullend beleid nodig voor het aantrekken van talent en is het van belang dat er een human capital agenda komt waarbij werving plaatsvindt op basis van vaardigheden in plaats van genoten opleiding.

Technologiebedrijven hebben nu al moeite om de juiste mensen te vinden en met de aankomende vergrijzing zal dat alleen maar lastiger worden. Wat daarbij wel kan helpen is een verdergaande automatisering van productieprocessen.

Bedreigingen

Ook wijst TNO in de paper op bedreigingen die de veranderende wereld met zich meebrengen. Denk daarbij aan de transitie naar een duurzamere samenleving, die in de praktijk steeds dwingendere wetgeving met zich meebrengt voor bedrijven. Indien bedrijven hierin onvoldoende mee kunnen, kan dit een bedreigingen vormen voor hun bestaan. Denk echter ook aan de afnemende toegang tot kritische materialen.

Succesfactoren

Ook identificeert TNO een aantal succesfactoren voor de Nederlandse hightechindustrie. Denk daarbij aan duurzaamheid, maar ook aan de concurrentiepositie van de industrie. Opereren in wereldwijde en hoog competitieve markten vergt een voortdurende investering in concurrentiekracht. En dus in innovatie. Een extra uitdaging daarbij is de groeiende schaarste aan gekwalificeerd personeel.

Bestendigheid op de lange termijn is eveneens een cruciale succesfactor. TNO wijst hierbij op COVID-19, de oorlog in Oekraïne en de toenemende spanningen met China. Deze ontwikkelingen maken duidelijk dat ondernemingen hun toeleveringsketens teveel hebben geoptimaliseerd in de richting van lage kosten. Dit is ten koste gegaan van schokbestendigheid.

Succesvol pad naar 2040

Tot slot identificeert TNO een aantal transformaties die de hightechindustrie moet doormaken voor een succesvol pad naar 2040. Het gaat daarbij om:

Netto-nul CO2-emissies: geen enkel hightechbedrijf mag rond 2040 nog CO2-uitstoot veroorzaken. Het gaat daarbij zowel om de eigen activiteiten, toeleveringsketen als de werking van zijn producten bij klanten.

Circulaire waardenketens: Waardeketens die worden aangestuurd door Nederlandse hightechbedrijven moeten in 2040 een circulair bedrijfsmodel hanteren, met een hulpbronnenefficiëntie van bijna 100%. TNO wijst hierbij op de zogeheten ‘Re-x’-processen, zoals rethink, repair, remanufacture en recycle. Deze zijn in 2040 een standaard onderdeel van het productielandschap geworden.

Verbonden waardeketens: TNO pleit voor een Nederlandse hightechindustrie in 2040 die het beste digitaal verbonden en beschermde productienetwerk van Europa exploiteert. Dit maakt onder meer een hoge mate van integratie tussen partners in de waardeketen mogelijk, wat een ongekende flexibiliteit en efficiëntie met zich meebrengt.

Slimme productie: Met het oog op onder meer schaarste van personeel is een belangrijke rol weggelegd voor automatisering en het slimmer maken van productie. De Nederlandse hightechindustrie moet in 2040 beschikken over de meest geautomatiseerde en autonome productiecapaciteit in Europa. Dit moet onder meer enkelstuksproductie mogelijk maken tegen de kostprijs van massaproductie.

Bestendige waardeketens: Het behouden van toegang tot schaarse middelen is van cruciaal belang geworden. Dit betekent onder meer dat er een beweging op gang komt naar kortere toeleveringsketens, diversificatie van leveranciers, het runnen van meerdere productielocaties en het inbouwen van meer overschot in de keten.

Unieke technologieposities: Een succesvolle hightechindustrie in 2040 is volgens TNO voor een belangrijk deel gebouwd op de unieke kennisposities voor nieuwe technologieën die de komende jaren in Nederland worden ontwikkeld. Nederland zal hierin dan ook moeten blijven investeren.

Versterkte marktposities: De huidige sterke marktposities vormen de basis voor het verdienmodel in 2040. Dit vraagt erom deze posities te beschermen, behouden en verder uit te bouwen.

Nieuwe waardeketens: Tegelijkertijd zal een aanzienlijk deel van de omzet van de Nederlandse hightechindustrie in 2040 uit nieuwe waardeketens moeten komen, die op dit moment nog niet op grote schaal bestaan.

FME is blij met de conclusies van TNO. De hightechsector is een groeimotor voor de economie en een innovator als het gaat om onze grootste maatschappelijke uitdagingen. FME onderstreept in een persbericht de oproep tot een Nationale Hightech Strategie.

Volgens FME-voorzitter Theo Henrar is Nederland een vindingrijk land, maar het percentage startups dat doorgroeit naar scale-up blijft achter bij de VS en ook bij andere landen in de EU. “Nieuwe technologieën die hier ontwikkeld worden, leveren daardoor elders op de wereld enorme winsten op. Zo lopen we nog veel potentieel mis en dat is zonde. Niet voor niets hebben wij al ruim een jaar geleden de minister van Economische Zaken onze industriestrategie overhandigd, omdat wij ook zien dat er een langetermijnstrategie moet zijn.

Volgens Henrar is het jammer dat startende bedrijven in Nederland minder vaak kans zien hun technologie door te ontwikkelen. “Een florerende hightechsector stopt niet bij het ontwikkelen van een nieuwe technologie. We moeten die innovaties ook weten te implementeren in de hele keten en bedrijven stimuleren om door te ontwikkelen. Zo verdient elke euro die naar R&D gaat zichzelf uiteindelijk meer dan terug.” Het vorige kabinet presenteerde een Nationale Groeistrategie en het Nationale Groeifonds om daarvan te profiteren. Ook bij het huidige kabinet zijn veel goede intenties, maar ze slaagt er nog niet in om die ook om te zetten in een krachtige strategie. “Het is nu tijd om boter bij de vis te doen,” aldus Henrar.

Meer investeringen in innovatie

De strategie zou wat FME betreft in ieder geval moeten inzetten op meer investeringen in innovatie. Henrar: “Daar hoort ook bij om echt werk te maken van de doelstellingen van het kabinet op het gebied van innovatie en R&D-uitgaven als percentage van het BBP.  Dat is de enige manier waarop de sector concurrerend kan blijven. Ons succes in de toekomst, vraagt om strategische en duidelijke keuzes in het hier en nu. Het TNO-paper geeft een goede voorzet om als Nederlandse hightechsector in de hoogste klasse te kunnen blijven spelen. Het is nu aan het kabinet om de bal in te koppen. De sterspelers hebben we in ieder geval in huis.”

Onderwerp:
BedrijfsvoeringBeleid

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief

Relevante berichten
×