Achtergrond

Nederland kennisland? Techbedrijven stappen op als investeringen in wetenschap & innovatie achterblijven

Tu/ecomotive Eindhoven, NOAH world's first circular electric car

Elke euro die je vandaag in onderzoek en ontwikkeling stopt, kan in 2035 4,80 euro opleveren, berekende RaboResearch recent. Toch dreigt het nieuwe kabinet zulke investeringen terug te willen schroeven. Werkgevers en wetenschappers vrezen voor het toekomstig verdienvermogen van Nederland, chipfabrikant ASML dreigde Nederland al te verlaten. Met miljardeninvesteringen hoopt het kabinet dit soort belangrijke techbedrijven alsnog te behouden.

Terwijl partijen in het nieuwe kabinet zich in hun partijprogramma’s duidelijk uitspraken tegen het aantrekken van buitenlands talent, tegen het Nationaal Groeifonds en tegen Fonds voor Onderzoek en Wetenschap, maakten het Rijk en regio Brainport Eindhoven eind maart bekend dat ze tot en met 2030 450 miljoen euro extra in talentontwikkeling investeren. Het geld moet zorgen dat de microchipsector voldoende geschikte werknemers met een mbo-, hbo- of wo-diploma kan vinden.

De toezegging maakte deel uit van ‘operatie Beethoven’ waarmee het destijds demissionaire kabinet reageerde op ASML’s waarschuwing dat het voldoende talent moet kunnen aantrekken om haar werk te kunnen doen. Met een beurswaarde van 360 miljard euro is ASML verreweg Nederlands grootste bedrijf. Het huidige personeel bestaat voor grofweg 40% uit internationale kennismigranten, ‘expats’, die nu al vaak geen woning kunnen vinden. Naast geld voor het opleiden van Nederlands talent, bestaat het pakket dan ook uit investeringen in de infrastructuur die de sector moet helpen uitbreiden.

Achterstallig onderhoud

Het extra geld voor de Brainport stelt de Universiteiten van Nederland niet gerust, laat woordvoerder Ruben Puylaert weten. Het geld komt maar voor een klein deel bij de universiteiten terecht, en is maar een fractie van hetgeen structureel nodig is. Na jaren van on(der)betaald overwerk en wetenschappelijke keurslijven, gaf wetenschapsminister Robbert Dijkgraaf wetenschappers de afgelopen jaren eindelijk een beetje ruimte en waardering voor het extra werk dat ze deden om ervoor te zorgen dat hun werk ook daadwerkelijk bijdraagt aan maatschappelijke doelen.

Dijkgraaf beargumenteerde niet alleen dat diversiteit in de wetenschap leidt tot betere resultaten, maar voerde ook maatregelen door die de veiligheid op de werkvloer moeten vergroten en meer ruimte moeten geven voor vrij onderzoek. Moeilijkheden waar vrouwen en minderheden in veel van de oude academische hiërarchieën tegenaan liepen, werden erkend en aangekaart. Onderzoekers kunnen nu aanspraak maken op nieuwesectorplannen, een Nationaal Groeifonds en starters- en stimuleringsbeurzen.

‘Nederland matige middenmoter op gebied van R&D-investeringen’, bron: OECD MSTI, RaboResearch, uit ‘Investeringen moeten prominenter op de politieke agenda’, Januari 2024

Structurele investeringen

Die investeringen waren hard nodig, stelde een veelheid aan rapporten vlak voor Dijkgraafs aantreden. Nederland kampt op het gebied van onderzoek en ontwikkeling (R&D) al bijna twee decennia met achterstallig onderhoud, bleek uit data van TNO Vector. De Amsterdam Business School constateerde dat een tekort aan technisch personeel en het lage aantal octrooiaanvragen de innovatieve groei bedreigt. De Rabobank wees erop dat de productiviteitsgroei gezakt was naar 0,5 procent in de periode 2010-2022, terwijl die tussen 1990-2000 nog 1,5 procent bedroeg.

Nederland kampt op het gebied van onderzoek en ontwikkeling (R&D) al bijna twee decennia met achterstallig onderhoud

TNO Vector

De bank onderzocht het potentiële effect van het Nationaal Groeifonds en het Fonds Onderzoek en Wetenschap. Om de productiviteitsgroei te herstellen, verwachtte de bank, zouden dit soort investeringen in onderzoek en onderwijs structureel moeten zijn, zodat bedrijven ervan op aan kunnen. Ze zouden voor iedere beleidseuro dan 50 cent extra aan R&D uitgeven. In 2035 zouden de fondsen daarmee een extra bruto binnenlands product-winst van 70 miljard hebben gegenereerd, in 2040 90 miljard. Dat terwijl de overheid er ‘maar’ 15,3 miljard euro in had hoeven investeren.

Techrace

Ondanks die lonkende vergezichten, lijken de coalitiepartners Dijkgraafs wetenschappelijke herstelwerkzaamheden juist te willen ontmantelen. PVV keerde zich tegen het binnenlaten van buitenlands talent, tegen nauwere banden tussen praktisch- en theoretisch onderwijs en tegen het streven naar meer diversiteit in de wetenschap. De VVD schroefde haar begroting voor onderwijs terug. Ze wil het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap afschaffen, net als het Nationale Groeifonds.

Desastreus, vreest ook de Kenniscoalitie, een breed samenwerkingsverband van werkgevers, universiteiten, medisch centra, hogescholen en onderzoeksinstituten. De Tweede Kamer moet juist vol inzetten op het behoud en aantrekken van nieuwe R&D-intensieve bedrijven, stelde voorzitter Marcel Levi na de verkiezingsuitslag in een brandbrief. Terwijl landen om ons heen al ruim voldoen aan de Europese doelstelling om 3% van hun BBP in onderzoek en ontwikkeling te steken, blijft Nederland achter met 2,3%: grofweg 1% vanuit de overheid en 1,3% vanuit de bedrijven.

Terwijl landen om ons heen al ruim voldoen aan de Europese doelstelling om 3% van hun BBP in onderzoek en ontwikkeling te steken, blijft Nederland achter met 2,3%”

Kenniscoalitie

‘Mondiaal gezien en in Europa dreigt Nederland achterop te raken’, constateert Levi. Er is een techrace gaande, maar terwijl Nederland zit te sukkelen met achterstallig onderhoud en wisselend beleid, hebben landen als Duitsland en België consistent geïnvesteerd, toont onderzoek van TNO Vector.

Ontwikkeling in publieke financiering van R&D [GBARD] vanaf 2000 in Nederland, Duitsland en België ten opzichte van de ontwikkeling totale overheidsbestedingen. Bron: TNO Vector ‘Nederland spendeert te weinig aan R&D en loopt steeds verder achter op buurlanden’, januari 2024

Bedrijven willen voorspelbaarheid

Om in 2025 aan de EU-norm van 3% te kunnen voldoen, zou het Nationaal Groeifonds tussen 2021 en 2025 €20 miljard moeten investeren in projecten die Nederlands verdienvermogen verbeteren. Maar er kwam kritiek op het fonds: de projectmatige aanpak zou niet efficiënt zijn en bedrijven te weinig houvast bieden om zich te committeren. Bovendien werden soms projecten toegekend die weinig leken bij te dragen aan de doelstellingen van het fonds.

Ex-VVD-Minister Micky Adriaansens (Economische Zaken) zei de Nederlandse pensioenfondsen te willen verleiden hun geld in overheidsambities te steken door constructies aan te bieden waarin de overheid een deel van de risico’s op zich neemt. Dat moeten dan wel structurele constructies zijn, waarschuwt de Rabobank. Kijk bijvoorbeeld naar het Noorse Global Pension fund, het Franse Caisse des dépôts et consignations, of het Singaporese Temasek. Dat heeft een fonds dat grote langetermijninvesteringen die oppakt voor private partijen te riskant zijn. Ze verstrekken geen subsidies, maar nemen zelf een aandeel – in de winst, maar ook in de risico’s.

Of dat de constructie wordt die internationale bedrijven in Nederland moet gaan houden, is aan het komende kabinet. Incidentele noodoperaties kunnen werken om individuele bedrijven binnen te houden, maar om Nederlands wetenschap echt te kunnen laten renderen, is een structureel beleid nodig, met een langer vooruitzicht dan onze kabinetten is gegund.

Opbrengsten investeringen worden niet doorgerekend

Voor de verkiezingen rekende het Centraal Planbureau (CPB) de plannen van 8 partijen door. Omdat de winnaars PVV, NSC en BBB hun plannen niet indienden, was de GroenLinks-PvdA coalitie de enige winnende partij met een doorrekening. De verschillen tussen partijen kwamen vooral naar voren in de geraamde uitgaven aan onderwijs: bij Volt, D66 en GroenLinks-PvdA nemen die flink toe, bij de VVD en het CDA nemen ze af. Zij schaffen het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap af, terwijl de SGP, Volt, D66 en GroenLinks-PvdA nieuwe investeringen doen in innovatie.

Vanwege hun complexe, grillige aard neemt het CPB de productiviteitseffecten van R&D en onderwijs nog niet mee in de doorrekeningen, ook al is het bekend dat deze zich vaak veelvuldig terugverdienen.

De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) roept de planbureaus op dat wel te doen. “Dat wat zich manifesteert als de waarde van wetenschap is vaak maar het topje van de ijsberg”, stellen zij in het rapport ‘Waarde van wetenschap. Observeren, weten en meten‘. Desondanks pleiten zij ervoor zelfs dit kleine deel te benoemen: als je het helemaal niet benoemt, nemen politici het ook niet mee in hun overwegingen.

Onderwerp:
Innovatier&d

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief
Relevante berichten